Heb je als ondernemer een of meerdere bestelauto's? Dit is voor veel ondernemers een onmisbaar bedrijfsmiddel. Wel gelden er een flink aantal specifieke fiscale regelingen. Deze zijn er veelal op gericht het zakelijk gebruik van een bestelauto slechts beperkt te belasten. Daarbij gelden wel een aantal voorwaarden. Ook zijn er al tal van specifieke regelingen voor de elektrische bestelauto.
In dit nieuwsartikel:
Niet elke auto die gebruikt wordt voor vervoer van goederen wordt fiscaal als een bestelauto aangemerkt. Er zijn verschillende soorten bestelauto’s, zoals met open laadbak, een verhoogd dak of dubbele cabine. Voor iedere soort bestelauto gelden andere inrichtingseisen. Zo mogen in het ene geval wel zijruiten aanwezig zijn, maar in het andere weer niet. Voor een gedetailleerd overzicht van alle inrichtingseisen per soort bestelauto, check de site van de Belastingdienst.
Voldoet jouw bestelauto niet aan deze eisen, dan zijn ook de fiscale faciliteiten voor een bestelauto niet van toepassing.
Bij de aanschaf van een nieuwe (elektrische) bestelauto en voor het oplaadstation van de elektrische of waterstofvariant kun je mogelijk gebruikmaken van diverse fiscale regelingen. Dit zijn de KIA, MIA en de SEPA.
Voor een bestelauto die tot het ondernemingsvermogen behoort, heb je bij aanschaf recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Het bedrag van de KIA kun je in mindering op de winst brengen. De KIA is zowel op nieuwe als op gebruikte bestelauto’s van toepassing. De omvang van de KIA is afhankelijk van jouw totale bedrag aan investeringen in een jaar en bedraagt maximaal 28% van het investeringsbedrag. Investeer je € 2.400 of minder of meer dan € 332.994 (2022), dan heb je geen recht op de KIA.
Voor een nieuwe elektrische bestelauto heb je in 2022 bovendien recht op 45% milieu-investeringsaftrek (MIA). Het bedrag van de MIA kun je in mindering brengen op de winst. Het bedrijfsmiddel komt echter voor ten hoogste het investeringsbedrag minus € 11.000 in aanmerking voor de MIA. Voor een elektrische bestelauto van bijvoorbeeld € 50.000 krijg je dus MIA over € 39.000. Voor een bestelauto op waterstof heb je ook recht op 45% MIA. Je hoeft hierbij geen rekening te houden met een drempel, maar krijgt de MIA over een investeringsbedrag van maximaal € 125.000.
Ook voor het oplaadstation van jouw elektrische of door waterstof aangedreven bestelauto die op jouw eigen bedrijfsterrein staat, geldt in 2022 de MIA. Het aftrekpercentage voor het oplaadstation bedraagt 45%. Laadpalen waarvan de investeringskosten minder dan € 2.500 bedragen, komen niet in aanmerking voor de MIA, tenzij deze samen met de elektrische of door waterstof aangedreven bestelauto worden aangemeld.
Een laadpaal bij de woning kwalificeert niet, omdat dit geen bedrijfsterrein is.
Voor een nieuwe elektrische bestelauto kun je ook nog gebruikmaken van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). Het budget voor de subsidie is voor dit jaar uitgeput, maar je kunt vanaf 8 januari 2023 weer nieuwe verzoeken voor subsidie indienen. De regeling geldt alleen voor bedrijfsauto’s in de voertuigcategorie N1 (met maximumgewicht van 3.500 kg) of N2 (met een maximumgewicht van 4.250 kg) die zijn gemaakt voor het vervoer van goederen. De subsidie bedraagt 10% van de netto catalogusprijs bij de voertuigcategorie N1. Dat is de prijs exclusief btw, inclusief bpm en opties die zijn aangebracht voor afgifte van het kenteken. Bij voertuigcategorie N2 ontvang je 10% van de verkoopprijs zonder btw. Als kleine onderneming of non-profitinstelling is het subsidiepercentage 12. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000 voor iedere bedrijfsauto. De netto catalogusprijs bij voertuigcategorie N1 of de verkoopprijs zonder btw bij voertuigcategorie N2 moet € 20.000 of hoger zijn. Verder geldt alleen voor elektrische bedrijfsauto’s N1 met een typegoedkeuring voor lichte voertuigen een actieradius van minimaal 100 km. Je vraagt de subsidie aan via de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO).
