12 oktober 2023

Eindejaarstips voor de belastingplichtigen 2023

Speel in op de aftrekbeperking van box 1, voorkom dat heffingskortingen verloren gaan en cluster jouw zorgkosten. Deze en meer eindejaarstips voor de belastingplichtigen komen uitgebreid aan bod in dit nieuwsartikel. 

Opmerking vooraf

In diverse tips wordt ingegaan op het mogelijke belastingvoordeel dat met aftrekposten kan worden behaald. Dat speelt zich vooral af in box 1 van de inkomstenbelasting, waarin inkomsten uit loon, pensioen en de eigen woning worden belast. Voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, geldt in box 1 een tweeschijvenstelsel. De eerste schijf loopt in 2023 tot € 73.031 tegen een tarief van 36,93%. In het Belastingplan 2024 is opgenomen dat deze schijf in 2024 wordt opgerekt tot € 75.624 en kent dan een tarief van 36,97%. Alles daarboven is in 2023 en 2024 belast tegen 49,5%.

Dat lijkt eenvoudig, maar schijn bedriegt. In het systeem van belastingheffing bestaan namelijk heffingskortingen, waarmee de verschuldigde belasting wordt verminderd. De belangrijkste heffingskortingen zijn echter inkomensafhankelijk. Meestal betekent dit dat de korting minder wordt als het inkomen stijgt (en vice versa). Het is daardoor mogelijk dat een aftrekpost niet alleen belastingbesparing oplevert van het genoemde tarief, maar ook zorgt voor een hogere heffingskorting (en bij een hoger inkomen juist andersom). Zo kan het werkelijke voordeel van een aftrekpost dus groter zijn dan het tarief alleen. Het is echter niet mogelijk om daarvoor eenvoudig een formule te geven waarmee de uitkomst kan worden berekend, omdat die afhankelijk is van iemands persoonlijke situatie.

1. Voorkom dat heffingskortingen verloren gaan

Sinds 2023 krijgt een belastingplichtige met weinig inkomen de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer gedeeltelijk uitbetaald, ook niet als de fiscale partner voldoende belasting betaalt. Degenen die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, hebben nog wel recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting, mits de partner voldoende belasting betaalt. Voor die groep geldt echter ook dat geen recht bestaat op uitbetaling van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Hoe kun je het verlies aan heffingskortingen voorkomen? Heeft je partner geen of onvoldoende eigen inkomsten, maar beschik je samen met je partner over belastbaar vermogen, dan kun je hiermee het verlies aan heffingskortingen (deels) voorkomen. Dit doe je door in de aangifte het vermogen geheel of gedeeltelijk aan de partner zonder of met weinig eigen inkomsten toe te rekenen. Dit vermogen wordt namelijk belast in box 3, zodat je partner toch over inkomsten beschikt. De heffingskortingen verminderen dan de belasting die wordt berekend over de box 3-inkomsten.

2. Cluster jouw zorgkosten

Zorgkosten zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Er geldt wel een drempel, die afhankelijk is van de hoogte van jouw inkomen. Hoe hoger jouw inkomen, hoe hoger de drempel. Alleen zorgkosten die boven de drempel uitstijgen, zijn aftrekbaar.

Het is daarom aantrekkelijk zorgkosten zo mogelijk binnen een jaar te clusteren. Koop je bijvoorbeeld in 2023 een nieuw gehoorapparaat en laat je in 2024 jouw gebit renoveren, dan heb je in beide jaren te maken met de drempel. Dit levert meestal minder aftrek op dan wanneer je beide uitgaven in één jaar doet. Het betalingsmoment is beslissend voor het jaar van aftrek.

3. Koop nog dit jaar een lijfrente

De fiscaal aftrekbare bedragen bij aankoop van een lijfrente zijn dit jaar fors verhoogd. Voor degene met een pensioentekort is de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2023 verhoogd naar 30% van het inkomen waarmee je spaart voor je pensioen. De maximale jaarruimte is in 2023 bovendien gestegen van € 15.317 naar € 34.550.

Een andere verruiming is dat je tot vijf jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd lijfrentepremies kunt aftrekken. Tot 2023 kon dit tot aan je AOW-leeftijd.

Ook kun je in 2023 tot tien jaar terug gebruikmaken van de jaarruimte voor aftrek van lijfrentepremies. Tot 2023 was dit zeven jaar. Als je de afgelopen tien jaar dus niet de volledige jaarruimte hebt benut voor de aankoop van een lijfrente, dan kan dit alsnog. Ook dit inhaalbedrag is fors verhoogd van € 8.065 naar maximaal € 38,000.

