Vanaf 2024 mag een directeur-grootaandeelhouder (dga) maximaal €500.000 schulden hebben bij zijn eigen bv's. Bij overschrijding betaalt de dga belasting in box 2. Schulden voor de eigen woning tellen niet mee, maar geldt dit ook voor een ondernemerswoning gefinancierd met zo'n lening?
Sinds 2023 mag een dga, zonder belastingheffing, nog maar een beperkt bedrag lenen bij de eigen bv’s. In 2024 bedraagt dit beperkte bedrag € 500.000, in 2023 was dit nog € 700.000. Naast dit bedrag mag wel een schuld voor een eigen woning bestaan. Deze schuld telt dus niet mee ter bepaling van de maximale schulden bij de eigen bv’s.
Onlangs kwam de vraag aan de orde of een schuld voor een ondernemerswoning ook is uitgezonderd ter bepaling van de maximale schulden. In de praktijk komt het voor dat een ondernemer in de inkomstenbelasting ook dga is in een bv. Wat nu als de ondernemer bij zijn eigen bv een schuld aangaat voor de aankoop van een ondernemerswoning voor zijn onderneming in de inkomstenbelasting?
Volgens een standpunt van de Belastingdienst is ook een dergelijke schuld uitgezonderd, mits die schuld voldoet aan de voorwaarden die gelden voor de aftrek van hypotheekrente voor een eigen woning. Hoewel de woning en de schuld aangemerkt dienen te worden als ondernemersvermogen, moet dus wel aan de eisen worden voldaan die gelden voor de aftrek van hypotheekrente inzake de eigen woning. Ook geldt de voorwaarde dat in beginsel een recht van hypotheek op de eigen woning moet zijn verstrekt aan de eigen bv.
De bepaling of de schulden het maximum overschrijden vindt voor het jaar 2024 pas plaats op 31 december 2024. Als niet voldaan wordt aan de voorwaarden die gelden voor aftrek van hypotheekrente ten behoeve van een eigen woning, kunnen de voorwaarden nog voor die datum worden aangepast. Op deze manier kan voorkomen worden dat door de schuld het maximum van € 500.000 wordt overschreden.