11-03-2025

Verantwoordelijkheid voor registratie arbeidsmigranten bij uitzendbureaus

De minister van SZW wil dat uitzendbureaus verantwoordelijk worden voor een correcte registratie van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen (BRP). Momenteel zijn arbeidsmigranten zelf verantwoordelijk voor hun inschrijving, wat vaak leidt tot incorrecte registraties.

Inschrijving BRP

Arbeidsmigranten die langer dan vier maanden in Nederland willen blijven, moeten zich binnen vijf dagen na aankomst als ingezetene laten inschrijven in het register van de gemeente waar ze gaan wonen. Bij een korter verblijf kunnen zij zich inschrijven bij een Registratie Niet Ingezetenen (RNI)-loket. Regelmatig staan arbeidsmigranten ten onrechte als niet-ingezetene in de BRP. Hierdoor hebben gemeenten en andere organisaties niet goed zicht op waar arbeidsmigranten verblijven.

Verplichte ondersteuning

Arbeidsmigranten blijven zelf verantwoordelijk voor een correcte inschrijving in de BRP. Wat wijzigt is dat werkgevers die arbeidsmigranten uitlenen worden verplicht aan het begin van een dienstverband de arbeidsmigrant te ondersteunen bij de inschrijving in de BRP. Dit kan door het geven van onder meer de juiste informatie in de taal van de arbeidsmigrant. Vervolgens moet het uitzendbureau nagaan of de arbeidsmigrant daadwerkelijk staat ingeschreven.

Deze maatregelen worden onderdeel van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). De regel geldt voor alle werkgevers die arbeidsmigranten uitzenden.

Aanvullende maatregelen

De overheid werkt ook aan een stuk bewustwording bij arbeidsmigranten. Zo wordt er gewerkt aan communicatie per mail om arbeidsmigranten te wijzen op het belang van correcte registratie. Verder kunnen arbeidsmigranten bij regionale fysieke en mobiele WorkinNL-informatiepunten terecht bij vragen over registratie in de BRP. Deze WorkinNL-punten worden uitgerold over het hele land en de dienstverlening is in meerdere talen.

Btw-tarief voor online leeromgevingen: 9% of 21%?
Voor het elektronisch leveren van digitale educatieve informatie geldt het btw-tarief van 9%. De vraag werd aan de Belastingdienst gesteld of dit tarief van toepassing is op alle toegang tot online leeromgevingen. De Belastingdienst antwoordde negatief en schetste drie situaties met betrekking tot online leeromgevingen. In twee van deze gevallen moet 21% btw worden berekend, terwijl in slechts één situatie het 9% btw-tarief van toepassing is.
Lees verder
arrow right
Privégebruik motor van de zaak: zo zit het fiscaal
Steeds meer werknemers kiezen voor een motor van de zaak, bijvoorbeeld om files te vermijden. Maar hoe zit het fiscaal met het privégebruik van zo’n motor? In dit artikel lees je wat je als werkgever moet weten over het bepalen van het voordeel, de eigen bijdrage, en de toepassing van de werkkostenregeling (WKR).
Lees verder
arrow right
Voorkom belastingrente Vpb 2024 met tijdige aangifte
Vanaf 1 juli 2025 berekent de Belastingdienst 9% belastingrente over de (voorlopige) aanslag Vpb 2024. Dit kun je voorkomen door vóór 1 juni 2025 een correcte aangifte in te dienen of een correcte voorlopige aanslag aan te vragen vóór 1 mei 2025.
Lees verder
arrow right