13 mei 2025

Gelijke regels voor lijfrente-uitkering vanaf 2026

Het kabinet wil per 1 januari 2026 twee belangrijke regels rondom lijfrenten aanpassen.

Aanpassing uiterste ingangsdatum lijfrenteverzekering, -rekening en -beleggingsrecht

Een voorwaarde voor een aftrekbare lijfrente is dat de lijfrenteverzekering uiterlijk ingaat in het jaar waarin de belastingplichtige de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd. De lijfrente kan worden uitgekeerd met een jaarbetaling achteraf, waardoor de eerste termijn uiterlijk in het jaar van de AOW plus zes jaar kan geschieden.

Dit is voor een lijfrenterekening en een lijfrentebeleggingsrecht anders. Voor deze lijfrenten moet de eerste termijn uiterlijk worden uitgekeerd in het jaar van AOW plus vijf jaar.

Het kabinet wil deze ongelijkheid wegnemen. In de wet wordt daarom vanaf 1 januari 2026 opgenomen dat ook de eerste termijn van een lijfrenteverzekering vanaf 1 januari 2026 uiterlijk moet worden uitgekeerd in het jaar van AOW plus vijf jaar.

Aanpassing termijn ingaan lijfrente ter voorkoming van afkoop

Een lijfrente die op de in de overeenkomst overeengekomen einddatum nog niet tot uitkering komt, omdat de omvang van de termijnen nog moet worden vastgesteld, wordt na verloop van een bepaalde tijd geacht te zijn afgekocht. Nu is dat wettelijk:

  • op 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar van de in de overeenkomst overeengekomen datum bij leven, en
  • op 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar van de in de overeenkomst overeengekomen datum bij overlijden.

De Belastingdienst kan deze termijn verlengen als door bijzondere omstandigheden de omvang van de termijnen nog niet is vastgesteld of omzetting van de lijfrente nog niet heeft plaatsgevonden. De Belastingdienst ontvangt per jaar zo’n 4.000 verzoeken voor termijnverlenging.

Mede daarom wil het kabinet vanaf 1 januari 2026 niet langer aansluiten bij de in overeenkomst overeengekomen einddatum. Vanaf 1 januari 2026 wordt daarom in de wet opgenomen dat de uiterste termijn van uitkering van de eerste lijfrentetermijn:

  • bij leven is 31 december van het jaar na het jaar van AOW plus vijf jaar, en
  • bij overlijden is 31 december van het tweede jaar na overlijden.

In de wet wordt vanaf 1 januari 2026 ook opgenomen dat de Belastingdienst de termijnen kan verlengen als door bijzondere omstandigheden geen termijnen zijn uitgekeerd.

Fiscale verzamelwet 2026

De aanpassingen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026 welke onlangs aan de Tweede Kamer is aangeboden. De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met dit wetsvoorstel. De wetswijzigingen zijn daarom nog niet definitief.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Nieuwe wet pakt ongelijke verdelingen bij huwelijkse voorwaarden fiscaal aan
Het kabinet wil een eind maken aan constructies waarbij partners in het zicht van overlijden of echtscheiding fiscaal voordeel behalen door een ongelijke verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap of via een aangepast verrekenbeding. Een wetswijziging ligt ter consultatie en zal deel uitmaken van het Belastingplan 2026.
Lees verder
arrow right
Uitzendregeling: wie mag er in je woning wonen?
Als je tijdelijk niet in je eigen woning woont, blijft de aftrek van hypotheekrente behouden mits je gebruik maakt van de uitzendregeling. Voor deze regeling was tot nu toe een goedkeuring buiten de wet om vereist. Deze goedkeuring wordt nu echter wettelijk vastgelegd, en er vindt tevens een uitbreiding van de goedkeuring plaats.
Lees verder
arrow right
Kabinet werkt aan belastingkorting voor aandelenopties bij start-ups en scale-ups
Om start-ups en scale-ups aantrekkelijker te maken voor talentvolle werknemers, wil het kabinet een fiscale regeling invoeren waarbij aandelenopties fiscaal gunstiger worden behandeld. De regeling biedt belastingkorting en uitstel van belastingheffing en wordt naar verwachting per 2027 ingevoerd.
Lees verder
arrow right