Als ondernemer kun je onder voorwaarden je privéwoning als ondernemingsvermogen aanmerken als je deze ook zakelijk gebruikt. Maar wat gebeurt er als je de woning na een echtscheiding niet meer, of slechts gedeeltelijk, voor je bedrijf gebruikt?
Als je een bedrijfsmiddel deels privé en deels zakelijk gebruikt, kun je het onder voorwaarden tot je privévermogen rekenen, tot je ondernemingsvermogen, of gedeeltelijk tot je privé en gedeeltelijk tot je ondernemingsvermogen. Op een eenmaal gemaakte keuze kun je niet zomaar terugkomen. Hiervoor moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden.
In een zaak waarbij sprake was van echtscheiding, voerde de ondernemer (eenmanszaak) aan dat het feit dat hij de woning niet langer privé gebruikte, maar nog wel deels zakelijk, voldoende was om deze te kunnen heretiketteren. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelde vast dat de man na zijn vertrek uit de woning een appartement had gekocht en stelde daarnaast vast dat, nu de man niet meer in de voormalige eigen woning woonde, heretikettering van deze woning inderdaad was toegestaan.
Het Hof stelde echter ook vast dat desondanks de zakelijkheid van de woning dan wel aangetoond moest worden. De ondernemer slaagde hierin echter niet. Volgens het Hof was het uiteindelijk niet aannemelijk dat de woning van de inmiddels ex-partner nog steeds zakelijk werd gebruikt. Bovendien woonde de ex-partner van de man nog in de woning samen met hun drie kinderen en was het volgens het Hof ook niet aannemelijk dat zij de werkkamer niet ook deels gebruikten.
De conclusie was dan ook dat de zakelijkheid van de werkkamer niet was aangetoond, zodat deze niet als ondernemingsvermogen kon worden aangemerkt.