18 september 2025

Miljoenennota 2026: tarieven

Vanaf 1 januari 2026 wijzigen diverse belastingregels. De inflatiecorrectie wordt beperkt toegepast en de schijven, tarieven en heffingskortingen veranderen. Ook ondernemersaftrekken, box 3, overdrachtsbelasting en kansspelbelasting worden aangepast. In dit overzicht lees je de belangrijkste wijzigingen uit het Belastingplan 2026.

In 2026 past de overheid de jaarlijkse inflatiecorrectie op de belastingschijven en heffingskortingen in de inkomstenbelasting nog maar beperkt toe. Per 1 januari 2026 is de wettelijke inflatiecorrectie 2,9%. Echter is in de voorstellen opgenomen dat de inflatie niet meer volledig wordt meegenomen. Daardoor kan jouw belastingdruk (ook als particulier) stijgen, zeker bij oplopende prijzen. De beperking van de inflatiecorrectie is een budgettair alternatief voor de verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport, die uiteindelijk niet doorgaat.

Aanpassing schijven, tarieven en arbeidskorting box 1

Vanaf 1 januari 2026 wijzigen de hoogte en de tarieven van de eerste en de tweede schijf in box 1. De eerste schijf stijgt van € 38.441 (2025) naar € 38.883 (2026). De tweede schijf stijgt van € 76.817 (2025) naar € 79.137 (2026). De tarieven veranderen mee. Het tarief van de eerste schijf daalt van 35,82% (2025) naar 35,70% (2026). Het tarief van de tweede schijf stijgt van 37,48% (2025) naar 37,56% (2026). Het tarief van de eerste schijf van de AOW daalt van 17,92% naar 17,8%.

Tarief inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2026

Belastbaar inkomen meer dan (€)Maar niet meer dan (€)

Tarief 2026 (€)

Eerste schijf

-38.883
35,7

Tweede schijf

38.88379.13737,56
Derde schijf79.137-49,5

Let op!

De verlaging van het box 1-tarief betekent ook dat de aftrekposten in box 1 tegen het tarief van 37,56% in aftrek worden gebracht. Denk aan de renteaftrek eigen woning en de mkb-winstvrijstelling.

Heffingskortingen: lichte verhoging arbeidskorting

Naast de aanpassing van de schijven en tarieven stijgt ook de arbeidskorting. Deze loopt in 2026 van € 996 (2025: € 980) tot € 5.712 (2025: € 5.599).

Heffingskortingen2025 (€)2026 (€)
Algemene heffingskorting maximaal (< AOW-leeftijd)3.0683.115
Arbeidskorting (maximaal)5.5995.712
Jonggehandicaptenkorting909923
Maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting2.9863.032
Ouderenkorting (maximaal)2.0352.067
Alleenstaandeouderkorting531540
Afbouwpercentage van de arbeidskorting6,51%

6,51%


Afbouw zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling

Voor ondernemers en zzp’ers blijft de mkb-winstvrijstelling in 2026 12,7%. De zelfstandigenaftrek daalt fors: van € 2.470 (2025) naar € 1.200 (2026).

Let op!

In de Voorjaarsnota 2025 is aangekondigd dat de stakingsaftrek en meewerkaftrek vanaf 2027 met 75% worden verlaagd en in 2030 volledig verdwijnen. Dit zien we niet terug in het Belastingplan 2

Geen tariefwijzigingen box 2

De tarieven in box 2 blijven in 2026 gelijk. Wel worden de schijven geïndexeerd. De eerste schijf stijgt van € 67.804 (2025) naar € 68.843 (2026) en wordt belast tegen 24,5%. Het bedrag daarboven valt in de tweede schijf en wordt belast tegen 31%. Fiscaal partners mogen beiden de eerste schijf toepassen.

Tip!

Wil je dit jaar nog een dividenduitkering doen? Gebruik dan de eerste schijf: maximaal € 67.804 of € 135.608 bij fiscale partners. Een hogere dividenduitkering kun je beter uitstellen naar 2026.

Let op!

Dividenduitkeringen beïnvloeden ook de algemene heffingskorting, jouw vermogen in box 3 en eventuele excessieve leningen. Overleg met jouw adviseur of een uitkering in 2025 voordelig is.

Tip!

Heeft jouw partner geen eigen inkomen? Dan kan dividend uitkeren gunstig zijn om de algemene heffingskorting optimaal te benutten.

Let op!

Heb je als aanmerkelijkbelanghouder een schuld van meer dan € 500.000 (exclusief eigenwoningschulden)? Dan heb je tot en met 31 december 2025 de tijd om deze af te lossen. Anders betaal je box 2-belasting over het bedrag boven de € 500.000.

