Over de box 3-heffing is een hoop te doen. De afgelopen maand is er weer veel berichtgeving verschenen. In dit artikel vind je een overzicht.
Zo maakte staatssecretaris Van Rij de definitieve forfaits voor bank- en spaartegoeden en schulden voor het jaar 2022 bekend. Voor het jaar 2023 worden deze definitieve forfaits pas begin 2024 vastgesteld, behalve voor de overige bezittingen. Dat forfait is al vastgesteld.
2022 | 2023 | |
Bank- en spaartegoeden | 0,00% | 0,36% |
Schulden | 2,28% | 2,57% |
Overige bezittingen | 5,53% | 6,17% |
*Voorlopig percentage
De Belastingdienst doet momenteel geen uitspraak op bezwaar als het bezwaar gericht is tegen de box 3-heffing voor de jaren 2017 tot en met 2021. Tot de staatssecretaris duidelijk heeft gemaakt wat de aanpak wordt van deze bezwaren, houdt de Belastingdienst deze aan.
Dat geldt niet als je in jouw bezwaar ook in verweer komt tegen ander zaken dan box 3.
Jouw box 3-inkomen over de jaren 2017 tot en met 2022 wordt op twee manieren berekend:
Bij de vaststelling van de box 3-heffing houdt de Belastingdienst in jouw definitieve aanslag automatisch alleen rekening met de laagste uitkomst van deze twee berekeningen.
Ontvang je een definitieve aanslag inkomstenbelasting over de jaren 2017 tot en met 2021, overleg dan met onze adviseurs of bezwaar maken verstandig is. Zo kan jouw werkelijk behaalde rendement bijvoorbeeld (sterk) afwijken van het door de Belastingdienst berekende box 3-inkomen. Inmiddels is ook al enige rechtspraak verschenen over de vraag of recht bestaat op verdere verlaging van de box 3-heffing als het werkelijke rendement lager is. Bezwaar maken kan daarom zinvol zijn. Doe dit wel snel, je hebt namelijk vanaf de dagtekening van de aanslag maar zes weken om een bezwaar in te dienen.
De rechtspraak ligt momenteel niet allemaal op één lijn en de Hoge Raad heeft ook nog geen oordeel uitgesproken. Voorlopig is het daarom nog niet duidelijk of je ook recht hebt op verdere verlaging van jouw box 3-heffing als jouw werkelijke rendement lager is dan waarmee in jouw definitieve aanslag is gerekend.
Tot slot liet staatssecretaris Van Rij onlangs weten dat een box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement op zijn vroegst vanaf 2027 kan worden ingevoerd.
Vanaf 2023 wordt box 3 geheven op basis van de Overbruggingswet box 3. Deze heffing is grotendeels gelijk aan de wijze waarop het rechtsherstel voor de jaren tot en met 2023 berekend wordt. De bedoeling was dat deze Overbruggingswet zou gelden tot en met 2025. Vanaf 2026 zou dan een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement ingevoerd worden. Dat gaat dus niet lukken. Dit betekent dat de Overbruggingswet ook in 2026 waarschijnlijk nog van kracht is.
De verwachting is dat de Overbruggingswet box 3 nog wordt aangepast op een aantal punten. De Kamer heeft het kabinet hiertoe al meerdere malen opgeroepen, bijvoorbeeld om te onderzoeken of een fijnmaziger rendement op overige beleggingen mogelijk is (in plaats van één rendement voor deze grote diverse groep dat voor 2023 is vastgesteld op 6,17%).