In dit artikel gaan we in op de fiscale veranderingen voor zakelijke auto's. Vanaf 2027 geldt 12% extra belasting op fossiele auto's van de zaak bij privégebruik. Ook vervallen kortingen op bijtelling en mrb voor elektrische auto's. Verder vind je tips over leasecontracten, laadkosten en wijzigingen voor bestel- en kampeerauto’s.
Nieuw: 12% extra belasting fossiele auto van de zaak
Werkgevers, dus ook de bv die een auto ter beschikking stelt aan de dga, gaan vanaf 1 januari 2027 extra belasting betalen, een zogenaamde pseudo-eindheffing, als ze een fossiele auto van de zaak aan hun werknemer ook voor privégebruik ter beschikking stellen. Woon-werkverkeer telt daarbij als privégebruik, ook met een verklaring ‘Geen privégebruik auto’. De extra belasting bedraagt 12% over de cataloguswaarde; bij auto’s ouder dan 25 jaar gaat het om 12% over de marktwaarde. De werkgever betaalt de pseudo-eindheffing en mag deze niet doorbelasten aan de werknemer. De eigen bijdrage van de werknemer telt niet mee voor de bepaling van de pseudo-eindheffing. Lopende lease- en koopcontracten vallen nog onder een overgangsperiode, maar vanaf 1 januari 2027 moet je rekening houden met extra kosten bij nieuwe contracten.
De regeling geldt niet voor:
Overweeg vóór 2027 nog fossiele auto’s voor het eerst ter beschikking te stellen of juist te kiezen voor emissievrije auto’s. Overweeg dit ook als je nu of in de toekomst een leasecontract gaat afsluiten met een looptijd van vijf jaar.
Veel leasecontracten kennen een looptijd van vijf jaar. Vandaar dat de overgangsregeling ook maximaal vijf jaar geldt vanaf Prinsjesdag 2025. Het is dus zaak om snel in actie te komen, want nieuwe leasecontracten kunnen er vanaf 17 september 2030 al door worden geraakt.
De overgangsregeling volgt de auto. Stelde je een auto al vóór 1 januari 2027 ter beschikking aan een werknemer, dan is de overgangsregeling van toepassing op iedere werknemer die de auto vanaf 1 januari 2027 gebruikt (tot uiterlijk 16 september 2030). Anderzijds, als een werknemer vanaf 1 januari 2027 van baan wisselt en de auto ‘meeneemt’, is de overgangsregeling niet van toepassing.
Bijtelling: in 2025 nog korting op elektrische auto van de zaak
Voor privégebruik van auto’s van de zaak geldt de bekende bijtelling. In 2025 geldt voor auto’s zonder CO2-uitstoot nog een korting op de bijtelling. Vanaf 2026 vervalt dit voor alle nieuwe auto’s – elektrisch én niet-elektrisch – en geldt er een bijtelling van 22% over de volledige cataloguswaarde.
Het bijtellingspercentage bij de eerste toelating van de auto blijft zestig maanden van toepassing. Dat betekent dat een elektrische auto, een auto op waterstof of een auto op zonnepanelen die nog in 2025 wordt aangeschaft (dus datum eerste toelating uiterlijk 31 december 2025) nog gedurende vijf jaar profiteert van het lagere bijtellingspercentage.
2025 is het laatste jaar waarin je een auto kunt aanschaffen met een lager bijtellingspercentage.
De huidige korting van 25% in de bpm (de belasting op nieuwe voertuigen) voor plug-inhybride personenauto’s vervalt. Ook worden elektrische bijzondere voertuigen, zoals rolstoelvoertuigen, voor de bpm gelijkgesteld aan normale elektrische voertuigen.
Mrb: in 2026 hogere korting elektrische auto, daarna afbouw
Elektrische auto’s zijn door het gewicht van accu’s voor de voortbeweging zwaarder dan vergelijkbare auto’s met fossiele brandstoffen. In verband hiermee krijgen elektrische auto’s momenteel een korting van 75% op de mrb (motorrijtuigenbelasting). Deze korting wordt per 2026 verlaagd naar 30% en tot en met 2028 gehandhaafd. In 2029 wordt de korting verder verlaagd naar 25% en per 2030 helemaal afgeschaft. Oorspronkelijk zou de korting verminderd worden naar 25% in de periode 2026 tot en met 2029.
Ondernemers die op eigen terrein of op gehuurd terrein een infrastructuur aanleggen voor het laden van elektrische voertuigen, konden vanaf 25 maart 2025 SPRILA aanvragen. De budgetten voor investeringen in een stationaire batterij voor andere aanvragers dan ov-concessiehouders of touringcarbedrijven zijn al overtekend. Voor de aanleg van laadinfrastructuur met AC-laadstations, de aanleg van laadinfrastructuur met DC-laadstations voor andere aanvragers dan ov-concessiehouders of touringcarbedrijven en voor de aanleg van laadinfrastructuur voor DC-laadstations en investeringen in een stationaire batterij voor ov-concessiehouders of touringcarbedrijven, is nog wel budget aanwezig.