Koop je een lijfrente of stort je een bedrag op je lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht, dan creëer je daarmee een extra aftrekpost. Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Je kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kun je de premie in 2023 aftrekken tegen maximaal 49,5%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Als je nu de premie kunt aftrekken tegen 49,5% en zijn de uitkeringen vanwege een daling van je inkomen te zijner tijd belast tegen 36,97%, dan bedraagt het tariefvoordeel 12,53%-punt.

Let op!

De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. 

Tip! 

Zorg dat je de lijfrentepremies in 2023 betaalt! Alleen dan kun je deze nog in aftrek brengen in jouw aangifte inkomstenbelasting 2023. Bovendien betaal je minder belasting in box 3 als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen.

Tip!

De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de lijfrente-uitkering betaal je bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover jouw inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw-premiegrens valt en je nu de Zvw-premiegrens nog niet hebt bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.

Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is jouw algemene heffingskorting mogelijk hoger door de aftrek van een lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 73.031 heeft de lijfrentepremieaftrek in 2023 geen effect meer op de algemene heffingskorting.

4. Cluster jouw giften of schenk periodiek

Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Ook voor giften geldt een drempel. Alleen het bedrag aan giften boven deze drempel is aftrekbaar. De drempel bedraagt 1% van jouw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten, met een minimum van € 60. Voor giften geldt ook een plafond (maximum) van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.

Tip!

Je kunt giften over meerdere jaren beter clusteren, zodat je maar één jaar met de drempel te maken hebt. Kom je met je giften boven het plafond van 10% van je inkomen uit, dan is het juist beter je giften over meerdere jaren te spreiden.

Periodieke giften zijn giften aan goede doelen (meestal ook aan verenigingen met minimaal 25 leden) in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke betalingen die uiterlijk eindigen bij overlijden. Deze giften kun je aftrekken als je gebruikmaakt van een notariële of onderhandse akte van schenking. Hierin moet zijn aangegeven dat de gift over een periode van minstens vijf jaar wordt verstrekt. Voor periodieke giften geldt geen drempel en ook geen plafond. Stel je een onderhandse akte op, dan geldt wel een aantal eisen. Een dergelijke akte kun je downloaden vanaf de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), zoekterm ‘overeenkomst periodieke giften’. De aftrek van periodieke giften is sinds 1 januari 2023 gemaximeerd tot € 250.000 per huishouden per jaar.

Let op!

Ben je vóór 4 oktober 2022 16:00 uur een periodieke gift aangegaan, dan is deze tot 2027 nog helemaal aftrekbaar.

Tip!

Schenk periodiek als je geen last wilt hebben van de drempel of het plafond.

5. Maak uw (klein)kinderen blij met een schenking

Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kun je in 2023 jouw kinderen belastingvrij € 6.035 schenken en uw kleinkinderen of derden € 2.418.

Let op!

Komt het huwelijk of geregistreerd partnerschap van jouw kind ten einde door overlijden, dan geldt voor het ex-schoonkind nog steeds het tarief dat geldt voor kinderen. Ook de vrijstellingen die voor kinderen gelden, zijn voor het ex-schoonkind dan nog steeds van toepassing. Een en ander geldt niet als het huwelijk of geregistreerd partnerschap door echtscheiding is ontbonden.

Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt voor 2023 een eenmalige verhoging van het bedrag van € 6.035 tot:

  • € 28.947
  • € 60.298, indien het bedrag gebruikt wordt voor een studie
  • € 28.947, indien het bedrag gebruikt wordt voor een eigen woning

Voor de leeftijdsgrens is bij schenking van een periodieke uitkering de leeftijd bepalend bij het aangaan van de schenkingsovereenkomst. Degene die de schenking ontvangt, moet dus op dat moment aan de leeftijdsgrens voldoen en dus tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, waarbij de 40ste verjaardag nog meetelt.

Let op!

De eenmalige schenking ten behoeve van de eigen woning is in 2023 verlaagd naar € 28.947 en wordt per 2024 afgeschaft.

Er gelden overgangsregelingen waarmee het gebruik van de schenking voor de eigen woning kan worden opgerekt:

  • De eenmalige schenking voor een eigen woning hoeft niet volledig te worden benut in één kalenderjaar, dat mag in drie opeenvolgende jaren. Voor schenkingen die voor het eerst in 2021 of 2022 plaatsvonden maar waarvoor nog niet het maximumbedrag van de vrijstelling is benut, mag in 2023 nog een aanvullende schenking plaatsvinden tot het maximum dat in 2022 gold.
  • Schenkingen voor de eigen woning moeten worden besteed in uiterlijk het tweede jaar na het jaar waarin voor het eerst een beroep op de verhoogde vrijstelling is gedaan. Als je in 2022 voor het eerst heeft geschonken onder deze vrijstelling, moet deze schenking uiterlijk in 2024 worden gebruikt. Dat geldt ook voor de eventuele aanvulling die in 2023 wordt gedaan indien in 2022 nog niet de volledige vrijstelling is benut.

