17 november 2025

AOW-leeftijd in 2031 blijft gelijk op 67 jaar en 3 maanden

De AOW-leeftijd blijft in 2031 gehandhaafd op 67 jaar en 3 maanden, hetzelfde als in 2030. Deze leeftijd wordt vijf jaar van tevoren vastgesteld en daarna niet meer aangepast. De berekening is gebaseerd op de levensverwachting.

Verhoging leeftijd in 2028

Op dit moment bestaat recht op AOW vanaf 67-jarige leeftijd. Vanaf 2028 wordt deze leeftijd verhoogd naar 67 jaar en 3 maanden.

Langere levensverwachting

De levensverwachting neemt wel toe, maar minder snel dan eerder voorzien. Sinds de coronapandemie was de levensverwachting wat gedaald. Een toenemende levensverwachting telt voor twee derde mee in de bepaling van de AOW-leeftijd, met een maximum van één jaar per vijf jaar. De toename was niet dermate hoog dat dit resulteerde in een hogere AOW-leeftijd in 2031.

Opbouwleeftijd

Ook de leeftijd waarop de opbouw van AOW begint, blijft met 17 jaar en 3 maanden ongewijzigd. Deze is afhankelijk van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd.

Pensioenrichtleeftijd

De pensioenrichtleeftijd blijft voor 2027 ongewijzigd op 68 jaar. Sinds de nieuwe Wet toekomst pensioenen is deze leeftijd alleen nog van belang voor het overgangsrecht met betrekking tot pensioenen.

Speciaal voor jou!

UITGELICHT

Vrijstellingen voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers
Werkgevers die hun werknemers belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen bieden, moeten normaal gesproken aangeven welke zaken dat zijn. Voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers, zoals buitenlandse werkgevers, geldt deze verplichting echter niet. Dit is recent bevestigd door een arrest van de Hoge Raad.
Lees verder
arrow right
Werkelijk rendement van personeelsobligaties in box 3
Als een personeelsobligatie een hogere rente biedt dan marktconform, wordt in box 3 alleen de marktconforme rente meegenomen als werkelijk rendement. Hoe werkt dit precies?
Lees verder
arrow right
Belastingrente IB en Vpb daalt in 2026
In 2026 gaat de belastingrente omlaag. Voor de inkomstenbelasting (IB) wordt deze waarschijnlijk 5% en voor de vennootschapsbelasting (Vpb) 7,5%. Beide tarieven liggen 1,5% lager dan in 2025.
Lees verder
arrow right