18 september 2025

Miljoenennota 2026: ondernemingen en ondernemers

Van de aanpassing van de schijven en arbeidskorting in box 3 tot de verlaging van de zelfstandigenaftrek en vereenvoudigingen in btw-regels. Het Belastingplan 2026 brengt opnieuw belangrijke veranderingen met zich mee. We zetten de belangrijkste punten hieronder voor jou als mkb-ondernemer uiteen.

Aanpassing schijven, tarieven en arbeidskorting box 1

Vanaf 1 januari 2026 wijzigen de hoogte en de tarieven van de eerste en de tweede schijf in box 1. De eerste schijf stijgt van € 38.441 (2025) naar € 38.883 (2026). De tweede schijf stijgt van € 76.817 (2025) naar € 79.137 (2026). De tarieven veranderen mee. Het tarief van de eerste schijf daalt van 35,82% (2025) naar 35,70% (2026). Het tarief van de tweede schijf stijgt van 37,48% (2025) naar 37,56% (2026). Het tarief van de eerste schijf van de AOW daalt van 17,92% naar 17,8%.

Tarief inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2026

Belastbaar inkomen meer dan (€)Maar niet meer dan (€)Tarief 2026 (%)
Eerste schijf38.88335,7
Tweede schijf38.88379.13737,56
Derde schijf79.137-49,5

Let op!

De verlaging van het box 1-tarief betekent ook dat de aftrekposten in box 1 tegen het tarief van 37,56% in aftrek worden gebracht. Denk aan de renteaftrek eigen woning en de mkb-winstvrijstelling.

Geen tariefwijzigingen box 2

De tarieven in box 2 blijven in 2026 gelijk. Wel worden de schijven geïndexeerd. De eerste schijf stijgt van € 67.804 (2025) naar € 68.843 (2026) en wordt belast tegen 24,5%. Het bedrag daarboven valt in de tweede schijf en wordt belast tegen 31%. Fiscaal partners mogen beiden de eerste schijf toepassen.

Tip!

Wil je dit jaar nog een dividenduitkering doen? Gebruik dan de eerste schijf: maximaal € 67.804 of € 135.608 bij fiscaal partners. Een hogere dividenduitkering kun je beter uitstellen naar 2026.

Let op!

Dividenduitkeringen beïnvloeden ook de algemene heffingskorting, jouw vermogen in box 3 en eventuele excessieve leningen. Overleg met jouw adviseur of een uitkering in 2025 voordelig is.

Tip!

Heeft jouw partner geen eigen inkomen? Dan kan dividend uitkeren gunstig zijn om de algemene heffingskorting optimaal te benutten.

Let op!

Heb je als aanmerkelijkbelanghouder een schuld van meer dan € 500.000 (exclusief eigenwoningschulden)? Dan heb je tot 31 december 2025 de tijd om deze af te lossen. Anders betaal je box 2-belasting over het bedrag boven de € 500.000.

Ongewijzigde tarieven vennootschapsbelasting

De tarieven en schijven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Winst tot en met € 200.000 wordt belast tegen 19%. Het bedrag daarboven tegen 25,8%.

Verlaging zelfstandigenaftrek; mkb-winstvrijstelling blijft gelijk

De zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers in de inkomstenbelasting mogen aftrekken van hun winst als ze minimaal 1.225 uur hebben gewerkt. Het kabinet heeft in het Belastingplan 2023 besloten de zelfstandigenaftrek stapsgewijs te verlagen, om zo het fiscale verschil tussen werknemers en zelfstandigen kleiner te maken.

De zelfstandigenaftrek gaat van € 2.470 (2025) naar € 1.200 (2026) en wordt uiteindelijk verlaagd tot € 900 in 2027. Starters houden recht op € 2.123. Voor ondernemers die AOW-gerechtigd zijn, geldt een verlaging naar 50% van het bedrag aan zelfstandigenaftrek.

Voor ondernemers en zzp’ers blijft de mkb-winstvrijstelling in 2026 12,7%.

Let op!

Vanaf 2027 dalen de stakingsaftrek en meewerkaftrek met 75%. In 2030 worden ze volledig afgeschaft. Deze wijzigingen staan in de Voorjaarsnota 2025, maar niet in het Belastingplan 2026.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) is bij reële bedrijfsoverdrachten te voorkomen dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt door de belastingdruk. Je kunt daarom met een fiscale stimulans het stokje aan de volgende generatie doorgeven. De regelingen spelen daarom een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven.

Eind 2024 zijn diverse wetswijzigingen in de BOR en DSR aangenomen die per 1 januari 2026 in werking treden. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de regelingen beter te richten op echte ondernemingen en om constructies en misbruik tegen te gaan.

Wat verandert er in de bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling per 2026?