Let op!

De vrijstelling van € 28.947 ten behoeve van een eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Houd wel rekening met de voorwaarden van deze schenking. De schenking kan eveneens worden toegepast indien het kind ouder is dan 40, maar een partner heeft tussen de 18 en 40 jaar oud.

Vanaf 2024 zijn giften in natura met een waarde van meer dan € 10.000 alleen nog aftrekbaar als er een objectieve waardebepaling heeft plaatsgevonden. Deze moet blijken uit een onafhankelijk taxatierapport of factuur. Voor fiscale partners wordt de grens gesteld op € 20.000. De voorgestelde aanscherping geldt zowel voor de giftenaftrek in de inkomsten- als in de vennootschapsbelasting. Wilt u deze extra kosten vermijden, schenk dan uw gift in natura nog in 2023.

Tip!

Schenk je nog in 2023, dan vermindert de schenking jouw vermogen in box 3, wat bij jou tot belastingbesparing kan leiden. Dit is vooral het geval als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Indien de ontvanger van de schenking het bedrag per 1 januari nog niet heeft besteed, maakt het wel onderdeel uit van diens box 3-vermogen.

6. Koop waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik nog dit jaar

Alle roerende zaken die je voor persoonlijke doeleinden gebruikt of verbruikt, hoef je niet op te geven in box 3. Bij roerende zaken kun je denken aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Ben je van plan binnenkort een dure aankoop te doen, dan kan dit een belastingbesparing opleveren in box 3. Dit is vooral het geval als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. 

Let op!

Zorg in dat geval dat je deze aanschaf uiterlijk 31 december 2023 hebt gedaan en betaald.


7. Beleg groen in box 3

Wil je je box 3-vermogen verlagen, denk dan ook eens aan groene beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling in box 3 van maximaal € 65.072 (bedrag 2023). Heb je een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor jullie samen zelfs het dubbele (€ 130.144). Ook een minderjarig kind heeft zelfstandig recht op deze vrijstelling. Naast de vrijstelling in box 3 heb je ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.

In het kader van de tijdelijke box 3-regeling mag je de vrijstelling voor groene spaartegoeden en beleggingen eerst toerekenen aan de groene beleggingen en daarna aan de groene spaartegoeden.

Let op!

De vrijstelling geldt niet voor de vermogenstoets in de toeslagen.

8. Overweeg de oprichting van een beleggings-bv/-fonds

Heb je op dit moment veel laagrenderende overige bezittingen in box 3, overweeg dan de oprichting van een beleggings-bv of een open fonds voor gemene rekening om deze daar vóór 31 december 2023 in te storten. Zo mis je de peildatum van 1 januari 2024 in box 3. De bv of het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen opbrengsten tot een bedrag van € 200.000 in 2024 19% vennootschapsbelasting en over het meerdere 25,8%. Als de ontvangen opbrengst na belasting wordt uitgekeerd naar privé, betaal je hierover in 2024 tot € 67.000 (bij partners: € 134.000) aan ontvangen opbrengsten 24,5% belasting in box 2, over het meerdere 31%. Gecombineerd is dat zo’n 40,18% van het daadwerkelijk ontvangen rendement tot € 200.000. Dat is vaak minder dan de 2,0978% belasting die je in 2024 over je laagrenderende bezittingen betaalt in box 3, alhoewel je er wel rekening mee moet houden dat de vrijstelling in box 3 in 2024 € 57.000 per persoon bedraagt.

Let op!

Per 1 januari 2025 worden fondsen voor gemene rekening fiscaal transparant wanneer ze niet over een AFM-vergunning beschikken én onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank (DNB). Denk hierbij onder andere aan de zogeheten familiefondsen (OFGR). Dit houdt in dat de beleggingen die worden gehouden door dergelijke fondsen, direct bij de participanten worden belast in box 3 in plaats van box 2. Het fonds zelf is niet meer belastingplichtig. Voor de (inkomsten)belasting die als gevolg van deze wijziging is verschuldigd, komen er overgangsfaciliteiten.


Tip!

