De Tweede Kamer heeft diverse onderwerpen besproken inzake de behandeling van het rechtsherstel box 3 en de box 3-heffing vanaf 2023. Denk hierbij aan een aandeel in een VvE, verpachte landbouwgronden en de mogelijkheid van een tegenbewijsregeling. Wat is hier uit voortgevloeid?
Het vermogen van een VvE kan onder meer bestaan uit contant geld en banktegoeden. Desondanks geeft de staatssecretaris aan dat een aandeel in een VvE een vermogensrecht is dat in het geheel in box 3 ingedeeld moet worden in de categorie overige bezittingen. In 2023 geldt hiervoor een rendementspercentage van 6,17%.
Ook verpachte landbouwgronden waarbij het pachtpercentage wettelijk gemaximeerd is op 2%, vallen volgens de staatssecretaris in de categorie overige bezittingen in box 3 (rendementspercentage in 2023 van 6,17%). De staatssecretaris geeft daarbij aan dat, naast het directe rendement (de pacht met een pachtpercentage van 2%), ook rekening moet worden gehouden met het indirecte rendement (de waardeontwikkeling van de grond). Bovendien wordt met het mogelijk waardedrukkende effect van de verpachte staat al rekening gehouden.
Op vragen vanuit de Tweede Kamer geeft de staatssecretaris nogmaals aan dat in de box 3-regeling vanaf 2023 geen tegenbewijsregeling wordt opgenomen. De staatssecretaris is van mening dat zo’n regeling niet eenvoudig is vorm te geven. Bovendien zou zo’n regeling te veel vergen van de uitvoering door de Belastingdienst en zou het ook voor burgers te complex worden.