De personeelssubsidie LIV wordt verlaagd van € 0,51 naar € 0,49 per verloond uur. Dit gaat in per 2021. Daarnaast gaat het huidige maximumbedrag van € 1000 per jaar naar € 960. Dit staat in de Derde nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2021 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Met ingang van 2020 werd het LIV al van maximaal € 2000 verlaagd naar maximaal € 1000. Ook werd het jeugd-LIV verlaagd. Het jeugd-LIV gaat met ingang van 2024 zelfs helemaal verdwijnen.
De daling zet de komende jaren door. Het budget van het LIV wordt per 2022 met € 14,3 miljoen per jaar verlaagd. Maar omdat de uitbetaling van het LIV altijd één jaar later plaatsvindt, gaat het tarief van het LIV met ingang van 2021 dus al omlaag. De maatregelen worden genomen om de kosten te dekken van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd. Voor het verdwijnen van het jeugd-LIV zal naar oplossingen worden gezocht. Daarover is minister Koolmees met werkgevers in gesprek.
Het LIV is net als het jeugd-LIV en de loonkostenvoordelen (LKV) een tegemoetkoming die jij als werkgever kunt ontvangen per verloond uur. De werknemer moet dan voldoen aan de volgende voorwaarden:
Voor het aanvragen van het LIV hoef je geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt aan de hand van de loonaangiften of je aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing. Je krijgt vóór 15 maart een voorlopige berekening en je kunt tot en met 1 mei correcties over het voorgaande jaar sturen. De definitieve berekening van het LIV ontvang je altijd vóór 1 augustus.
Lees meer over LIV in 2022.