Op het moment dat je de aanvraag voor deze subsidie indient, mag de bestelauto nog niet op jouw naam staan. Sterker nog, de koop- of leaseovereenkomst mag nog niet definitief zijn op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. Dien de aanvraag dus in zolang het koopproces zich nog in de offertefase bevindt.
Als een bestelauto ter beschikking wordt gesteld, krijgt men in beginsel met de bijtelling te maken. Voor ondernemers in de inkomstenbelasting vindt die bijtelling plaats via de aangifte inkomstenbelasting. Voor werknemers, waaronder dga’s, vindt dit plaats via de loonadministratie en aangifte loonheffing. Voor bestelauto’s is de bijtelling in onderstaande situaties echter niet van toepassing:
De bijtelling blijft achterwege als bewezen kan worden dat met de bestelauto in het jaar niet meer dan 500 km privé is gereden. Een rittenregistratie is niet verplicht, maar omdat bewezen moet worden dat de bestelauto niet meer dan 500 km privé is gebruikt, is hieraan vrijwel niet te ontkomen.
Voor werknemers is het mogelijk hiervoor een ‘verklaring geen privégebruik’ aan te vragen. Als je als werkgever deze verklaring heeft en er geen indicaties zijn dat de werknemer zich er niet aan houdt, hoef je in de loonadministratie geen rekening te houden met de bijtelling. Eventuele controles vinden plaats bij de werknemer. Ook een eventuele correctie wordt bij de werknemer neergelegd.
Voor ondernemers in de inkomstenbelasting is het niet mogelijk een dergelijke verklaring aan te vragen.
Voor de bestelauto die uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer, is de bijtelling ook niet van toepassing. Hiervan is onder andere sprake als de bestelauto te smerig is om privé te worden gebruikt, zoals de klusjesauto van een garage waarbij de bekleding besmeurd is met olie. Ook de bestelauto die beschikt over slechts één zitplaats en waarbij de eventuele bevestigingspunten voor de overige zitplaatsen zijn verwijderd of dichtgelast, wordt geacht uitsluitend geschikt te zijn voor goederenvervoer. Bezit de bestelauto wel een tweede zitplaats, dan is deze toch uitsluitend geschikt voor goederenvervoer als de bijrijder nodig is voor het laden en lossen van de bestelauto. Onder omstandigheden kunnen ook andere bestelauto’s als uitsluitend geschikt voor goederenvervoer worden aangemerkt. Zo is door de rechter in het verleden een bestelauto als zodanig aangemerkt die in de laadruimte was voorzien van stellages voor het vervoer van planten. Overleg bij twijfel met jouw inspecteur. Als bestelauto’s die uitsluitend geschikt zijn voor goederenvervoer privé worden gebruikt, moet het privévoordeel tot het loon worden gerekend. Je kunt hiervoor uitgaan van de kilometerkostprijs vermenigvuldigd met het aantal privékilometers.
Als een bestelauto uitsluitend zakelijk wordt gebruikt, blijft de bijtelling achterwege. Er moet dan een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ worden ingeleverd bij de Belastingdienst. Je hoeft geen rittenregistratie bij te houden. De Belastingdienst controleert fysiek of je de bestelauto inderdaad in het geheel niet privé gebruikt. Vermoedt de Belastingdienst tijdens een controle dat je de bestelauto toch privé gebruikt, dan kan men je vragen waar je de bestelauto op dat moment zakelijk voor gebruikte. Kun je niet aannemelijk maken dat je de bestelauto zakelijk gebruikte, dan kan men je een naheffing of navordering met boete opleggen.
