3 juni 2025

Voordeel branche-eigen producten mag eenvoudiger worden gewaardeerd

Een bedrijf gaf in de periode 2015-2019 zijn personeel en hun gezinsleden korting op de standaardvervoersprijs voor privéritten met de trein. Deze korting kwam overeen met de collectiviteitskorting die het bedrijf, als zakelijke grootverbruiker van vervoer, ontving van een groepsvennootschap. Op grond van een cao-bepaling was het bedrijf verplicht dit voordeel door te geven aan de werknemer.

Geen loon

Rechtbank Gelderland behandelde deze zaak. Het bedrijf nam het standpunt in dat het voordeel op de standaardvervoersprijs een collectiviteitskorting vormde. Omdat een dergelijk voordeel voortvloeit uit het feit dat er collectief voordelige afspraken zijn gemaakt met een derde, is dan geen sprake van loon.

Wel loon

De Belastingdienst was het hier niet mee eens. De Belastingdienst meende dat de korting op de vervoersprijs wel degelijk belastbaar loon was, omdat particulieren deze korting niet konden krijgen en dus duurder uit zijn. Het voordeel van de korting moest volgens de Belastingdienst gesteld worden op de korting ten opzichte van de normale prijs die een particulier moest betalen.

Volgens de rechtbank is de korting inderdaad onderdeel van het loon. De korting vloeide immers voort uit cao-afspraken en werd gegeven door de werkgever.

Hoe hoog

Volgende vraag is nu hoe hoog dit loon is. Voor producten uit de eigen branche van de werkgever gelden daarbij speciale regels om ervoor te zorgen dat deze de waarde niet kan beïnvloeden. Deze regels waren tot 2020 strenger dan tegenwoordig.

Nu de verwachting is dat werknemers bij andere grootverbruikers met een vergelijkbare bepaling in de cao eenzelfde korting zouden krijgen, oordeelt de rechtbank dat de waarde van het vervoersbewijs gesteld mag worden op de prijs, rekening houdend met de korting.

Toepassing van deze uitspraak

Op grond van deze uitspraak kun je voor de waardering van een branche-eigen product makkelijker aansluiten bij het bedrag dat bij andere werkgevers (bij wie het geen branche-eigen producten zijn) in aanmerking mag worden genomen. Daarbij komt dat de waardering van branche-eigen producten vereenvoudigd is. Dat betekent per saldo dat wanneer andere werkgevers branche-eigen producten van je kunnen kopen met voordeel, en zij dit voordeel doorgeven aan hun werknemers, ook jij mag uitgaan van deze waarde. Zorg daarbij wel voor bewijs.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Inhouding huisvestingskosten op minimumloon blijft 25% in 2025
In 2025 mogen werkgevers nog steeds maximaal 25% van het wettelijk minimumloon inhouden voor de huisvestingskosten van werknemers. Het eerder aangekondigde plan om dit percentage geleidelijk te verlagen en uiteindelijk te verbieden, gaat voorlopig niet door.
Lees verder
arrow right
Verplichte btw-vrijstelling voor maatschappelijk werk en schuldhulpverlening vanaf 2026
Vanaf 1 januari 2026 wordt waarschijnlijk een verplichte btw-vrijstelling ingevoerd voor diverse leveringen en diensten van sociale en culturele aard.
Lees verder
arrow right
AOW-leeftijd in 2031 blijft gelijk op 67 jaar en 3 maanden
De AOW-leeftijd blijft in 2031 gehandhaafd op 67 jaar en 3 maanden, hetzelfde als in 2030. Deze leeftijd wordt vijf jaar van tevoren vastgesteld en daarna niet meer aangepast. De berekening is gebaseerd op de levensverwachting.
Lees verder
arrow right