Heb je een concurrentiebeding opgenomen in de arbeidscontracten van jouw werknemers? Er zijn vanuit het kabinet plannen om het concurrentiebeding te hervormen om zo onnodige beperkingen van zo’n beding en rechterlijke procedures tegen te gaan.
Een concurrentiebeding legt de vrijheid van de werknemer om na afloop van zijn dienstverband elders in dienstbetrekking dan wel als zelfstandige te gaan werken aan banden. Om die reden is het met de nodige waarborgen omgeven. Zo is het alleen rechtsgeldig als het schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer en mag het als hoofdregel alleen worden afgesproken bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Het kabinet is van plan om het concurrentiebeding met nog meer waarborgen te omgeven.
Uit onderzoek is gebleken dat inmiddels naar schatting ca. 37% van de werknemers aan een concurrentiebeding is gebonden. Eén op de drie werkgevers hanteert een concurrentiebeding, vrijwel altijd als een standaardclausule in het arbeidscontract. Deze werknemers hebben echter vaak geen toegang tot kennis en/of relaties die de concurrentiepositie van de werkgever kunnen schaden. De vraag is dan reëel of het nog wel zinvol is om deze werknemers aan een concurrentiebeding te binden.
Ook geeft ongeveer 1/3 van de werkgevers aan dat ze het concurrentiebeding gebruiken als manier om werknemers aan zich te binden terwijl de Hoge Raad in de zomer van 2022 expliciet heeft bepaald dat een concurrentiebeding daar niet voor is bedoeld.
De minister van SZW wil daarom een wetsvoorstel voorbereiden dat als doel heeft het concurrentiebeding te moderniseren. Ze is van plan de volgende voorgenomen wijzigingen verder uit te werken in een wetsvoorstel:
Het is nog niet bekend vanaf wanneer de voorgenomen wijzigingen in zouden moeten gaan. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel eind 2023 ter internetconsultatie wordt aangeboden.