Ben je het niet eens met een belastingaanslag of een beslissing van de belastinginspecteur? Dan kun je eerst bezwaar maken en daarna eventueel in beroep gaan bij de belastingrechter. Steeds vaker kan dit ook digitaal. Maar wat gebeurt er als een e-mail met je stukken niet aankomt?
Digitaal procederen is mogelijk via Rechtspraak.nl. Om in te loggen, kunnen burgers hun DigiD gebruiken. Rechtspersonen, zoals een bv, dienen hiervoor eHerkenning te gebruiken. Partijen kunnen elkaar berichten en stukken digitaal toesturen. Daarbij is wettelijk bepaald dat wanneer berichten naar de procederende partij zijn verzonden, deze hiervan via email bericht ontvangt. Alleen wanneer de partij heeft aangegeven geen digitale berichten te willen ontvangen, worden ze via de post verzonden.
In een zaak die onlangs speelde voor rechtbank Gelderland, had een belastingplichtige beroep aangetekend tegen een uitspraak op bezwaar van zijn gemeente. Daarbij had de man ervoor gekozen om digitaal te procederen. Tijdens de procedure had de rechtbank verzocht om de redenen van het beroep aan te geven. De man had hierop niet gereageerd, waarna zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.
In bovengenoemde zaak had de indiener van het beroep niet gereageerd op het verzoek om de redenen ervan aan te geven, omdat naar eigen zeggen het emailbericht waarin dit verzocht werd in zijn postvak ‘ongewenst’ terecht was gekomen. De man had het bericht dan ook te laat gezien en niet tijdig gereageerd. Daarop had de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank had het beroep zonder zitting afgewezen, omdat de gronden ervan niet waren aangegeven. Tegen een dergelijke beslissing is binnen zes weken verzet mogelijk. De man had inderdaad een verzetschrift ingediend, waarna de rechtbank onderzocht of het beroep terecht niet-ontvankelijk was verklaard.
De rechtbank stelde dat digitaal procederen een vrij nieuw fenomeen is en was van mening dat de risico’s ervan niet alleen voor rekening van de indiener van het beroep dienden te komen. Hierdoor werd men immers als gevolg van relatief beperkte formele gebreken geconfronteerd met verstrekkende juridische gevolgen. Ook telde mee dat de man zelf procedeerde en geen adviseur had ingeschakeld, plus het feit dat belastingplichtigen er niet voor werden gewaarschuwd dat berichten per ongeluk in het postvak ‘ongewenst’ terecht konden komen.
Het verzet werd dan ook toegewezen, met als gevolg dat de rechtbank zich opnieuw over het beroep diende uit te spreken.