Welke fiscale regels voor de eigen woning voor jou van toepassing zijn is afhankelijk van je persoonlijke situatie. Hoe zit het met de eigenwoninglening, de renteaftrek en de versoepelingen vanwege corona omtrent het betalen van je hypotheek? Je leest het in dit artikel.
Voor een eigenwoninglening geldt dat de rente alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 jaar volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost. Naast de aflossingseis geldt de voorwaarde dat de lening is aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van de eigen woning.
Deze regels gelden in principe voor elke lening die vanaf 1 januari 2013 is afgesloten. Het kan echter zijn dat een op of na 1 januari 2013 afgesloten lening onder overgangsregels valt. Er gelden dan geen aflossingseisen.
De aflossingsverplichtingen moeten bij het aangaan van de lening in de leenovereenkomst zijn overeengekomen en ook worden nageleefd. Als op een lening te weinig wordt afgelost, is de rente op die lening in principe niet meer aftrekbaar. Gelukkig is het mogelijk om, onder voorwaarden, een tijdelijke achterstand in aflossingen te herstellen of een nieuw aflossingsschema af te spreken. Als tijdig aan deze herstelmogelijkheden wordt voldaan, blijft de renteaftrek behouden. Wordt niet tijdig aan deze herstelmogelijkheden voldaan, dan gaat de renteaftrek op dat moment verloren.
Het verlies aan renteaftrek is niet definitief. Als je de aflossingsachterstand die aanwezig was op het moment van verlies van de renteaftrek weer inhaalt, is de rente vanaf dat moment weer aftrekbaar.
Kun je vanwege de coronacrisis tijdelijk je hypotheek niet betalen, dan mag jouw geldverstrekker je een betaalpauze geven. In die periode hoef je geen (of minder) rente en aflossing te betalen voor jouw eigenwoningschuld. Je kunt een betaalpauze afspreken tot en met 30 juni 2021. Het kabinet heeft besloten dat de aftrek van je hypotheekrente door een betaalpauze onder voorwaarden niet verloren hoeft te gaan.
Voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een terugval, vergelijk je jouw arbeidsinkomen uit de hierboven gekozen periode met een kwart van je arbeidsinkomen in 2019. Of met je arbeidsinkomen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2020.
Een betaalpauze kan tot gevolg hebben dat je voorlopige aanslag over 2021 of 2022 te laag uitvalt, omdat je minder of geen hypotheekrente kunt aftrekken. Je dient je voorlopige aanslag zelf aan te passen. Door de verminderde renteaftrek valt je inkomen waarschijnlijk hoger uit. Dit kan ook gevolgen hebben voor eventuele toeslagen. Je dient de hoogte van je toeslagen ook zelf aan te passen.
Heb je een eigenwoninglening waarvoor een aflossingseis geldt en is deze lening niet afgesloten bij een in Nederland gevestigde bank, verzekeraar of andere financiële instelling, dan heb je een informatieplicht. Deze informatieplicht loopt via je aangifte inkomstenbelasting voor alle schulden die zijn aangegaan na 31 december 2015 en voor alle wijzigingen in je eerder afgesloten lening die zich voordoen vanaf 1 januari 2016. Onder de informatieplicht vallen onder andere de NAW-gegevens van de leningverstrekker, de hoogte van de lening, de looptijd en het rentepercentage.
Voldoe je niet (tijdig) aan je informatieplicht, dan is de rente niet aftrekbaar. Indien je in een later jaar alsnog de informatie verstrekt, is de rente vanaf het daaropvolgende jaar (weer) aftrekbaar.
Vanaf 2014 is de maximale renteaftrek van de hypothecaire lening jaarlijks verlaagd. Voor het jaar 2021 betekent dit dat de rente die aftrekbaar is in de hoogste belastingschijf (49,5%) niet meer tegen 49,5%, maar tegen maximaal 43% aftrekbaar is. Deze aftrekbeperking geldt zowel voor leningen die afgesloten zijn na 1 januari 2013 als voor leningen die voor die datum zijn afgesloten.
Let op!
De aftrek van de hypotheekrente wordt verder verlaagd in etappes van 3%-punt per jaar naar uiteindelijk 37,05% in 2023.
Voor een oude eigenwoninglening hoef je niet aan de aflossingseis te voldoen. Een oude eigenwoninglening is een lening die je op 31 december 2012 voor je eigen woning had (hoofdregel). In een aantal uitzonderingsgevallen wordt ook een na 31 december 2012 afgesloten lening (gedeeltelijk) aangemerkt als een oude eigenwoninglening. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien in de periode tot eind 2013 sprake is geweest van tijdelijke huur tussen twee eigen woningen in, de aankoop van een andere woning of het verrichten van onderhoud of verbetering aan de eigen woning. Daarnaast is er een regeling voor expats.
Jouw lening blijft aangemerkt als een oude eigenwoninglening als je deze (gedeeltelijk) oversluit, bijvoorbeeld bij het aflopen van je rentevaste periode of bij de aankoop van een nieuwe woning. Leen je echter een hoger bedrag, dan wordt het extra bedrag aangemerkt als nieuwe eigenwoninglening en is de rente hierover alleen aftrekbaar als aan de aflossingseisen wordt voldaan.
Vanaf 1 januari 2013 is het niet meer mogelijk om een nieuwe spaar-, verzekerings- of beleggingsproduct eigen woning af te sluiten. Heb je een spaar-, verzekerings- of beleggingsproduct gekoppeld aan de oude eigenwoninglening, dan wijzigt er niets. Deze blijft vrijgesteld in box 1. Een gekoppeld spaar-, verzekerings- of beleggingsproduct volgt het overgangsrecht dat geldt voor de oude eigenwoninglening: is jouw in 2013 afgesloten lening aan te merken als een oude eigenwoninglening, dan was het ook nog mogelijk om hier in 2013 een spaar-, verzekerings- of beleggingsproduct aan te koppelen.
