Onlangs heeft de kantonrechter in Almelo bepaald dat bij het afsluiten van een vaststellingsovereenkomst (vso) met een werknemer onder bewind, de medewerking van de bewindvoerder vereist is.
De onder bewind gestelde werknemer kampte met verslavingsproblematiek. Hij was op 27 februari 2023 in dienst getreden bij de werkgever, maar is halverwege mei 2023 arbeidsongeschikt geworden vanwege genoemde verslavingsproblematiek. Partijen hebben een geschil over of de werkgever halverwege mei 2023 zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd door hem niet meer op te roepen, dan wel dat zijn arbeidsovereenkomst is geëindigd door de op 19 juni 2023 gesloten vso.
De advocaat van de werknemer schrijft aan de werkgever dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd omdat de bewindvoerder geen toestemming heeft gegeven voor het sluiten van de vso. De advocaat doet ook een beroep op het ontbreken van de vermelding van de wettelijke bedenktermijn van twee weken, waardoor de bedenktermijn drie weken bedraagt. De werkgever gaat hier niet overstag en stopt met loonbetaling. De zaak komt tot de rechter.
De rechter geeft aan dat de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende rechten zijn aan te merken als goederen die onder bewind staan. Artikel 1:438 lid 2 BW bepaalt dat tijdens het bewind de rechthebbende slechts met medewerking van de bewindvoerder of, indien deze niet meewerkt, met machtiging van de kantonrechter over de onder bewind staande goederen kan beschikken. Dat brengt met zich mee dat in dit geval de werknemer niet zonder medewerking van de bewindvoerder afstand kan doen van zijn rechten die uit de arbeidsovereenkomst voortvloeien.
Aangezien de medewerking van de bewindvoerder ontbrak bij het sluiten van de vso, is deze ongeldig. Dit betekent dat het loon moet worden doorbetaald.
Dan is nog interessant de vraag wie in rechte betrokken moet worden bij een procedure met de onder bewind gestelde werknemer. Hier geldt in feite hetzelfde. Deze werknemer is op grond van artikel 1:441 BW niet bevoegd in de procedure op te treden. De bewindvoerder geldt namelijk als de formele procespartij. Wordt de bewindvoerder niet in de procedure betrokken, dan volgt een niet-ontvankelijkverklaring van het ontbindingsverzoek.
Het is dus altijd handig om bij ontslag eerst het curatele- en bewindregister te checken!