5 december 2025

Mogelijk toch andere partnerverdeling box 3 na rechtsherstel

De Belastingdienst verlaagt je box 3-inkomen na de massaalbezwaarprocedure. Maar als je definitieve aanslag daardoor al onherroepelijk vaststaat, kun je dan nog een andere verdeling met je fiscale partner kiezen? De Belastingdienst vindt van niet, maar een AG adviseert de Hoge Raad dit wel toe te staan.

Kerstarrest

De Hoge Raad oordeelde in 2021 in het zogenaamde Kerstarrest dat de forfaitaire box 3-heffing vanaf 2017 in strijd is met het Europees recht. De Hoge Raad bood in die casus rechtsherstel door aan te sluiten bij het werkelijke rendement. Alle bezwaarschriften die meeliepen in de massaalbezwaarprocedure werden vervolgens in een collectieve uitspraak op bezwaar op 4 februari 2022 gegrond verklaard. Hierdoor kwamen die aanslagen allemaal onherroepelijk vast te staan. Een beroep bij de rechtbank is dan niet meer mogelijk.

Andere verdeling box 3-inkomen partners

Fiscale partners kunnen hun box 3-inkomen in de aangifte onderling verdelen. In de wet is opgenomen dat een andere verdeling alleen kan tot het moment waarop de beide aanslagen onherroepelijk vaststaan. Aanslagen uit de massaalbezwaarprocedure kwamen op 4 februari 2022 onherroepelijk vast te staan. Op grond van de wet is het daarom niet meer mogelijk om de verdeling van het box 3-inkomen na 4 februari 2022 aan te passen.

De Belastingdienst stuurde echter pas ná 4 februari 2022 de nieuwe berekeningen van het box 3-inkomen op basis van het rechtsherstel. Met dit nieuwe box 3-inkomen zou in bepaalde situaties een andere verdeling van het box 3-inkomen optimaler kunnen zijn. De Belastingdienst staat dit echter niet meer toe, omdat de aanslagen op 4 februari 2022 onherroepelijk vast zijn komen te staan.

Vragen rechtbank aan Hoge Raad

Rechtbank Den Haag twijfelt aan het standpunt van de Belastingdienst. Onder meer omdat op 4 februari 2022 nog niet duidelijk was wat de collectieve uitspraak voor het box 3-inkomen van individuele belastingplichtigen zou betekenen. De nieuwe berekeningen van het box 3-inkomen werden immers pas ná die tijd bekend. De rechtbank stelde daarom de volgende vragen aan de Hoge Raad:

  1. Kan de verdeling van het box 3-inkomen nog gewijzigd worden als een aanslag onherroepelijk vast is komen te staan na een collectieve uitspraak op bezwaar als op dat moment de gevolgen van die uitspraak nog niet duidelijk zijn voor een individuele belastingplichtige?
  2. Zo ja, tot wanneer kunnen fiscale partners dan een verzoek tot wijziging doen?

Advies AG

AG Koopman adviseert de Hoge Raad om het wijzigen van de verdeling tussen fiscale partners in deze situatie toe te staan. De AG vindt dat een verzoek tot wijziging mogelijk moet zijn tot zes weken na de beschikking waarin het rechtsherstel is opgenomen. Het wachten is nu op het eindoordeel van de Hoge Raad.

Let op!

Is het in jouw situatie optimaler om te kiezen voor een andere verdeling van het box 3-inkomen? Doe dan zo spoedig mogelijk een verzoek daartoe – waar mogelijk binnen zes weken na de rechtsherstelbeschikking – samen met je fiscale partner. Mogelijk kan later door de Belastingdienst aan dit verzoek tegemoetgekomen worden. Een en ander zal afhankelijk zijn van de antwoorden van de Hoge Raad.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Aftrek zorgkosten voor elektrische aankoppelbare handbike
De kosten van een elektrische aankoppelbare handbike vallen onder de zorgkosten. Je kunt deze uitgaven aftrekken in jouw aangifte inkomstenbelasting, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Welke voorwaarden gelden er?
Lees verder
arrow right
Youngtimerleeftijd stijgt naar 25 jaar: impact vanaf 2027
Heb je een oudere auto van de zaak? Houd er dan rekening mee dat de leeftijdsgrens in de youngtimerregeling in 2026 wordt verhoogd naar 16 jaar en vanaf 2027 zelfs naar 25 jaar. Wat betekent dit voor jou?
Lees verder
arrow right
Vrijstellingen voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers
Werkgevers die hun werknemers belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen bieden, moeten normaal gesproken aangeven welke zaken dat zijn. Voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers, zoals buitenlandse werkgevers, geldt deze verplichting echter niet. Dit is recent bevestigd door een arrest van de Hoge Raad.
Lees verder
arrow right