Heb je box 3-vermogen opgenomen in je aangifte inkomstenbelasting voor de jaren tot en met 2023? De verwachting is dat de Hoge Raad in augustus/september een uitspraak zal doen over box 3. Ter voorbereiding op deze uitspraken ontwikkelt de Belastingdienst alvast een digitaal formulier genaamd 'opgaaf werkelijk rendement'.
Momenteel loopt een aantal rechtszaken bij de Hoge Raad over box 3. De rechtszaken gaan over de jaren tot en met 2022, maar zullen ook gelden voor de box 3-heffing in 2023. De kans bestaat dat de Hoge Raad gaat beslissen dat de box 3-heffing moet plaatsvinden op basis van je werkelijke rendement uit jouw vermogen als dit lager is dan het rendement dat volgt uit de wettelijke bepalingen. Dat zou voor jou een gunstige ontwikkeling kunnen zijn als je werkelijke rendement inderdaad lager is.
De staatssecretaris meldt dat de box 3-arresten van de Hoge Raad in augustus en/of september 2024 worden verwacht. De Belastingdienst ontwikkelt op dit moment al een digitaal formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’ voor het geval de Hoge Raad straks voor belastingplichtigen een gunstige uitspraak doet.
Heb je box 3-vermogen dat uit meer dan alleen bank- en spaartegoeden bestaat? Dan legt de Belastingdienst, in afwachting van de box 3-arresten van de Hoge Raad, nog geen definitieve aanslag IB 2022 én 2023 aan je op. Op die manier wordt voorkomen dat alle belastingplichtigen massaal bezwaar aan moeten tekenen.
Definitieve aanslagen IB 2021 met box 3-vermogen worden momenteel ook (nog) niet opgelegd. In verband met het verjaren van de termijn waarbinnen de Belastingdienst een definitieve aanslag moet opleggen, kan dit binnenkort anders zijn.
Ontvang je daarom een definitieve aanslag IB 2021 van de Belastingdienst? Neem dan contact op met een van onze adviseurs om te overleggen of je in actie moet komen. Doe dat wel snel na ontvangst van de definitieve aanslag. De bezwaartermijn bedraagt namelijk zes weken.