  • Het begrip preferente aandelen is uitgebreid: aandelen met een wezenlijke voorrang op winst of liquidatieopbrengsten worden als preferent gezien. Ten aanzien van preferente aandelen gelden de BOR en de DSR niet (behoudens uitzonderingen).
  • De regelingen gelden nog uitsluitend voor gewone aandelen met een belang van minimaal 5%. Opties en winstbewijzen vallen buiten de regelingen.
  • De regels rondom herstructureringen tijdens de bezits- en voortzettingstermijn worden versoepeld.
  • Voor schenkers wordt de bezitstermijn van vijf jaar verlengd. Is de schenker bij overdracht zes jaar (of meer) ouder dan de AOW-leeftijd? Dan telt elk extra jaar voor zes maanden extra bezitstermijn.
  • Voor erflaters wordt de bezitstermijn van één jaar verlengd. Is de erflater bij overlijden meer dan twee jaar ouder dan de AOW-leeftijd? Dan komt er per extra jaar zes maanden bij.
  • De (onbedoelde) dubbele BOR wordt beperkt: je mag de bedrijfsopvolgingsregeling nog slechts één keer toepassen op dezelfde ondernemingen. Schenken, terugkopen en opnieuw schenken is dus niet meer mogelijk.
  • Vanaf 2026 tellen ook schulden mee die horen bij het ter beschikking gestelde onroerend goed. Hiermee wordt een eerdere omissie in de regeling hersteld.

Tip!

Overweeg je om jouw onderneming op (lange) termijn over te dragen aan jouw kinderen? Dan kan het verstandig zijn om samen met jouw adviseur de timing van de overdracht te herzien.

Samentelbepaling maximale investeringsbedrag energie-investeringsaftrek

Bedrijven en ondernemers die investeren in energiezuinige bedrijfsmiddelen mogen 40% van die investering extra aftrekken van de winst. De grens ligt bij € 151 miljoen per jaar (2025), daarna vervalt de extra aftrek. Investeer je (mede) via een samenwerkingsverband, zoals een vof? Dan kun je boven de grens van € 151 miljoen uitkomen en onbedoeld de aftrek verhogen. Het kabinet wil dit voorkomen. Daarom tellen investeringen in een samenwerkingsverband mee met de eigen investeringen. De grens blijft € 151 miljoen.

Btw-vrijstelling voor sociale en culturele diensten ook bij winst

Op dit moment geldt de btw-vrijstelling voor diensten van sociale of culturele aard alleen als de aanbieder géén winst beoogt. In april 2023 besliste de Hoge Raad dat de uitzondering in lagere regelgeving juridisch niet houdbaar was. Daardoor moesten sommige instellingen ineens 21% btw gaan rekenen, wat leidde tot hogere kosten voor maatschappelijke dienstverlening.  

  

In de Fiscale verzamelwet 2026 wordt de btw-vrijstelling uitgebreid naar instellingen die winst beogen, zolang zij sociale of culturele diensten verrichten. Denk aan schuldhulpverlening, beschermingsbewind en curatele, jeugdhulp, maatschappelijk werk, dagverblijven voor gehandicapten en preventieve jeugdinterventies. 

Let op!

Breng je nu btw in rekening? Dan moet je mogelijk eerder afgetrokken btw op jouw investeringen opnieuw beoordelen en corrigeren.

Bezwaar en beroep mogelijk bij btw-aangifte met nihil-saldo 

Vanaf 2026 kun je ook bezwaar maken tegen een btw-aangifte met een nihil-saldo. Een nihilaangifte ontstaat wanneer de verschuldigde btw en de voorbelasting gelijk zijn. Hierdoor is er geen btw te betalen of terug te krijgen. Tot nu toe was het onduidelijk of je in zo’n situatie bezwaar kon maken. Door de Fiscale verzamelwet 2026 verandert dit en geldt de nihilaangifte voortaan als een voldoening op aangifte. Dit betekent dat de gebruikelijke bezwaarprocedure hier van toepassing is.

  

Aanpassing aftrek gemengde kosten

Werkgevers die vennootschapsbelastingplichtig zijn, hebben te maken met een aftrekbeperking voor kosten met een privé-element. Denk daarbij aan eten, drinken en representatie. De aftrekbeperking sluit aan bij het loonbegrip uit de Wet op de loonbelasting 1964. Sinds de invoering van de werkkostenregeling telt ook de vrije ruimte mee als loon. Over dit loon is geen loonheffing betaald, maar het vergroot wel de aftrekmogelijkheid in de vennootschapsbelasting.

Vanaf 1 januari 2026 telt alleen het fiscale loon mee waarop loonheffing is ingehouden. Dit vind je in de verzamelloonstaat. Dat maakt de toepassing eenvoudiger, maar verkleint de aftrekmogelijkheden voor jou als werkgever.

