Bij ontslag van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer moet je als werkgever een transitievergoeding betalen. Hoe zit het met de hoogte van de transitievergoeding als een werknemer veel overuren heeft gemaakt?
In een zaak ontsloeg een werkgever een langdurig arbeidsongeschikte vrachtwagenchauffeur en betaalde hem vervolgens een transitievergoeding uit. Hij richtte zich daarna tot het UWV om daar compensatie te krijgen. Het UWV compenseerde echter niet het hele bedrag aan uitbetaalde transitievergoeding. Het UWV ging namelijk uit van de contractueel overeengekomen arbeidsduur van 40 uur per week en hield in tegenstelling tot de werkgever geen rekening met de door de werknemer gemaakte overuren.
Nadere regelgeving is te vinden in het Besluit vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding. Daarin staat dat bij de bepaling van de transitievergoeding het bruto uurloon vermenigvuldigd moet worden met het aantal overeengekomen arbeidsuren per maand. Bij een wisselende arbeidsduur moet daarentegen worden uitgegaan van een gemiddeld aantal gewerkte uren per maand, berekend over een periode van twaalf maanden. Tot het loon behoren de vakantiebijslag, de eindejaarsuitkering, de vaste looncomponenten (op basis van het gemiddelde van de laatste twaalf maanden voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst) en de overeengekomen variabele looncomponenten op basis van het gemiddelde van de laatste drie jaar voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst, maar zonder daarbij perioden van arbeidsongeschiktheid mee te tellen.
In de Regeling looncomponenten en arbeidsduur staat te lezen dat overwerkvergoedingen en ploegentoeslag tot de vaste looncomponenten behoren. Daarover bestond geen discussie. Wel over de vraag op welke wijze het brutoloon met de overwerkvergoeding moest worden vermeerderd. Met andere woorden: van welke periode moet worden uitgegaan? Het UWV berekende de overwerkvergoeding over een periode van twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de werknemer twee jaar arbeidsongeschikt was. De werknemer ontving gedurende deze periode op grond van de toepasselijke cao een (lagere) vervangende overwerkvergoeding tijdens ziekte.
Het UWV had naar het oordeel van de rechter deze periode van arbeidsongeschiktheid buiten beschouwing moeten laten en had uit moeten gaan van de gemiddelde overwerkvergoeding in de eerste twaalf maanden voorafgaand aan de ziekmelding. De periode van ziekte mag namelijk niet van invloed zijn op de hoogte van de in aanmerking te nemen overwerkvergoeding.
Ook is het UWV ten onrechte uitgegaan van een vaste arbeidsduur. Het UWV had rekening moeten houden met het vele feitelijke en structurele overwerk. Het UWV moet daarom de transitievergoeding herberekenen op basis van de gemiddelde arbeidsduur van de werknemer in de twaalf maanden die voorafgaan aan het moment waarop de werknemer arbeidsongeschikt werd.
Als werkgever kun je mogelijk compensatie krijgen bij het UWV voor de transitievergoeding. Kijk hier voor de voorwaarden.