In beginsel kun je vanaf 1 april 2017 vrij gebruikmaken van de vrijstelling voor je spaar-, verzekerings- of beleggingsproduct. Afkoop is over het algemeen financieel niet aantrekkelijk.
Nu de rente op een spaarrekening nagenoeg nihil is, kan de vraag opkomen of extra aflossen misschien raadzaam is. Aflossen heeft verschillende fiscale en financiële gevolgen. We zetten er een aantal op een rij:
Let op!
Of het raadzaam is om af te lossen op je hypothecaire lening, is volledig afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden. Mogelijk heb je jouw spaargeld op een later moment voor andere doeleinden nodig. Gebruik je jouw spaargeld om af te lossen, dan zit dit geld echter ‘vast’ in je woning en kun je dit alleen weer vrij besteedbaar krijgen door verkoop van de woning of het afsluiten van een nieuwe lening. Bedenk daarbij dat het niet altijd zal meevallen om een nieuwe lening af te sluiten en dat bovendien de rente die je op deze lening betaalt dan niet meer aftrekbaar is in box 1. Laat je daarom goed adviseren over je persoonlijke situatie.
Als de verkoopopbrengst van je eigen woning onvoldoende is om jouw eigenwoningschuld en de verkoopkosten te dekken, blijf je zitten met een restschuld. Als deze restschuld is ontstaan in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017, mag je de rente over deze restschuld gedurende vijftien jaar na het ontstaan van de restschuld in aftrek brengen in box 1.
Een vóór 29 oktober 2012 ontstane restschuld komt niet voor renteaftrek in aanmerking. Voor het ontstaan van de restschuld is het moment van vervreemding (veelal het moment van juridische levering) bepalend.
Je kunt onder voorwaarden ook jouw te koop staande lege of gekochte lege eigen woning onder de eigenwoningregeling houden en de rente op de bijbehorende leningen in aftrek blijven brengen; de termijn voor deze verhuisregelingen bedraagt maximaal drie jaar na het jaar waarin je de oude woning hebt verlaten. Voor jouw woning die vanaf 2018 leeg te koop staat of voor je woning die je vanaf 2018 kocht en die in 2021 nog leegstaat of in aanbouw is, heb je daarom tot en met 31 december 2021 nog renteaftrek.
Rentemiddeling biedt een mogelijkheid om tegen een lagere hypotheekrente te lenen zonder dat ineens de boeterente vanwege vervroegd aflossen betaald hoeft te worden. Bij rentemiddeling wordt de boeterente namelijk niet ineens verschuldigd, maar uitgesmeerd over de nieuwe rentevaste periode. Hiermee wordt een lagere hypotheekrente ineens bereikbaar voor een veel grotere groep. De boeterente bij rentemiddeling is eveneens aftrekbaar. Naast de boeterente kan het rentepercentage ook verhoogd worden met andere opslagen die geen verband houden met de boeterente. Bijvoorbeeld een opslag voor het risico van vroegtijdig aflossen van de hypotheekschuld. Deze andere opslagen, boven op de hypotheekrente en de boeterente, mogen in totaal niet hoger zijn dan 0,2%. In dat geval is er ook sprake van renteaftrek voor de andere opslagen.
Vanaf 2017 kan gebruik gemaakt worden van een verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eenmalige schenking voor een eigen woning. De vrijstelling bedraagt in 2021 € 105.302. Het is ook mogelijk om de schenking te spreiden over drie achtereenvolgende jaren. Bij aflossing van de eigenwoningschuld met de schenking kan zo mogelijk boeterente (deels) voorkomen worden.
Let op!
De beperking dat de schenking moet zijn gedaan van ouder aan kind geldt niet voor deze schenkingsvrijstelling. De begunstigde moet echter wel tussen de 18 en 40 jaar oud zijn.
Vanaf 1 januari 2021 is er een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor jongeren tussen 18 en 35 jaar die een eigen woning kopen en deze zelf gaan bewonen. De vrijstelling wordt vanaf 1 april 2021 beperkt tot woningen met een waarde van maximaal € 400.000. De vrijstelling geldt ook voor jongeren die al een woning bezitten en vóór hun 35ste een andere woning kopen. Op deze manier wordt bereikt dat men één keer van de vrijstelling kan genieten. De overdrachtsbelasting voor degene die niet voor de vrijstelling in aanmerking komt, blijft 2%.
Bij aanschaf van vakantiewoningen en woningen ter belegging of voor de verhuur betaal je vanaf 1 januari 2021 8% overdrachtsbelasting.
Bij het Nationaal Energiebespaarfonds kun je tegen een aantrekkelijke rente een lening afsluiten om jouw woning energiezuiniger te maken. Het bedrag van de lening moet liggen tussen de € 2.500 en € 25.000 en de looptijd bedraagt zeven, tien, vijftien of twintig jaar. De lening mag alleen gebruikt worden voor energiebesparende maatregelen.
De btw op zonnepanelen die je op jouw woning legt, kun je terugvragen bij de Belastingdienst. Wil je hier meer over weten? Neem dan contact op met onze adviseurs.
Is jouw woning ouder dan twee jaar, dan bedraagt het btw-tarief voor schilderen, stukadoren en het aanbrengen van isolatiemateriaal geen 21%, maar slechts 9%.
Wil je meer weten over de fiscale regels omtrent een eigen woning en jouw persoonlijke situatie? Neem dan gerust contact met ons op.