Box 3: Werkelijk rendement vanaf 2028, lager heffingsvrij vermogen en einde groen beleggen

Tot 2028 blijft de belasting in box 3 gebaseerd op een fictief rendement. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze methode mogelijk in strijd is met het eigendomsrecht. Vanaf 2028 wordt daarom het werkelijk rendement belast. Tot die tijd worden enkele aanpassingen doorgevoerd in het forfaitaire systeem. 

Per 1 januari 2026 daalt het heffingsvrij vermogen van € 57.684 naar € 51.396 per belastingplichtige. Voor fiscale partners daalt dit van € 115.368 naar € 102.792. Het forfaitair rendement op overige bezittingen stijgt van 5,88% (2025) naar 7,78% (2026). Deze stijging is budgettair gemotiveerd. 

Tip!

Was jouw werkelijke rendement in eerdere jaren lager dan het forfaitaire rendement? Dien dan een opgaaf werkelijk rendement (OWR) in. Vraag jouw adviseur of dit belastingvoordeel oplevert.

De fiscale stimulans voor groen beleggen wordt afgebouwd. Voor groene beleggingen heeft box 3 een vrijstelling en een heffingskorting over de hoogte van deze beleggingen. De overheid bouwt deze mogelijkheid af. In 2026 is het nog mogelijk om van deze fiscaal-gunstige regeling te profiteren. De vrijstelling voor groene beleggingen bedraagt in 2026 nog € 26.715 per belastingplichtige en € 53.430 voor fiscale partners. Daarnaast wordt een heffingskorting toegepast van 0,1% van dit belastingvrije bedrag. Vanaf 2027 is er effectief geen fiscaal voordeel meer, dan is het bedrag van de box 3-vrijstelling voor groene beleggingen € 200 (voor partners € 400). 

Ongewijzigde tarieven vennootschapsbelasting

De tarieven en schijven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Winst tot en met € 200.000 wordt belast tegen 19%. Het bedrag daarboven tegen 25,8%.

Verlaging overdrachtsbelasting voor niet-hoofdverblijfwoningen

Per 1 januari 2026 geldt een lager tarief van 8% (2025; 10,4%) in de overdrachtsbelasting voor woningen die niet als hoofdverblijf worden gebruikt. Zo wordt investeren in huurwoningen, tweede woningen en vakantiewoningen mogelijk aantrekkelijker en kan het aanbod in het middenhuursegment wellicht groeien. Deze wijziging was al in 2024 aangekondigd.

Tariefstructuur vanaf 2026:

  • 0%: Startersvrijstelling (onder voorwaarden)
  • 2%: Voor woningen die door de koper zelf als hoofdverblijf worden gebruikt
  • 8%: Voor woningen die niet als hoofdverblijf worden gebruikt (zoals beleggingen, verhuur of recreatie)
  • 10,4%: Voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden en kantoren

Tip!

Overweeg je te investeren in een tweede woning of een woning voor verhuur? Je bespaart 2,4% overdrachtsbelasting als je deze investering in 2026 doet.

Verhoging tarief kansspelbelasting

Per 1 januari 2026 stijgt het tarief van de kansspelbelasting in Nederland naar 37,8%. Dit is een forse verhoging ten opzichte van 34,2% in 2025. Deze aanpassing was al opgenomen in het Belastingplan 2025.

JaarKansspelbelasting
202534,2%
202637,8%


Geen btw-verhoging voor cultuur, media en sport – wél voor kort verblijf

Het kabinet schrapt de plannen om het verlaagde btw-tarief van 9% in 2026 af te schaffen voor cultuur, media en sport. Het verlaagde tarief blijft bestaan voor een groot aantal diensten en producten. Het 9%-tarief blijft gelden voor:

  • Kunstvoorwerpen
  • Boeken en het uitlenen van boeken
  • Toegang tot musea, muziek- en toneeluitvoeringen
  • Toegang tot sportwedstrijden en sportdemonstraties
  • Gelegenheid tot sportbeoefening en baden
  • Optredens door uitvoerende kunstenaars
  • Digitale levering of uitlenen van boeken en toegang tot nieuwswebsites
  • Gelegenheid geven tot kamperen

Let op!

De btw-verhoging voor kort verblijf (logies) gaat wél door. Vooruitbetalingen in 2025 voor 2026 vallen al onder het algemene btw-tarief van 21%.

Afvalstoffenheffing

De geplande polymerenheffing (plasticbelasting) vanaf 2028 vervalt, omdat men verwacht dat dit tot weglekeffecten leidt. Om dit verlies aan inkomsten te compenseren, worden er verschillende maatregelen genomen. Zo vervalt vanaf 2026 de vrijstelling voor zuiveringsslib. Er komt een apart tarief voor het storten met ontheffing. En de opbrengst van de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties wordt budgettair teruggesluisd.

Daarnaast stijgt de afvalstoffenheffing fors: van € 39,70 per ton naar € 90,21 per ton in 2028 en naar € 113,81 per ton in 2035 (prijspeil 2025).

Bij de samenstelling van de teksten is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.