De uitzendregeling zorgt ervoor dat je ondanks een tijdelijke afwezigheid recht blijft houden op hypotheekrenteaftrek. Vanaf 2026 wordt deze regeling in de wet uitgebreider vastgelegd.
Je moet een verzoek doen om de uitzendregeling toe te passen. Je kunt de uitzendregeling toepassen als:
Het is op dit moment al goedgekeurd dat bepaalde personen wel in jouw woning mogen wonen, zonder dat dit toepassing van de uitzendregeling blokkeert. Het gaat daarbij om jouw fiscale partner of degene die direct voorafgaand aan jouw uitzending of overplaatsing jouw fiscale partner was. Verder geldt de goedkeuring ook voor jouw kinderen of de kinderen van jouw fiscale partner of degene die direct voorafgaand aan jouw uitzending of overplaatsing jouw fiscale partner was. Hetzelfde geldt voor personen die al minimaal één jaar tot jouw huishouden horen op het moment dat je tijdelijk ergens anders gaat wonen (bijvoorbeeld een hulpbehoevende ouder).
Om van de goedkeuring gebruik te kunnen maken mogen deze personen geen huur of een andere vergoeding aan jou betalen.
De goedkeuring dat de hiervoor genoemde personen in jouw woning mogen wonen tijdens toepassing van de uitzendregeling, wordt met ingang van 2026 opgenomen in de wet.
In de wet worden vanaf 2026 echter nog meer personen opgenomen die in jouw woning mogen wonen tijdens toepassing van de uitzendregeling. Ook andere bloed- en aanverwanten in de rechte neergaande lijn mogen in de woning wonen. Dit betekent dat bijvoorbeeld ook jouw kleinkind of achterkleinkind in jouw woning kan wonen tijdens jouw uitzending.
De aanpassingen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026. De Tweede Kamer nam dit wetsvoorstel op 23 september 2025 aan, maar de Eerste Kamer moet nog instemmen. De aanpassingen zijn daarom nog niet definitief.