15 juli 2025

Belasting op cryptohandel met trading bot: box 1 of box 3?

Als je bijvoorbeeld handelt in aandelen, wordt de waarde van crypto’s per 1 januari meestal in box 3 belast. Dit geldt bijvoorbeeld bij puur speculatieve handel. Is dat niet zo, dan kan de handel een bron van inkomen vormen die in box 1 belast is.

Hoe zit dat bijvoorbeeld als je bij de handel in crypto’s gebruikmaakt van programmatuur die automatisch aan- en verkooporders plaatst op basis van bijvoorbeeld een bepaalde marge? In een zaak die speelde voor het gerechtshof Amsterdam, werd deze vraag beantwoord.

Trading bot

In deze zaak ging het om een handelaar in cryptovaluta. De man was werkzaam geweest bij een bedrijf dat software ontwikkelde voor onder andere videogames. Op een bepaald moment begon de man te handelen in cryptovaluta, waarvoor hij zelf een zogenaamde trading bot had ontwikkeld.

Profijt van marges

De trading bot sloot aan- en verkooptransacties af, ruim 50.000 per jaar, en maakte daarbij gebruik van verschillen in koersen op diverse beurzen waar in cryptovaluta werd gehandeld. Doordat de trading bot binnen enkele seconden op deze verschillen kon reageren, behaalde de cryptohandelaar positieve resultaten. Over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld ongeveer € 309.000 per jaar.

Bron van inkomen of niet?

Voor een bron van inkomen belast in box 1 moet sprake zijn van deelname aan het economische verkeer met het doel om voordeel te behalen. Daarnaast moet dat voordeel ook redelijkerwijs te verwachten zijn. Is sprake van een bron van inkomen, dan zijn de inkomsten belast in box 1. Is geen sprake van een bron van inkomen, dan vindt heffing plaats in box 3.

Let op!

Bij heffing in box 3 vindt in beginsel heffing plaats over de waarde van de crypto’s op 1 januari. Wil men gebruikmaken van de tegenbewijsregeling, dan wordt het werkelijke rendement dat door het jaar heen behaald is met de crypto’s belast in box 3. Voorwaarde is dan wel dat het totale werkelijke rendement in box 3 in dat jaar lager is dan het forfaitaire rendement. Neem voor meer informatie hierover contact op met onze adviseurs.

Speculatief of niet?

De Belastingdienst en de handelaar waren het met elkaar eens dat met de handel in cryptovaluta sprake was van deelname aan het economische verkeer met het doel om voordeel te behalen. De handelaar vond echter dat dit voordeel niet redelijkerwijs te verwachten was omdat sprake was van louter speculatief handelen.

Hoewel de resultaten jaarlijks fors uiteen liepen, was het gerechtshof van mening dat de transacties niet louter speculatief van aard waren. Door het gebruik van de trading bot werd namelijk voordeel behaald door te profiteren van marktimperfecties. Daardoor bleek de kans op succes zo’n 75% te zijn. Volgens het gerechtshof was het behaalde voordeel dan ook redelijkerwijs te verwachten en dus belastbaar in box 1.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Head-spa-behandeling door kapper valt onder 21% btw
Een head-spa-behandeling is belast tegen het hoge btw-tarief van 21%, aldus de Belastingdienst. Als kappers zo’n behandeling uitvoeren wijkt het btw-percentage van 21 % af van hun andere diensten die over het algemeen belast zijn tegen 9% btw.
Lees verder
arrow right
Vrijstellingen voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers
Werkgevers die hun werknemers belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen bieden, moeten normaal gesproken aangeven welke zaken dat zijn. Voor niet-inhoudingsplichtige werkgevers, zoals buitenlandse werkgevers, geldt deze verplichting echter niet. Dit is recent bevestigd door een arrest van de Hoge Raad.
Lees verder
arrow right
Verplichte btw-vrijstelling voor maatschappelijk werk en schuldhulpverlening vanaf 2026
Vanaf 1 januari 2026 wordt waarschijnlijk een verplichte btw-vrijstelling ingevoerd voor diverse leveringen en diensten van sociale en culturele aard.
Lees verder
arrow right