Bij een bv en bij een OFGR zijn oprichtingskosten gemoeid en ook kosten voor instandhouding, bijvoorbeeld voor het jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. Bij de bv is tevens, om de laagrenderende overige bezittingen na verloop van tijd belastingvrij naar privé te halen, een gang naar de notaris nodig. Bij de keuze voor de bv- en bij de OFGR-variant is het belangrijk deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen om te bepalen of het geheel voor jou aantrekkelijk is.

Tip!

Een beleggings-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat de laagrenderende overige bezittingen niet meer meetellen voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling. Voor de omvang van het vermogen wordt daarbij in beginsel uitgegaan van de grootte ervan zoals dat twee jaren eraan voorafgaand was.

9. Houd rekening met vermogenstoets toeslagen

Lagere inkomens hebben vaak recht op een of meer toeslagen. We kennen de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Voor alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, geldt een zogenaamde vermogenstoets. Dit betekent dat je geen recht heeft op de toeslag als jouw vermogen te groot is. De toetsingsdatum is 1 januari. Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt voor 2023 een toetsingsvermogen van maximaal € 127.582. Heb je een partner, dan geldt een maximum van € 161.329. Voor de huurtoeslag geldt een maximumvermogen van € 33.748 (respectievelijk € 67.496 als je een partner heeft). Voor de huurtoeslag mag ook een medebewoner niet méér dan € 33.748 aan vermogen hebben. De genoemde maxima zullen voor het jaar 2024 iets hoger liggen.

Tip!

Heb je een vermogen rond de genoemde maxima en ben je gerechtigd tot een of meer toeslagen, dan kan het verstandig zijn om je vermogen te verminderen. Dit kun je doen door bijvoorbeeld een deel van je hypotheek af te lossen of een geplande, grotere aankoop naar voren te halen. Ook kan het voor ondernemers raadzaam zijn om binnen de fiscale mogelijkheden minder vermogen uit het bedrijf naar privé over te brengen.
Daarnaast kan het oprichten van een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening ervoor zorgen dat je vermogen niet wordt meegerekend in de vermogenstoets voor toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij verblijf in een verzorgingsinstelling. Overleg met je adviseur of het de moeite waard is om een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening op te richten voor dit doel.

10. Bespaar belasting in box 3 en voorkom belastingrente

Controleer je voorlopige aanslag voor 2023. Als de aanslag te laag is, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. Als je ervoor zorgt dat je de voorlopige aanslag nog in 2023 betaalt, leidt dat tot een lager vermogen per 1 januari 2024 en bespaar je mogelijk belasting. In box 3 levert dit vooral een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Ook rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2024 een rente van 6% over je aanslag voor 2023, en het voornemen is zelfs om dit te verhogen tot 7,5%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dus dat je deze hoge belastingrente verschuldigd wordt en controleer of je voorlopige aanslag voor 2023 juist is.

Tip!

Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als je voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kun je niet 'sparen' bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag. Als je de aanslag meer dan acht weken vóór het einde van het jaar aanvraagt en de Belastingdienst slaagt er niet in de aanslag tijdig op te leggen, zodat je nog dit jaar kunt betalen, mag je op 1 januari toch rekening houden met deze belastingschuld.

Let op!

Heb je in verband met je bank- en spaartegoeden in box 3 al een voorlopige aanslag voor 2023 ontvangen of ben je van plan om deze binnenkort aan te vragen? Dan is het raadzaam om begin 2024 de situatie nogmaals te evalueren. Bij de voorlopige aanslag zal namelijk zijn gerekend met het voorlopige percentage voor inkomsten uit bank- en spaartegoeden (0,36%). Het werkelijke percentage wordt na afloop van 2023 bepaald en op basis van de huidige situatie zal dit percentage definitief worden vastgesteld op circa 0,8%. Dat betekent dat je nog moet bijbetalen. Als je dit pas later doet, bijvoorbeeld omdat je uitstel hebt om je aangifte in te dienen, zal de Belastingdienst (waarschijnlijk) 7,5% belastingrente in rekening brengen. En dat terwijl je bij de eerste opgave wellicht het juiste vermogen hebt opgegeven.

11. Verbruiksbelasting op alcoholvrije drank omhoog in 2024

De verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken wordt per 1 januari 2024 verhoogd en wel met € 17,30 per 100 liter. Hierdoor stijgt de accijns van € 8,83 naar € 26,13 per 100 liter.

De verhoging geldt voor de volgende producten:

  • limonade (inclusief siroop)
  • frisdrank
  • vruchtensappen
  • groentesappen
  • alcoholvrij bier
  • alcoholarm bier met 0,5% of minder alcohol
  • andere dranken met maximaal 1,2% alcohol

Let op!

