De voorlopige forfaits voor het rendement op banktegoeden en schulden in box 3 voor 2025 zijn vastgesteld. De Belastingdienst hanteert deze forfaits bij het berekenen van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor 2025.
Bij het berekenen van de voorlopige aanslag houdt de Belastingdienst geen rekening met jouw werkelijke rendement in 2025. Door verschillende uitspraken van de Hoge Raad in 2024 moet de Belastingdienst jouw box 3-heffing vaststellen op basis van jouw werkelijke rendement als dit lager is dan de box 3-heffing berekend op grond van de forfaitaire rendementspercentages. Het werkelijke rendement kan echter pas na afloop van 2025 berekend worden.
De Hoge Raad heeft in de verschillende uitspraken ook aanwijzingen gegeven over de wijze waarop jouw werkelijke rendement berekend moet worden. Houd er rekening mee dat wat je verstaat onder werkelijk rendement wellicht anders is dan de invulling die de Hoge Raad daaraan geeft. Zo rekent de Hoge Raad bijvoorbeeld ook waardestijgingen tot jouw werkelijke rendement en mag je bijvoorbeeld geen kosten in aftrek brengen.
Bij het berekenen van jouw box 3-heffing in de voorlopige aanslag IB 2025 rekent de Belastingdienst met een voorlopig vastgesteld forfaitair rendement van 1,44% voor banktegoeden en 2,62% voor schulden. Het definitieve forfaitaire rendement voor banktegoeden en schulden worden pas begin 2026 bekendgemaakt.
Voor alle overige bezittingen in box 3 is het forfaitaire rendement voor 2025 wel al definitief vastgesteld. Dit bedraagt in 2025 5,88%.