Tip!

Beoordeel tijdig jouw WKR-administratie. Mogelijk heb je in 2025 nog vrije ruimte of kom je juist tekort richting de maanden waar je zaken wilt schenken aan jouw personeel. Je kunt nu al rekening houden met de extra kosten die een overschrijding van de vrije ruimte kan opleveren.

Uitstel van betaling zonder rente bij omzetting in bv door buitenlandse ondernemer

Op dit moment is er geen wettelijke basis voor renteloos uitstel van betaling voor een buitenlandse ondernemer die zijn onderneming omzet in een bv of nv. De wet wordt aangepast, zodat deze aansluit bij het Besluit geruisloze omzetting. Bij een geruisloze omzetting naar een bv of nv wordt daarom het uitstel op de conserverende aanslag voortaan renteloos verleend. Deze aanslag wordt opgelegd om de Nederlandse aanmerkelijkbelangclaim veilig te stellen.

Deze regeling is vooral van belang voor buitenlandse belastingplichtigen. Door belastingverdragen kan de Belastingdienst de box 2-claim soms niet innen. In dat geval verleent de fiscus renteloos uitstel van betaling voor het geconserveerde bedrag.

Wijziging kleineondernemersregeling

Sinds 1 januari 2025 kunnen Nederlandse ondernemers ook gebruikmaken van de kleineondernemersregeling (KOR) van andere EU-lidstaten. Dit is interessant voor ondernemers die grensoverschrijdend werken en onder de omzetgrens blijven

De KOR biedt een btw-vrijstelling voor kleine ondernemers met een beperkte omzet. Nieuw is dat de regeling ook in andere EU-landen geldt, mits een totale EU-omzet onder de € 100.000 blijft. Per land kan een ander grensbedrag gelden, in Nederland is dit € 20.000.

Voorwaarde is dat je elk kwartaal omzetinformatie moet aanleveren, zodat de EU-lidstaten kunnen controleren of ondernemers aan de voorwaarden voldoen. De oorspronkelijke wettekst over deze rapportageverplichting leidde tot verwarring. De wet wordt aangepast, zodat helder is welke informatie je wanneer moet aanleveren.

Fonds voor gemene rekening

Vanaf 2025 zijn fondsen voor gemene rekening niet langer fiscaal transparant en daarmee belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Dit heeft in de praktijk geleidt tot enkele knelpunten. Om die reden loopt er een onderzoek naar de definitie van het fonds voor gemene rekening. De mogelijke uitkomst hiervan is dat vanaf 2027 een fonds voor gemene rekening weer fiscaal transparant wordt als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

In de praktijk zou dit leiden tot een korte belastingplichtige periode voor het fonds van gemene rekening van 1 januari 2025 t/m 31 december 2026. Om dit te voorkomen, is overgangsrecht opgenomen, zodat het fonds ook in deze periode transparant blijft.

Voor het overgangsrecht is geen actie nodig. Meldt het fonds zich niet vóór 28 februari 2026 aan als belastingplichtige? Dan geldt het overgangsrecht automatisch.

Let op!

Het overgangsrecht geldt alleen voor fondsen voor gemene rekening die al op 31 december 2024 bestonden.

Tip!

Voldoe je waarschijnlijk niet aan de voorwaarden van het overgangsrecht? Meld je dan uiterlijk 28 februari 2026 bij de Belastingdienst aan.

Bij de samenstelling van de teksten is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Miljoenennota 2026: tarieven
Vanaf 1 januari 2026 wijzigen diverse belastingregels. De inflatiecorrectie wordt beperkt toegepast en de schijven, tarieven en heffingskortingen veranderen. Ook ondernemersaftrekken, box 3, overdrachtsbelasting en kansspelbelasting worden aangepast. In dit overzicht lees je de belangrijkste wijzigingen uit het Belastingplan 2026.
Lees verder
arrow right
Miljoenennota 2026: vastgoed
De woningmarkt blijft een lastig dossier voor de regering. In het Belastingplan 2026 verandert het tarief van de overdrachtsbelasting, wordt de leegwaarderatio aangepast en wordt beleggen in huur- en tweede woningen aantrekkelijker. Voor verhuur en logies gelden daarentegen strengere btw-regels. We hebben de belangrijkste wijzigingen voor je op een rij gezet.
Lees verder
arrow right
Miljoenennota 2026: werkgever
De afgelopen jaren konden ondernemers profiteren van een lagere bijtelling voor zakelijke elektrische auto’s. Aan die regeling komt in 2026 definitief een einde. De fiscale voordelen voor volledig elektrische auto’s worden verder afgebouwd. Deze maatregel maakt deel uit van het Belastingplan 2022 en is dus niet nieuw.
Lees verder
arrow right