22 januari 2021
Bij lage winsten zijn verenigingen en stichtingen vrijgesteld van vennootschapsbelasting (Vpb). Dat klinkt goed, maar verliezen kun je dan ook niet verrekenen. Daarom kan het voordeliger zijn om bij verliezen te kiezen voor belastingplicht.
Momenteel loopt over die tijdsevenredige berekening van de winstgrens een rechtszaak bij de Hoge Raad.
Als je aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoet, geldt de vrijstelling automatisch. Je hoeft deze dus niet aan te vragen. Dat klinkt aantrekkelijk, maar dat betekent dat de vrijstelling automatisch gaat gelden wanneer de winst daalt. Ook het vormen van bijvoorbeeld een fiscale coronareserve kan ertoe leiden dat de vrijstelling automatisch gaat gelden, omdat ook het vormen van een reserve resulteert in een winstdaling.
Door het van toepassing zijn van de vrijstelling ‘verlaat’ jouw onderneming daarmee de vennootschapsbelasting. Daardoor moet je over eventueel aanwezige reserves en goodwill afrekenen. De vrijstelling leidt er ook toe dat je verliezen niet kunt verrekenen. Omdat verliezen beperkt verrekenbaar zijn, kan dat leiden tot verliesverdamping.
Om vervelende gevolgen van de automatische vrijstelling te voorkomen, kan het verstandig zijn te kiezen voor belastingplicht. De keuze voor belastingplicht geldt voor minimaal 5 jaar.
Tip!
Kiezen voor belastingplicht doe je door gelijktijdig met het indienen van de aangifte een verzoek daartoe in te dienen. Dat wil zeggen: voordat de inspecteur de definitieve aanslag over het betreffende jaar vaststelt. Doe dit wel tijdig om verliesverdamping te voorkomen.