Bij een zaak waarbij sprake is van 'collectief bezwaar' hoeft de inspecteur na uitspraak van de zaak niet meer op het ingediende bezwaar te reageren. Dit besliste het Hof Den Haag onlangs in een zaak die handelde om de heffing in box 3.
Bij massaal of collectief bezwaar legt de Belastingdienst een aantal soortgelijke zaken voor aan de rechter. Als de uitspraak van de rechter onherroepelijk vaststaat, doet de Belastingdienst een collectieve uitspraak op alle bezwaren die meedoen met deze massaalbezwaarprocedure. Doet een bezwaar van een belastingplichtige mee, dan hoeft deze dus niet zelf te procederen.
Een belangrijk recent voorbeeld van een collectief of massaalbezwaarprocedure is de heffing van belasting in box 3. Hierover deed de Hoge Raad eind vorig jaar uitspraak, met als belangrijkste conclusie dat de huidige heffing in strijd is met het recht. De collectief ingediende bezwaren werden daarop toegewezen.
In bovenvermelde zaak besliste het Hof dat na een uitspraak in een zaak van collectief bezwaar geen beslissing van de inspecteur meer nodig is. Het Hof besliste dit in reactie op een uitspraak van de rechtbank Den Haag. In deze zaak ging het om collectief bezwaar tegen de box 3-heffing over het jaar 2016. Dit collectief bezwaar was inmiddels afgewezen, zodat de inspecteur dit niet meer in behandeling hoefde te nemen.
Dit is volgens het Hof alleen anders, als een belastingplichtige die collectief bezwaar heeft ingediend, expliciet om een individuele uitspraak heeft verzocht. Dit was hier niet het geval.