1 juli 2025

Update lonenspecial 2025: vervoer

Auto van de zaak

De bijtelling voor nieuwe auto’s met een CO₂-uitstoot boven de 0 gram per kilometer blijft in 2025 ongewijzigd op 22%, net als in voorgaande jaren.

De bijtelling voor nieuwe auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram (onder meer volledig elektrische auto’s) per kilometer is in 2025 omhooggegaan naar 17% tot een catalogusprijs van € 30.000 en 22% daarboven. Het jaar 2025 is het laatste jaar waarin een korting geldt voor nieuwe auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram. Dergelijke auto’s die vanaf 2026 nieuw worden aangeschaft, vallen vanaf de aanschaf in de reguliere bijtelling van 22% over de volledige catalogusprijs.

JaarKortingBijtellingPlafondBijtelling daarboven
20255%17%€ 30.00022%
2026 e.v.0%22%n.v.t.n.v.t.

Let op!

De bijtelling wordt vastgesteld voor 60 maanden, geldend vanaf de eerste maand na de maand waarin de auto voor het eerst is toegelaten. Na afloop van de 60 maandentermijn wordt voor de volledig elektrische auto per jaar bezien of sprake is van een kortingspercentage volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving. Auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram die in 2025 uit de 60 maanden lopen, krijgen dus vanaf dat moment een bijtelling van 17% over de eerste € 30.000 catalogusprijs en 22% daarboven. Deze auto’s krijgen vanaf 2026 een bijtelling van 22%.

Uitzondering voor auto’s op waterstof

De aftopping van het bijtellingspercentage van 17% voor de catalogusprijs boven € 30.000 (2025) geldt niet voor auto’s op waterstof of zonne-energie. Voor dergelijke auto’s geldt het bijtellingspercentage van 17% voor de gehele catalogusprijs.

52% belasting over auto van de zaak met CO2-uitstoot?

Het kabinet is van plan om vanaf 2027 een extra heffing op auto’s van de zaak in te voeren voor werkgevers als deze auto’s een CO2-uitstoot hebben groter dan nul.

Pseudo-eindheffing loonbelasting

Het plan is om een pseudo-eindheffing van 52% in de loonbelasting te introduceren. Een werkgever is deze 52% pseudo-eindheffing vanaf 2027 verschuldigd als:

  • de werkgever aan een werknemer een auto ter beschikking stelt,
  • die de werknemer ook privé mag gebruiken, en
  • die een CO2-uitstoot heeft groter dan nul.

Hoewel de maatregel nog nader moet worden uitgewerkt, lijkt het erop dat het alleen gaat om nieuwe auto’s, met een datum eerste tenaamstelling vanaf 1 januari 2027.

Let op!

De 52% pseudo-eindheffing komt ten laste van de werkgever. Het is een extra heffing. De bijtelling voor de auto van de zaak die geldt voor een werknemer als de auto ook privé wordt gereden, blijft namelijk ook gewoon in stand.

52% over 22% van de cataloguswaarde

De 52% pseudo-eindheffing wordt straks berekend over de grondslag voor de bijtelling voor de auto van de zaak. Het lijkt erop dat daarmee in de meeste gevallen bedoeld wordt: 52% over 22% van de cataloguswaarde van de auto, inclusief btw en bpm. In tegenstelling tot de bijtelling voor de auto van de zaak wordt bij de berekening van de pseudo-eindheffing echter geen rekening gehouden met de eigen bijdrage van de werknemer.

Let op!

De pseudo-eindheffing wordt per aangiftetijdvak verschuldigd. Doet een werkgever per maand aangifte loonbelasting, dan betaalt hij dus in dit geval elke maand 1/12 maal 52% over 22% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm).

