Het kabinet wil de aftrek van vervoerskosten bij ziekte vanaf volgend jaar vereenvoudigen. Vanaf 2025 geldt een standaardtarief van € 0,23 per kilometer voor het berekenen van vervoerskosten bij ziekte. Ernstig zieken en invaliden kunnen vanaf 2025 alleen een vast bedrag van € 925 per jaar aan extra vervoerskosten aftrekken.
Zorgkosten zijn onder voorwaarden aftrekbaar van uw inkomen. De wet bevat een limitatief aantal aftrekbare zorgkosten. Dit betreft onder andere de kosten van geneeskundige hulp, hulpmiddelen en vervoer. Bij deze laatste gaat het om vervoerskosten in verband met het bezoeken van een medisch hulpverlener of apotheek, extra vervoerskosten die men vanwege een ziekte of handicap maakt ten opzichte van een gezond persoon en de kosten van het regelmatig bezoeken van een zieke huisgenoot .
Voor de aftrek van zorgenkosten en dus ook vervoerskosten geldt een aantal voorwaarden. Deze vindt je hier.
In het Belastingplan 2025 wordt voorgesteld om de aftrek van vervoerskosten te vereenvoudigen. Zo hoef je voor de bepaling van de kosten van autovervoer naar een medisch hulpverlener of apotheek niet langer de werkelijke autokosten in aftrek uit te rekenen, maar kan je een bedrag van € 0,23 per km in aftrek brengen. Het berekenen van de werkelijke autokosten is niet eenvoudig omdat dit veel verschillende kostenposten bevat en kan discussie met de Belastingdienst opleveren.
Hoewel de aftrek tegen een vast bedrag van € 0,23 wellicht een vereenvoudiging is, voel je dit waarschijnlijk ook in jouw portemonnee. Tot en met 2024 mag je namelijk de werkelijke autokosten per kilometer in aftrek brengen. Deze zullen over het algemeen hoger zijn dan € 0,23 per kilometer.
Voor reiskosten met de taxi of het openbaar vervoer blijven de werkelijke kosten aftrekbaar. Hiervoor moet je wel uw bonnen bewaren.
Als je ziek of invalide bent en je daardoor meer vervoerskosten maakt dan mensen die niet ziek of invalide zijn, mag je op dit moment die extra kosten in aftrek brengen. Dit is geen eenvoudige berekening omdat je én de werkelijke autokosten moet berekenen én een vergelijking moet maken met de autokosten van mensen die in financieel en maatschappelijk opzicht vergelijkbaar met jou zijn. Alleen als je aannemelijk kunt maken dat je door uw ziekte of invaliditeit meer autokosten maakt, mag je die aftrekken.
Vanwege de beoogde vereenvoudiging wordt ook deze aftrek van extra vervoerskosten voor ernstig zieken en invaliden gewijzigd. Zij hoeven vanaf 2025 niet langer de werkelijke extra gemaakte vervoerkosten vast te stellen, maar kunnen een vast bedrag van € 925 per jaar aftrekken.
Om hiervoor vanaf 2025 in aanmerking te komen moet kunnen worden aangetoond dat de ernstig zieke of gehandicapte persoon niet meer dan 100 meter lopend af kan leggen. Dit kan bijvoorbeeld met een gehandicaptenkaart, PGB, gemeentebesluit WMO of doktersverklaring.
Een eventuele vergoeding die de zieke of invalide persoon ontvangt of had kunnen ontvangen moet in mindering worden gebracht op het vaste bedrag van € 925 per jaar.
Bepaalde aanpassingen aan de auto van de zieke of invalide persoon, bijvoorbeeld het aanpassen van de auto voor het vervoer van een rolstoel, blijven vanaf 2025, onder de daarvoor gestelde voorwaarden, aftrekbaar als uitgaven voor een hulpmiddel.
Tenslotte vindt een kleine wijziging plaats in de aftrek van vervoerskosten voor het bezoeken van een huisgenoot in een ziekenhuis of zorginstelling. Vanaf 2025 is voor toepassing van de aftrek niet langer beslissend dat bij aanvang van de ziekte een gemeenschappelijke huishouding werd gevoerd met de verpleegde, maar dat dit het geval was bij aanvang van de verpleging.
Dit voorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.