Een openlucht culturele voorstelling verschilt van een bioscoop voor de omzetbelasting. Dus, het lagere btw-tarief is niet van toepassing, aldus de conclusie van rechtbank Zeeland-West-Brabant.
In de betreffende zaak handelde het om animatiebeelden en andere beelden die in combinatie met lichteffecten in de buitenlucht werden geprojecteerd op vooral bomen en gebouwen. Publiek kon de beelden al wandelend aanschouwen, waarvoor alles bij elkaar zo’n anderhalf uur benodigd was. Het bekijken van de geprojecteerde beelden nam hiervan zo’n half uur in beslag.
De rechtbank overwoog dat voor het verlenen van toegang tot bioscopen het verlaagde btw-tarief van 9% van toepassing is. De hier aangeboden voorstelling kon voor de btw echter niet als zodanig worden aangemerkt.
Daarbij ging de rechtbank uit van een grammaticale uitleg, wat betekende dat het begrip ‘bioscoop’ moet worden uitgelegd als ‘een theater waar films worden vertoond’ of ‘een theater waar op een projectiescherm films worden vertoond voor een betalend publiek’. De Belastingdienst werd dan ook in het gelijk gesteld, wat betekende dat op de voorstelling het normale tarief van 21% van toepassing is.