Op 13 september jongstleden presenteerde het kabinet het Regeerprogramma. Dit programma omvat een uitgebreid pakket aan fiscale maatregelen die, volgens het kabinet, gericht zijn op het versterken van het ondernemingsklimaat, de bestaanszekerheid, en het bieden van fiscale stabiliteit en voorspelbaarheid. Hieronder wordt een top 10 van concrete fiscale maatregelen gegeven.
Het kabinet introduceert verschillende lastenverlichtingen voor bedrijven, waaronder:
Het kabinet streeft naar een stabiel en voorspelbaar fiscaal beleid. Expliciet worden het reguliere Vpb-tarief genoemd, een aantrekkelijke fiscale kenniswerkersregeling, de WBSO en de innovatiebox. Het lijkt erop dat hiermee het kabinet uitspreekt dat deze regels en tarieven onveranderd blijven.
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting voor beleggers wordt verlaagd van 10,4 naar 8%. Dit tarief geldt voor alle onroerende zaken, behalve de eigen woning. Deze maatregel moet investeren in (huur)woningen aantrekkelijker maken.
Er wordt een extra derde schijf in de inkomstenbelasting geïntroduceerd en er komt een verlaging van het tarief in de eerste schijf. Het doel is meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale belastingdruk voor burgers. Het kabinet financiert deze lastenverlichting deels door het verlagen van de algemene heffingskorting. Na Prinsjesdag kunnen we de concrete cijfers en tarieven zien.
De huidige regeling rond de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait blijft ongewijzigd.
Er komt een tegenbewijsregeling voor box 3, waardoor verhuurders de mogelijkheid krijgen om het werkelijke rendement over hun gehele vermogen aan te tonen bij de Belastingdienst.
Deze maatregel wordt ingevoerd om de hogere uitstoot van langeafstandsvluchten zwaarder te belasten. De verhoging van de vliegbelasting wordt per 1 januari 2027 ingevoerd via een apart wetstraject of wordt opgenomen in het Belastingplan 2026.
Het tarief van de energiebelasting op aardgas zal in de eerste en tweede schijf worden verlaagd. Dit is bedoeld om de energierekening voor huishoudens te verlagen.
Het kabinet is van plan om per 2028 een heffing op plastic in te voeren waarbij ook wordt gekeken naar mogelijke alternatieve beprijzingsmaatregelen voor het stimuleren van circulair plastic. De heffing op plastic en/of alternatieve beprijzingsmaatregelen hebben een beoogde netto-opbrengst van € 547 miljoen structureel.
Er komt een wetsvoorstel voor beëindiging van de salderingsregeling voor kleinverbruikers met ingang van 1 januari 2027.
Veel plannen zijn al eerder aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord van mei. De verwachting is dat een aantal plannen in uitgewerkte vorm zal terugkomen op Prinsjesdag 2024.