Vanaf 2026 mogen werkgevers jaarlijks steeds minder kosten voor huisvesting inhouden op het wettelijk minimumloon van werknemers. Deze inhouding, die veel voorkomt bij arbeidsmigranten, wordt vanaf 2030 volledig verboden. De overheid wil hiermee misstanden en afhankelijkheidsrelaties voorkomen.
Met name bij arbeidsmigranten komt het veel voor dat werkgevers voor de huisvesting zorgen en daarvoor een bedrag inhouden op het loon van de werknemer. Bij een minimumloon mag die inhouding in 2025 nog maximaal 25% van dat loon zijn.
Het kabinet vindt dat de inhouding een verdienmodel én afhankelijkheid van de werknemer in de hand kan werken. Dit kan leiden tot uitbuiting van arbeidsmigranten. Daarom wil het kabinet de regeling afschaffen.
Het voorstel is om vanaf 2026 5% per jaar af te bouwen en vanaf 2030 de mogelijkheid om de kosten van huisvesting in te houden op het wettelijk minimumloon volledig af te schaffen.
Jaar | Maximum inhoudingspercentage |
2025 | 25% |
2026 | 20% |
2027 | 15% |
2028 | 10% |
2029 | 5% |
2030 | 0% |
Een werkgever mag vanaf 2030 nog steeds huisvesting verzorgen voor de werknemer. Het is dan alleen niet meer mogelijk om een deel van de kosten in te houden op het wettelijk minimumloon.