Bij gebruik van een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ mag je de bestelauto helemaal niet privé gebruiken. Dus ook niet om bijvoorbeeld op de terugweg van jouw werk naar huis jouw kind bij de kinderopvang op te halen. De grens van 500 km is hierbij dus niet van toepassing.
Deze verklaring kan zowel door werknemers als door de ondernemer in de inkomstenbelasting worden aangevraagd.
Ook in onderstaande situaties is de bijtelling voor een bestelauto niet van toepassing. Deze situaties zijn in principe niet van toepassing op de ondernemer in de inkomstenbelasting en de dga.
Is privégebruik van de bestelauto verboden, dan blijft de bijtelling achterwege op voorwaarde dat je als werkgever controleert dat de bestelauto daadwerkelijk niet privé wordt gebruikt. Gebeurt dit toch, dan moet er – naast het alsnog betalen van de bijtelling - een aanzienlijke sanctie voor de werknemer volgen. De afspraak dat de bestelauto niet privé mag worden gebruikt en de sancties wanneer dit toch gebeurt, moeten schriftelijk worden vastgelegd. Voor de dga geldt de optie alleen als er sprake is van een reëel verbod. Hiervan is bijvoorbeeld geen sprake als de dga zelf de controle uitoefent.
Als privégebruik van de bestelauto onmogelijk is, blijft de bijtelling eveneens achterwege. Dit is bijvoorbeeld het geval als de sleutels van de auto ’s avonds moeten worden ingeleverd of als de bestelauto’s ’s avonds op een afgesloten terrein worden gestald.
Als een bestelauto doorlopend afwisselend door verschillende personeelsleden wordt gebruikt, is de bijtelling niet van toepassing als hierdoor het privégebruik moeilijk kan worden vastgesteld. Dit is niet het geval als een bestelauto bijvoorbeeld door twee werknemers om de week privé wordt gebruikt. Het privégebruik is dan immers niet moeilijk vast te stellen. Bij doorlopend afwisselend gebruik moet de werkgever in plaats van de bijtelling per bestelauto een bedrag van € 300 aan belasting betalen via de eindheffing. Het doorlopend afwisselende gebruik moet dan wel door de aard van het werk worden opgeroepen.
Is een van hiervoor genoemde voorwaarden niet van toepassing op jouw situatie? Dan valt jouw bestelauto onder de bijtellingsregeling.
Heb je als ondernemer een bestelauto tot jouw beschikking die tot jouw ondernemingsvermogen behoort, dan valt deze bestelauto onder de bijtellingsregeling.
De bijtelling is het bedrag dat vanwege het privégebruik niet aftrekbaar is van de winst. Dit bedrag kan niet negatief worden, oftewel: de bijtelling kan nooit meer zijn dan de werkelijke autokosten (inclusief afschrijving).
Bij werknemers en dga’s aan wie een bestelauto ter beschikking is gesteld, wordt de bijtelling als loon aangemerkt. De werkgever is verplicht hierover loonheffing in te houden.
De bijtelling bedraagt een percentage van de cataloguswaarde dat afhankelijk is van het jaar waarin de auto voor het eerst op kenteken is gesteld. Dit percentage blijft 60 maanden van kracht. Daarna wordt het percentage bepaald op basis van de dan geldende wetgeving. De bijtelling bedraagt 22% voor auto’s die in 2022 voor het eerst op kenteken zijn gezet en voor bestelauto’s die niet volledig elektrisch zijn of op waterstof rijden. Voor volledig elektrische bestelauto’s bedraagt de bijtelling in 2022 16% van de cataloguswaarde tot maximaal € 35.000 en 22% over het meerdere van de cataloguswaarde. In 2023 geldt het percentage van 16% nog maar over een cataloguswaarde van maximaal € 30.000. Voor bestelauto’s op waterstof geldt de bijtelling van 16% in 2022 en 2023 over de gehele cataloguswaarde.
