11 november 2025

Verplichte btw-vrijstelling voor maatschappelijk werk en schuldhulpverlening vanaf 2026

Vanaf 1 januari 2026 wordt waarschijnlijk een verplichte btw-vrijstelling ingevoerd voor diverse leveringen en diensten van sociale en culturele aard.

Diensten van sociale en culturele aard

In de wet is voor instellingen die leveringen en diensten van sociale en culturele aard aanbieden én die geen winst beogen een btw-vrijstelling opgenomen. In lagere regelgeving was voor de volgende instellingen ook een btw-vrijstelling opgenomen, ook als zij wel winst beoogden:

  1. instellingen van wijkverpleging, voor zover zij niet onder een andere btw-vrijstelling vallen;
  2. dagverblijven voor gehandicapten die beschikken over een indicatiebesluit;
  3. aanbieders van preventie gericht op jeugd (als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet), mede voor het ter beschikking stellen van personeel;
  4. samenwerkingsverbanden op het gebied van multidisciplinaire eerstelijns- en geboortezorg bekostigd door de Zorgverzekeringswet;
  5. instellingen voor algemeen maatschappelijk en bedrijfsmaatschappelijk werk;
  6. jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, mede voor het verstrekken van spijzen en dranken en het ter beschikking stellen van personeel;
  7. instellingen die werkzaam zijn op het gebied van schuldhulpverlening, met uitzondering van bewindvoering in het kader van de wettelijke schuldregeling, voor zover zij niet onder een andere btw-vrijstelling vallen.

Tot 1 januari 2026: keuze tussen btw of vrijstelling

Op 14 april 2023 oordeelde de Hoge Raad dat voornoemde lagere regelgeving in strijd was met de wet. Dit betekende dat de hiervoor beschreven instelling, als zij winst beoogde, 21% btw zouden moeten berekenen en afdragen over hun diensten. In een besluit werd echter goedgekeurd dat de instellingen ook konden kiezen om de btw-vrijstelling toe te passen.

Let op!

Die keuze is alleen mogelijk als de instellingen voldoen aan de voorwaarden zoals die ook in de lagere regelgeving waren opgenomen. Het beleidsbesluit betekende dus geen uitbreiding van de btw-vrijstelling.

Vanaf 1 januari 2026: verplichte btw-vrijstelling

In het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 wordt de wet per 1 januari 2026 zo aangepast dat de lagere regelgeving niet meer in strijd is met de wet. Dit wetsvoorstel is al door de Tweede Kamer aangenomen. Als de Eerste Kamer ook instemt, is er vanaf 1 januari 2026 geen keuze meer. Alle hiervoor genoemde instellingen vallen dan verplicht weer onder de btw-vrijstelling.

Let op!

Instellingen die ervoor gekozen hebben om 21% btw te berekenen en af te dragen, moeten dus vanaf 1 januari 2026 weer verplicht de btw-vrijstelling toepassen. Zij krijgen mogelijk wel te maken met herzienings-btw. Daarbij moeten zij dan eerder in aftrek gebrachte btw op investeringsgoederen weer deels terugbetalen. Neem voor meer informatie hierover contact op met een van onze adviseurs.

Speciaal voor jou!

UITGELICHT

Differentiatie en verhoging vliegbelasting vanaf 2027
De vliegbelasting wordt vanaf 2027 zowel gedifferentieerd als verhoogd, zo blijkt uit het Belastingplan 2026. Met deze aanpassingen wil het kabinet vooral langere vluchten ontmoedigen. Daarnaast moet de maatregel zorgen voor een extra opbrengst van € 257 miljoen.
Lees verder
arrow right
Belastingheffing bij bonus- en virtuele aandelenplannen
De Belastingdienst heeft een standpunt gepubliceerd over de manier waarop belasting wordt geheven wanneer werknemers deelnemen aan een door de werkgever aangeboden bonusplan of virtuele aandelenplan.
Lees verder
arrow right
Startersvrijstelling bij sloop en herbouw van een woning
Je koopt een woning die je niet zelf gaat bewonen, sloopt deze en bouwt op dezelfde plek een nieuwe woning waar je wel permanent gaat wonen. Kan in zo’n situatie het 2%-tarief voor overdrachtsbelasting of de startersvrijstelling worden toegepast op de levering van de eerste woning?
Lees verder
arrow right