Bij vermindering of vernietiging van een aanslag heb je onder bepaalde voorwaarden recht op vergoeding van jouw proceskosten. Dat kan ook gelden als jouw aanslag lager wordt door rechtsherstel box 3.
In de wet- en regelgeving is geregeld dat je onder bepaalde voorwaarden recht hebt op vergoeding van proceskosten als een beroep bij een rechter leidt tot een lagere aanslag. Ook als de Belastingdienst jouw aanslag geheel of gedeeltelijk vermindert voordat een rechter beslist over jouw beroep en je het beroep daarom intrekt, heb je onder bepaalde voorwaarden recht op vergoeding van jouw proceskosten.
Zo oordeelde een rechtbank onlangs dat de Belastingdienst de proceskosten van een belastingplichtige moest vergoeden. De belastingplichtige had beroep ingesteld tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2017 en 2018. De Belastingdienst verminderde vervolgens, voordat de rechter besliste over het beroep, de aanslagen door rechtsherstel box 3 te bieden. De belastingplichtige trok het beroep vervolgens in, maar verzocht de rechtbank wel de Belastingdienst te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank voldeed aan dit verzoek.
Als je rechtsherstel box 3 krijgt omdat jouw bezwaar viel onder de massaalbezwaarprocedure, heb je geen recht op vergoeding van de kosten van jouw bezwaar.
Je krijgt niet alle kosten vergoed. In de regelgeving is bepaald welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Daaronder vallen in ieder geval de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze kosten worden in beginsel niet volledig vergoed, maar berekend volgens een puntensysteem. Dit puntensysteem leidt over het algemeen tot een lagere vergoeding dan de werkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.