Voorbeeld:
Aan werknemer A is een niet-elektrische bestelauto met een cataloguswaarde van € 50.000 ter beschikking gesteld die in 2022 voor het eerst op kenteken is gezet. Aan werknemer B is een elektrische bestelauto met een cataloguswaarde van € 50.000 ter beschikking gesteld die ook in 2022 voor het eerst op kenteken is gezet.
Bijtelling werknemer A: € 50.000 x 22% = € 11.000.
Bijtelling werknemer B: € 35.000 x 16% + € 15.000 x 22% = € 5.600 + € 3.300 = € 8.900.
Worden dezelfde bestelauto’s in 2023 voor het eerst op kenteken gezet, dan levert dit de volgende bijtellingen op:
Bijtelling werknemer A: € 50.000 x 22% = € 11.000
Bijtelling werknemer B: € 30.000 x 16% + € 20.000 x 22% = € 4.800 + € 4.400 = € 9.200.
Als de werknemer door de aard van de werkzaamheden (vaak) veel ritten op een dag heeft met de bestelauto van de zaak, kan het bijhouden van een rittenregistratie een grote administratieve last zijn voor werkgever en werknemer. In dit geval mag de werknemer om praktische redenen het bewijs voor het aantal gereden privékilometers leveren met een combinatie van een vereenvoudigde rittenregistratie en de zakelijke adressen in de (project)administratie van de werkgever. De werkgever moet dan wel schriftelijk met de werknemer hebben afgesproken dat de werknemer een vereenvoudigde rittenregistratie bijhoudt, dat privégebruik tijdens werk- en lunchtijd niet is toegestaan en dat de werkgever de zakelijke adressen in zijn administratie bewaart. Je kunt voor een vereenvoudigde rittenregistratie desgewenst gebruikmaken van bijgevoegde voorbeeldafspraak.
Bij aanschaf van een nieuwe auto, bestelauto of motorfiets betaal je bpm. Je betaalt ook bpm als je een dergelijk voertuig importeert. De bpm wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en de netto catalogusprijs. Voor voertuigen zonder CO2-uitstoot betaal je geen bpm. Als ondernemer kun je onder voorwaarden in aanmerking komen voor een vrijstelling van bpm bij aanschaf van een bestelauto. De belangrijkste voorwaarde voor de vrijstelling is dat je de bestelauto voor meer dan 10% gebruikt in het kader van jouw onderneming. Je moet dit desgevraagd aannemelijk kunnen maken. Een rittenregistratie is daarvoor niet vereist.
Let op!
In het Belastingplan 2023 is voorgesteld de vrijstelling van bpm op (niet volledig emissieloze) bestelauto’s voor ondernemers per 2025 af te schaffen. Het tarief van de bpm gaat vanaf 2025 € 66,91 (prijspeil 2022) per gram CO2-uitstoot bedragen. Bestelauto’s zonder CO2-uitstoot betalen dus ook vanaf 2025 nog steeds geen bpm. Het voorstel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd en is dus nog niet definitief.
Was je van plan op korte termijn een bestelauto aan te schaffen die CO2 uitstoot, doe dit dan bij voorkeur nog vóór 2025.
Als je in Nederland met een voertuig gebruikmaakt van de openbare weg, ben je in beginsel motorrijtuigenbelasting verschuldigd. Hoeveel mrb je voor een bestelauto moet betalen, hangt af van het gewicht, de brandstof en hoe milieuvervuilend het motorrijtuig is. Voor ondernemers geldt onder voorwaarden een lager mrb-tarief. De belangrijkste voorwaarde is dat je de bestelauto meer dan 10% in het kader van jouw onderneming gebruikt. Je moet dit desgevraagd aannemelijk kunnen maken. Een rittenregistratie is daarvoor niet vereist.
Wat scheelt dat nu?
Stel dat je in een bestelauto rijdt met dieselmotor, met een gewicht van 1.300 kilo. Ben je particulier, dan betaal je € 289 mrb per kwartaal. Ben je ondernemer, dan betaal je slechts € 95 per kwartaal.
Heb je vragen over dit nieuwsartikel? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van dit nieuwsartikel de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van dit nieuwsartikel, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.