Uitzonderingen
De pseudo-eindheffing van 52% geldt straks niet als:

  • de auto van de zaak die ter beschikking wordt gesteld, geen CO2-uitstoot heeft (volledig elektrische en waterstof aangedreven auto’s vallen dan ook buiten deze heffing), of
  • de auto van de zaak niet voor privégebruik ter beschikking wordt gesteld (er geldt dan dus ook geen bijtelling voor de auto van de zaak). Een bestelauto, waar geen bijtelling voor geldt omdat deze niet voor privégebruik ter beschikking staat, wordt dus niet geraakt door de pseudo-eindheffing.

Let op!

De pseudo-eindheffing is een heffing voor werkgevers. Dit betekent dat als een bv een auto van de zaak ter beschikking stelt aan een dga, deze bv ook met de heffing te maken kan krijgen. Een zzp’er met een eenmanszaak kan echter niet met de heffing te maken krijgen.

Belastingplan 2026

De maatregel is nog niet definitief. Het plan is om de maatregel op te nemen in het Belastingplanpakket 2026 dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Nu het kabinet demissionair is, is onduidelijk of dit voorstel ook daadwerkelijk ingevoerd wordt.

Eindheffing wisselend gebruikte bestelauto in 2025 hoger

De bijtelling voor het privégebruik auto van een afwisselend door meerdere werknemers gebruikte bestelauto kan een werkgever afkopen door het toepassen van een eindheffing. Het bedrag van die eindheffing is al sinds de introductie in 2006 € 300 per jaar. In 2025 is dit bedrag gecorrigeerd voor inflatie vanaf 2006 en daarmee verhoogd naar € 438 per jaar (€ 36,50 per maand) Het bedrag blijft daarna ook niet jarenlang hetzelfde, maar wordt vanaf 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd.

Let op!

Als gevolg van rechtspraak in 2019 (ECLI:NL:GHDHA:2019:3152) zien we in de praktijk dat de Belastingdienst voor toepassing van de eindheffing van een wisselend gebruikte bestelauto als voorwaarde stelt dat het bijhouden van een rittenregistratie voor de bestelauto bezwaarlijk is. Houd er dus rekening mee dat in situaties waarin het bijhouden van een rittenregistratie in de visie van de Belastingdienst niet bezwaarlijk is, de Belastingdienst toepassing van de eindheffing niet accepteert.

Tip!

Het bedrag van € 438 geldt alleen voor een afwisselend door meerdere werknemers gebruikte bestelauto. Staat een personenauto aan meerdere werknemers ter beschikking voor privégebruik? Dan kunt u de bijtelling per werknemer baseren op de mate waarin de auto aan de werknemer ter beschikking staat. Staat een auto bijvoorbeeld aan twee werknemers in gelijke mate ter beschikking en gebruiken zij de auto beiden ook privé? Dan bedraagt de bijtelling bij beide werknemers 50% van de gebruikelijke bijtelling.

Reiskostenvergoedingen in 2025 gelijk aan 2024

In 2025 zijn de fiscaalvrije vergoedingen van zakelijke reiskosten van werknemers gelijk aan 2024. Alleen de gerichte vrijstelling van ov-abonnementen is uitgebreid van alleen binnenlands openbaar vervoer naar ook buitenlands openbaar vervoer.

Openbaar vervoer

De regels rond vergoedingen van door de werkgever betaalde abonnementen voor het openbaar vervoer zijn vanaf 2024 gewijzigd. Als met het ov-abonnement in enige mate ook daadwerkelijk zakelijk wordt gereisd, dan geldt een gerichte vrijstelling. Het maakt daarbij niet uit of het ov-abonnement ter beschikking wordt gesteld, verstrekt of vergoed. Dit blijft in 2025 ook zo. Wel is de gerichte vrijstelling vanaf 2025 verder uitgebreid: de vrijstelling geldt vanaf 2025 niet alleen maar voor binnenlands openbaar vervoer, maar ook voor buitenlands openbaar vervoer.

Let op!

Het is voor de gerichte vrijstelling niet van belang in welke mate het door de werkgever betaalde abonnement zakelijk wordt gebruikt. Als het abonnement maar in enige mate zakelijk wordt gebruikt. Het privégebruik wordt ook niet apart belast.