Voor mineraalwater komt de verbruiksbelasting van € 8,83 per 100 liter per 1 januari 2024 juist te vervallen.

12. Accijns alcoholhoudende dranken en tabak omhoog

Ook de accijns op alcoholhoudende drank gaat in 2024 omhoog en wel met 16,2%. De accijns op tabak wordt extra verhoogd, naast de verhoging die al in het vorige Belastingplan was aangekondigd. Dit betekent dat een pakje sigaretten van 20 stuks vanaf 1 april 2024 zo’n € 10,70 zal gaan kosten.

13. Kijk uit met peildatumarbitrage

Onder het huidige box 3-systeem zijn er drie inkomenscategorieën met elk hun eigen fictieve rendement:

  • Bank- en spaartegoeden: 0,36% (voorlopig)
  • Overige bezittingen: 6,17%
  • Schulden: -2,57% (voorlopig)

De samenstelling van het vermogen – en daarmee de box 3-heffing – wordt eens per jaar, in januari, vastgesteld. Door de verschillende rendementen op de verschillende categorieën is het aanlokkelijk om op de peildatum de samenstelling van het vermogen tijdelijk te wijzigen. Dat wordt peildatumarbitrage genoemd.

Om dat tegen te gaan, is er antimisbruikwetgeving. Die ziet op twee verschillende situaties:

  • Overige bezittingen worden vóór 1 januari omgezet in banktegoeden en na 1 januari weer ingewisseld voor overige bezittingen (hoeft niet exact dezelfde soort bezitting te zijn);
  • Vóór 1 januari wordt een schuld aangegaan, het geld wordt op een bankrekening gezet en na 1 januari wordt de lening daarmee weer afgelost.

Als tussen het heen en weer wisselen minder dan drie maanden verstrijkt, wordt de transactie die heeft plaatsgevonden vóór 1 januari geacht niet te hebben plaatsgevonden. Dit geldt niet als er een zakelijke reden kan worden aangetoond.

Wees daarom bedacht op deze maatregel, want soms kan het onbedoeld plaatsvinden en vervelende consequenties hebben.

14. DAC7: informatieverplichting digitale platformen

Per 1 januari 2023 is DAC7 in werking getreden. Dit is een nieuwe Europese richtlijn die de fiscale transparantie in de digitale economie moet verbeteren. Digitale platformen worden door toepassing van deze richtlijn verplicht om gegevens van hun verkopers te verzamelen en te verstrekken aan de Belastingdienst. In 2024 moeten platformexploitanten voor het eerst rapporteren.

Let op!

Van nieuwe verkopers die vanaf 2023 gebruikmaken van jouw platform moet u direct de gegevens verzamelen met ingang van dit jaar. Deze moet je vervolgens uiterlijk op 31 januari 2024 verstrekken aan de Belastingdienst. Zorg er daarom voor dat je hierop bent voorbereid en niet deze gehele administratie nog in januari 2024 in orde moet brengen.

Voor de verkopers die al voor 2023 geregistreerd stonden bij jouw platform vangt de gegevensverzameling één jaar later aan, waardoor je – eenmalig – deze gegevens uiterlijk op 31 januari 2025 moet verstrekken aan de Belastingdienst.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Eindejaarstips 2023
Om 2023 goed af te sluiten hebben wij de eindejaarstips op een rij gezet. Wat kun je als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Zijn er voor de dga belangrijke aandachtspunten waarop je moet anticiperen? Op welke zaken moet je je als werkgever voorbereiden voor het nieuwe jaar? Dit en meer vind je in de eindejaarstips. Zo ben jij goed voorbereid. Heb je vragen? Neem gerust contact met ons op.
Lees verder
arrow right
WMO-verklaring
Voor financiering vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en Jeugdwet geldt een plicht tot accountantscontrole. Benieuwd hoe onze aanpak voor jou werkt en wat dit je kunt opleveren?
Lees verder
arrow right
Strategisch personeelsbeleid
Breng jouw personeelswensen in kaart met strategisch personeelsbeleid. Dit helpt om zo effectief mogelijk gebruik te maken van de talenten van jouw personeel.
Lees verder
arrow right
Bastiaan Dorschman

Bastiaan Dorschman

Belastingadviseur

Ondernemingsraad (OR)
Door de medezeggenschap en inspraak van medewerkers versterken zij jou bij het ondernemerschap.
Lees verder
arrow right
Exact
Het online boekhoudprogramma waarmee je tijd overhoudt om te ondernemen
Lees verder
arrow right