3 september 2025

Onterecht ontslag op staande voet bij tandartspraktijk

Een tandarts in loondienst bij een tandartspraktijk werd op staande voet ontslagen omdat hij lange tijd onvindbaar was. Ondanks meerdere schriftelijke waarschuwingen reageerde hij nergens op.

Wat speelde er?

De betreffende werknemer had een tijdelijk contract, dat liep van 1 oktober 2024 tot 1 oktober 2026. Op 24 januari 2025 deelde de werknemer de werkgever mee dat hij niet meer voor hem wilde werken. Vervolgens verdween hij volledig en ondanks drie herhaalde schriftelijke waarschuwingen gaf de werknemer geen enkel teken van leven. Per 25 februari 2025 heeft de werkgever het loon stopgezet. Vervolgens is de werknemer op 28 februari 2025 op staande voet ontslagen vanwege werkweigering.

Schadevergoeding

De werkgever verzocht de rechter de werknemer te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 120.000 als gefixeerde schadevergoeding, bestaande uit het loon over de resterende contractduur vanwege het niet uitdienen van het contract.

De werknemer, die inmiddels weer boven water was, betwiste dat er een reden was voor een ontslag op staande voet. Ook kon hij niet ontslagen worden vanwege een opzegverbod, zo voerde hij aan. Daarnaast gaf hij aan dat hij vanaf 24 januari 2025 ziek was. Zijn gemachtigde had hem pas op 22 mei 2025 ziekgemeld en deze ziekmelding is destijds geaccepteerd door de door de werkgever ingeschakelde verzekeringsarts. De werknemer verzocht de rechter op zijn beurt de werkgever te veroordelen tot betalen van eerdergenoemde gefixeerde schadevergoeding.

Geen schadevergoeding voor de werkgever

De kantonrechter oordeelt dat het verzoek tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding niet toewijsbaar is, omdat er geen dringende reden was om de werknemer op staande voet te ontslaan. Een ontslag op staande voet is immers een uiterst middel, waarbij gekeken moet worden naar alle omstandigheden van het geval. De werkgever had in dit geval de loonstop kunnen voortzetten en een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter kunnen indienen.

De kantonrechter overweegt hierbij nog dat dat wellicht anders was geweest indien de werknemer met tussenpozen niet op het werk was verschenen en daarvoor officiële waarschuwingen had gehad. Door dan nogmaals zonder opgave van reden niet op het werk te verschijnen, kan bij de werkgever de maat vol zijn en een geldig ontslag op staande voet volgen. In dit geval was hiervan geen sprake.

De werkgever had op de zitting aangevoerd dat de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst maanden duurt en hij een andere tandarts wilde aannemen. De kantonrechter volgt de werkgever hierin niet, hij had in de periode van de loonstop al een andere tandarts in dienst kunnen nemen.

En geen schadevergoeding voor de werknemer

Ook het verzoek van de werknemer om schadevergoeding wordt door de rechter verworpen. Het verzoek is te laat ingediend en kan daarom niet meer worden gehonoreerd.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Hoge Raad: dertien jaar uitzendwerk is geen tijdelijk werk
Een bedrijf dat bijna dertien jaar dezelfde uitzendkracht inleent, kan zich niet beroepen op de behoefte aan een ‘flexibele schil’. Volgens de Hoge Raad kan dit misbruik van de uitzendovereenkomst opleveren.
Lees verder
arrow right
Nieuwe Wtta verplicht vergunning voor uitlenen van arbeidskrachten
De Eerste Kamer heeft op 11 november 2025 de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) aangenomen. Hiermee mogen uitleners – zowel uitzendbureaus als andere bedrijven die personeel uitlenen – dit alleen nog doen met een verplichte toelating.
Lees verder
arrow right
Loonheffing bij outplacement: wel of niet verschuldigd?
Wanneer een werknemer uit dienst gaat en je het outplacementtraject betaalt, rijst de vraag of hierover loonheffing moet worden betaald en op welk moment dat geldt.
Lees verder
arrow right