Tip!

Onder de gerichte vrijstelling voor een ov-abonnement valt ook de terbeschikkingstelling, verstrekking of vergoeding van een voordeelurenkaart, mits met deze kaart in enige mate ook daadwerkelijk zakelijk wordt gereisd.

Reiskostenvergoeding niet hoger

De reiskostenvergoeding voor zakelijke reiskosten met eigen vervoer, waaronder woon-werkverkeer, is in 2025 € 0,23/km, gelijk aan 2024. Dit betekent dat reiskostenvergoedingen ook in 2025 onbelast zijn voor zover de vergoeding niet meer bedraagt dan € 0,23/km. Dit betreft vrijwel alle vormen van vervoer, dus bijvoorbeeld ook de afgelegde kilometers per fiets en bromfiets.

Verduidelijking/versoepeling bijtelling fiets van de zaak

Stel je een fiets aan een werknemer ter beschikking die de werknemer voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt deze fiets geacht ook voor privégebruik ter beschikking te staan. Per kalenderjaar geldt dan een bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets.

Over deze bijtelling moet je loonbelasting/premies volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en werkgeversheffing Zvw betalen of de bijdrage Zvw inhouden.

Let op!

Je kunt er ook voor kiezen om de bijtelling aan te wijzen in de vrije ruimte, mits aan de gebruikelijkheidstoets wordt voldaan. Overschrijdt je in een jaar met alle aanwijzingen de vrije ruimte, dan betaal je als werkgever 80% eindheffing hierover.

Verplichte rapportage zakelijk en woon-werkverkeer werknemers uiterlijk 30 juni 2025

Werkgevers met 100 of meer werknemers zijn verplicht uiterlijk 30 juni 2025 te rapporteren over het zakelijk verkeer en het woon-werkverkeer van hun werknemers in 2024. Deze verplichting maakt onderdeel uit van de Omgevingswet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De verplichting staat bekend onder de naam ‘Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’, afgekort WPM.

Let op!

Voor de grens van 100 of meer werknemers moeten de werknemers van alle vestigingen (van een onderneming of rechtspersoon) bij elkaar worden opgeteld. Hierbij tellen alleen werknemers mee die een arbeidsovereenkomst hebben en minimaal 20 uur betaald werk per maand verrichten. Ingehuurde gedetacheerden en uitzendkrachten tellen niet mee.

Zorg dat je administratie op orde is

Heb je meer dan 100 werknemers in dienst? Dan ben je vanaf 1 juli 2024 verplicht om diverse gegevens bij te houden en te rapporteren.

Welke gegevens?

In een handreiking van RVO staat welke gegevens je moet bijhouden. Dit zijn bijvoorbeeld het totaalaantal kilometers dat je werknemer heeft afgelegd voor zakelijk verkeer en woon-werkverkeer, maar ook het jaartotaal aan kilometers, verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype.

Let op!

De gegevens over 2024 kun je vanaf 15 januari 2025 tot uiterlijk 30 juni 2025 doorgeven. Je kunt kiezen om te rapporteren over alleen de 2e helft van 2024 of over heel 2024. In 2026 is een rapportage over het hele jaar 2025 verplicht. Aanwijzingen over de wijze waarop je moet rapporteren, vind je in de handleiding ‘Aan de slag met het online formulier WPM’.

Tip!

Voor de uitzendbranche is een aparte handreiking beschikbaar.

Let op!

Op 15 april 2025 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen over het verminderen van de regeldruk voor het midden- en kleinbedrijf. De Tweede Kamer spreekt in deze motie uit dat de voorkeursoptie van de Ministeriële Stuurgroep Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid zou moeten zijn dat de WPM wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers. De aangenomen motie betekent, zeker nu het kabinet demissionair is, niet dat de WPM ook daadwerkelijk al wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers. Bedrijven met 100 of meer werknemers moeten daarom nu gewoon nog aan de rapportageverplichtingen voldoen.