17 juni 2025

Afkoop saldolijfrente: belasting slechts over ontvangen bedrag bij buitensporige last

Wat als je moet afrekenen over een lijfrente die je nooit volledig ontvangt? In een recente zaak oordeelde de rechtbank dat afrekening over de volledige waarde van een saldolijfrente onredelijk was. Door omstandigheden buiten de invloed van de belastingplichtige, werd slechts een klein deel van de waarde daadwerkelijk ontvangen. De rechter besloot daarom tot een gedeeltelijke belastingheffing.

Saldolijfrente

Een saldolijfrente is een lijfrente waarvoor in het verleden premies zijn betaald die niet aftrekbaar waren. De uitkeringen uit deze lijfrente waren in box 1 belast zodra het totaalbedrag van de uitkeringen hoger was dan de betaalde premies. Voor saldolijfrentes die vóór 14 september 1999 waren afgesloten, kon tot eind 2020 nog gebruikgemaakt worden van een overgangsregeling.

Eind 2020 volgde na toepassing van de overgangsregeling een afrekening over de waarde in het economische verkeer van de saldolijfrente, eventueel gecorrigeerd voor de betaalde premies (voor zover die bij een eventuele eerder lijfrente-uitkering niet al verrekend waren).

De casus

Een belastingplichtige had zo’n saldolijfrente. De verzekeraar stuurde in 2020 drie brieven over de saldolijfrente en de afrekenverplichting, echter allemaal naar een oud adres waar hij niet meer woonde. De waarde in het economische verkeer van de saldolijfrente bedroeg € 608.091. De betaalde premies waren allemaal al verrekend bij eerdere uitkeringen uit de saldolijfrente.

In 2021 ontving de belastingplichtige nog € 69.882 aan uitkeringen uit de saldolijfrente. In 2022 overleed de belastingplichtige.

De Belastingdienst corrigeerde de door de belastingplichtige ingediende aangifte IB 2020 en telde de verplichte afrekening van de saldolijfrente tot een bedrag van € 608.091 bij het inkomen.

Hardheidsclausule afgewezen

De erfgenamen verzochten op toepassing van de hardheidsclausule. Zij moesten immers afrekenen over een bedrag van € 608.091, terwijl er uiteindelijk slechts € 69.882 was ontvangen. Het beroep op de hardheidsclausule werd afgewezen.

Individuele en buitensporige last toegewezen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde echter dat in het geval van de belastingplichtige sprake was van een individuele en buitensporige last. Van belang daarbij was onder meer:

  • De saldolijfrente werd in 2020 belast naar een waarde van € 608.091, terwijl uiteindelijk slechts € 69.882 aan uitkeringen zijn genoten tot het overlijden van de belastingplichtige. De waarde waarover afgerekend is, is daarmee bijna negen keer zo hoog als de daadwerkelijk ontvangen uitkeringen. Bij overlijden van de belastingplichtige is de waarde van de saldolijfrente meteen verminderd naar nihil.
  • In de nalatenschap van de belastingplichtige waren onvoldoende middelen aanwezig om de gehele aanslag IB te betalen.
  • De belastingplichtige heeft de brieven over de verplichte afrekening in 2020 niet in 2020 ontvangen en kon zich daardoor niet goed voorbereiden op de afrekenverplichting. Hij had er anders bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om de saldolijfrente in 2020 af te kopen, waardoor er wel voldoende middelen zouden zijn om de gehele aanslag IB te betalen.

De rechtbank bood rechtsherstel voor deze individuele en buitensporige last door niet een bedrag van € 608.091 in de heffing te betrekken, maar slechts het bedrag van de in 2021 ontvangen uitkeringen ter grootte van € 69.882.

Let op!

De rechtbank oordeelde dat in dit specifieke geval sprake was van een individuele en buitensporige last. Dat betekent niet dat dit in zijn algemeenheid kan worden doorgetrokken naar alle gevallen. Meen je dat in jouw situatie ook sprake is van een individuele en buitensporige last, overleg dat dan met een van onze adviseurs. Zij helpen je graag verder.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Nieuwe btw-plicht voor digitale platforms bij kortlopende verhuur
Er is een internetconsultatie gestart over een wetsvoorstel dat digitale platforms btw-plichtig maakt wanneer zij kortlopende verhuur van accommodaties faciliteren. Deze verplichting geldt straks ook voor platforms die passagiersvervoer aanbieden en moet op 1 juli 2028 ingaan.
Lees verder
arrow right
Differentiatie en verhoging vliegbelasting vanaf 2027
De vliegbelasting wordt vanaf 2027 zowel gedifferentieerd als verhoogd, zo blijkt uit het Belastingplan 2026. Met deze aanpassingen wil het kabinet vooral langere vluchten ontmoedigen. Daarnaast moet de maatregel zorgen voor een extra opbrengst van € 257 miljoen.
Lees verder
arrow right
Versoepeling inkomensverklaring voor buitenlandse belastingplichtigen
Buitenlands belastingplichtigen kunnen onder bepaalde voorwaarden worden aangemerkt als kwalificerend buitenlands belastingplichtige, wat diverse fiscale voordelen biedt. Tot nu toe was hiervoor een inkomensverklaring verplicht, maar het Belastingplan 2026 bevat een voorstel om deze eis te versoepelen.
Lees verder
arrow right