27 oktober 2025

Onbelast parkeren tijdens vakantie: nieuwe standpunt Belastingdienst

Werkgevers met voldoende parkeerruimte in de buurt van hun bedrijf bieden werknemers soms de mogelijkheid om hun auto daar tijdens de vakantie te stallen. Maar als die parkeerplek zich niet op het eigen terrein bevindt, is dit dan belast of onbelast?

Openbaar parkeren

De Belastingdienst gaat nader in op deze situatie aan de hand van een casus. Tussen het kantoor van een werkgever en de parkeerplaatsen bevindt zich een openbare ruimte. Ook derden kunnen van de parkeergelegenheid gebruik maken. Parkeren daar kost € 16 per dag.

De Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat parkeren tijdens een vakantie in deze situatie belast is. De parkeerruimte bevindt zich namelijk niet op de werkplek en kan dus ook niet aangemerkt worden als een voorziening op de werkplek.

Geen nihilwaardering

Er is ook geen sprake van een nihilwaardering, omdat er sprake is van een substantieel voordeel en dit wordt maatschappelijke gezien ook als loon wordt ervaren. Het gelegenheid geven tot parkeren is bovendien in de omschreven situatie, tijdens een vakantie, niet in het belang van het arbeids- of bedrijfsproces.

Ruimere uitleg Handboek

Het Handboek Loonheffingen hanteert echter een ruimere uitleg en stelt dat het parkeren onbelast is, als de werknemer de werkgever met succes aansprakelijk kan stellen. De Belastingdienst is van mening dat werkgevers hieraan het vertrouwen kunnen ontlenen dat parkeren onder genoemde omstandigheden onbelast is. Het Handboek zal op dit punt wel worden aangepast.

Overgangsregeling!

Vanwege deze onduidelijkheid hanteert de Belastingdienst daarom een overgangsperiode voor werkgevers die vóór het onderhavige standpunt van de Belastingdienst, dus vóór 9 oktober 2025, op basis van de tekst van het Handboek 2025 parkeergelegenheid in de omgeving van de werkplek ter beschikking hebben gesteld aan hun werknemers. Tot de datum van publicatie van het Handboek 2026 blijft in die gevallen het parkeren onbelast.

Tip!

Zorg ervoor dat je in soortgelijke omstandigheden inspeelt op de aanstaande wijziging. Je werknemer zal vanaf de wijziging belasting moeten betalen over het voordeel. Je kunt dit voordeel uiteraard ook bruteren of onderbrengen in de werkkostenregeling als dit voldoet aan het gebruikelijkheidscriterium.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Minimumuurloon per 1 januari 2026 verhoogd
Het wettelijk minimumuurloon gaat per 1 januari 2026 omhoog. Wat zijn de nieuwe geïndexeerde tarieven voor verschillende leeftijden en arbeidsvormen?
Lees verder
arrow right
Kabinet wil WIA vereenvoudigen met twee belangrijke voorstellen
Het UWV kampt met knelpunten bij de uitvoering van de WIA. Daarom onderzoekt het kabinet manieren om de regeling te vereenvoudigen. Daarbij vormen de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) de basis. Over twee voorstellen is nu een internetconsultatie gestart.
Lees verder
arrow right
Nieuwe SZW-brochures over schijnzelfstandigheid: loondienst of zzp?
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft twee vernieuwde brochures uitgebracht over schijnzelfstandigheid. In beide publicaties worden per sector voorbeelden gegeven die helpen te bepalen of sprake is van loondienst of zzp. Daarnaast bevatten ze uitgebreide praktijkvoorbeelden die meer inzicht bieden in de beoordeling van schijnzelfstandigheid.
Lees verder
arrow right