Hoe zit het met thuiswerken in jouw bedrijfsvoering? Met de komst van het wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wil ’wijzigt de Wet flexibel werken. Hierdoor kan een verzoek tot aanpassing van de werkplek door de werknemer alleen nog maar door de werkgever worden afgewezen wanneer er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Dit betekent dat het recht van de werknemer om zelf de werkplek te kiezen wordt verstevigd.
De Wet flexibel werken geeft werknemers niet alleen het recht de werkgever te verzoeken de arbeidsduur aan te passen, ook kunnen ze een verzoek doen tot aanpassing van arbeidsplaats en werktijden.
Op dit moment is het recht op aanpassing van de arbeidsplaats minder goed verankerd in de wet dan het recht op aanpassing van werktijden of aantal arbeidsuren. Bij een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur en/of de werktijd gaat het om een zogenaamd ‘geclausuleerd verlofrecht’. Dit houdt in, dat de werkgever het verzoek van de werknemer alleen mag afwijzen als zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich ertegen verzetten.
Er geldt een lichter regime bij de afwijzing van het verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats. De werknemer heeft het recht een verzoek tot aanpassing in te dienen. De werkgever dient dit verzoek vervolgens in overweging te nemen. Meer is er hierover niet opgenomen in de wet. De wetgever heeft alleen ‘right to ask’ voor de werknemer, en ‘a duty to consider’ voor de werkgever in de wet opgenomen. Wel zal de werkgever de afwijzing van het verzoek moeten motiveren.
De initiatiefnemers van het wetsvoorstel willen dit, mede met oog op de veranderde tijdsgeest, gelijktrekken. Om die reden wordt in het wetsvoorstel voorgesteld om een verzoek van de werknemer om de arbeidsplaats aan te passen op eenzelfde wijze te behandelen als een verzoek ter aanpassing van de arbeidsduur of werktijd. Hierdoor beogen de initiatiefnemers werknemers meer vrijheid te geven hoe zij de balans tussen het werken op werklocatie en het werken thuis willen inrichten. Dit initiatiefvoorstel ziet zowel op het recht op thuiswerken als ook op het recht op werken op de werklocatie.
Met de voorgestelde aanpassing geldt voor het verzoek ten aanzien van de aanpassing van de arbeidsplaats de hoofdregel: het verzoek wordt ingewilligd tenzij de werkgever hiertegen zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen kan aanvoeren. De bewijslast van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen ligt bij de werkgever. Hierdoor wordt het uitgangspunt voor de toekenning van de aanpassing van de arbeidsplaats ook ‘ja, tenzij’.
Benieuwd wat dit voor jouw bedrijf betekend? Wij adviseren je graag. Neem gerust contact met ons op.