Aanvragen van de SPRILA kan tot 19 december 2025 12.00 uur. Het is nog niet bekend of de subsidie ook in 2026 beschikbaar is.
Het percentage aan bijtelling voor de auto van de zaak geldt gedurende een termijn van maximaal zestig volle kalendermaanden. Daarna is het dan geldende percentage van toepassing (bij auto’s van vóór 2017 moet u zelfs uitgaan van 25% in plaats van 22%). Heeft u een elektrische auto van de zaak die in 2021 op kenteken is gezet, houd er dan rekening mee dat de lage bijtelling van 12% tot een cataloguswaarde van € 40.000 in 2026 verloopt. Vanaf dat moment geldt voor die auto een bijtelling van 22% over de gehele cataloguswaarde. Vanaf 2026 geldt namelijk geen korting meer op de bijtelling voor elektrische auto’s.
Door de hogere bijtelling is het wellicht voordeliger de auto in privé te gaan rijden. Deze optie bestaat voor dga’s en overige werknemers, maar in beginsel niet voor de ondernemer in de inkomstenbelasting. Als je ondernemer bent in de inkomstenbelasting, moet je namelijk een bijzondere reden hebben om de auto voortaan tot het privévermogen te rekenen. Gebruik je de auto vanaf 2026 echter minder dan 10% zakelijk, dan ben je zelfs verplicht de auto als privé aan te merken. Op deze manier kun je de bijtelling dus wel ontgaan. Bij overname van de auto in privé vervalt de bijtelling, moeten alle autokosten privé betaald worden en kan voor zakelijke kilometers, inclusief woon-werkverkeer, een belastingvrije vergoeding van € 0,23/km worden gegeven.
Wordt de bijtelling voor jou in 2026 fors hoger, dan kun je ook overwegen de auto vanaf 1 januari 2026 aantoonbaar nog maximaal 500 km privé te gebruiken en zo de bijtelling voorkomen.
Als je jouw werknemer een elektrische auto van de zaak ter beschikking hebt gesteld, mag je de oplaadkosten belastingvrij vergoeden. Wordt de auto thuis opgeladen, dan kun je uitgaan van de integrale kostprijs. Om die te berekenen, moeten de vaste en variabele kosten gedeeld worden door het aantal verbruikte kWh aan elektriciteit. De vermindering van energiebelasting kun je buiten beschouwing laten, voor zover deze al wordt opgebruikt door het privégebruik van de stroom door de werknemer. Gebruikt de werknemer zonnepanelen om elektriciteit op te wekken, dan maakt een evenredig deel van de afschrijvingskosten deel uit van de kostprijs en kun je dit ook onbelast vergoeden. Een eventueel prijsplafond vermindert de kosten en dus ook de onbelaste vergoeding.
Je kunt ook met jouw werknemer een contract afsluiten omtrent de te vergoeden kostprijs. In een dergelijk contract zal het tarief in combinatie met de duur van het contract in overeenstemming moeten zijn met de prijs in de markt. Daarbij is het moment waarop je afspraken maakt, bepalend. Gebruikt de werknemer voor het opladen een openbare laadpaal, dan kunnen deze kosten ook onbelast worden vergoed. Bij discussie over de vraag of je meer hebt vergoed dan de kostprijs, ligt de bewijslast bij de inspecteur.
Voor een ter beschikking gestelde auto geldt in beginsel een bijtelling bij het inkomen, waarover belasting moet worden betaald. Deze bijtelling geldt ook voor bestelauto’s. Er bestaat wel een uitzondering voor bestelauto’s die door meerdere werknemers doorlopend afwisselend worden gebruikt, waardoor het privévoordeel moeilijk is vast te stellen. Via de bekende bijtelling wordt rekening gehouden met het voordeel dat de belastingplichtige heeft van een ter beschikking gestelde auto die ook voor privédoeleinden kan worden gebruikt. Dit voordeel is geringer als een bestelauto door meerdere werknemers zakelijk en privé kan worden gebruikt. Daarom geldt er dan geen bijtelling, maar betaalt de werkgever in 2025 via een eindheffing een bedrag van € 438, ofwel € 138 meer dan vorig jaar. Omdat de eindheffing wordt geïndexeerd, stijgt deze in 2026 naar € 451.
Voor kampeerauto’s geldt dat een kwart van het standaardtarief van de wegenbelasting betaald moet worden (het kwarttarief). Vanaf 2026 wordt dit kwarttarief vervangen door een halftarief. Voor kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd, geldt momenteel al een halftarief, maar dit vervalt per 2026.
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2025 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.