Twijfel je of je je auto zakelijk moet aanschaffen of beter privé kunt houden? Dit is een veelvoorkomende vraag onder ondernemers, waarbij de fiscale voordelen en nadelen een belangrijke rol spelen. In dit artikel zetten we de belangrijkste overwegingen op een rij, zodat je een weloverwogen keuze kunt maken.
Het is niet eenvoudig om te beoordelen wat voordeliger is: een auto op de zaak of in privé rijden. De beoordeling is namelijk afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals de hoogte van de afschrijvingen, de onderhoudskosten, de verzekeringskosten, de motorrijtuigenbelasting, eventuele financieringskosten, de CO2-uitstoot van de auto, het aantal in een jaar te rijden privé- en zakelijke kilometers en de btw-gevolgen. Als je deze gegevens helder voor ogen zou hebben, kun je berekenen wat het voordeligst is. Over het algemeen zijn deze gegevens echter niet volledig bekend en zal van schattingen moeten worden uitgegaan. De werkelijkheid kan dan afwijken van de berekeningen. Vervolgens moet je ook nog rekening houden met belastingtarieven en inkomensafhankelijke heffingskortingen, die ook nog eens regelmatig wijzigen.
Ben je ondernemer in de inkomstenbelasting, dan mag je doorgaans kiezen of je de auto tot je ondernemingsvermogen rekent of tot je privévermogen. Die keuze heb je echter niet als je maar maximaal 500 kilometer per jaar privé met de auto rijdt. Je moet de auto dan verplicht tot het ondernemingsvermogen rekenen. Rijd je minder dan 10% van het aantal kilometers zakelijk, dan moet je de auto verplicht tot het privévermogen rekenen.
De auto van de zaak heeft een aantal voordelen:
Schaf je in 2025 een milieuvriendelijke auto aan en reken je deze tot het ondernemingsvermogen, dan kom je mogelijk in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA geldt in 2025 alleen nog voor een waterstofpersonenauto en voor een personenauto op zonnecellen met een CO2-uitstoot van 0 gr/km. Er gelden verschillende aftrekpercentages en er zijn maxima gesteld aan de in aanmerking te nemen investeringsbedragen.
Soort auto MIA % Maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag Waterstofpersonenauto
(eventueel incl. laadstation) 45% over 90% van investeringsbedrag € 75.000 Zonnecel-personenauto 36% over 90% van investeringsbedrag € 100.000
De auto van de zaak brengt ook een aantal nadelen met zich mee:
Verricht je onderneming ook btw-vrijgestelde prestaties, dan kan sowieso een deel van de btw niet in aftrek worden gebracht. Verricht je bijvoorbeeld voor 40% vrijgestelde prestaties, dan kan ook 40% van de btw niet in aftrek worden gebracht. Ook de niet-aftrekbare btw vanwege het privégebruik wordt dan naar rato verminderd. Bij 40% vrijgestelde prestaties is de correctie dan niet 2,7%, maar 60% (100% -/- 40%) x 2,7%. Je kunt immers ook maar 60% van alle btw aftrekken.
De fiscale spelregels voor de bijtelling privégebruik auto zijn afhankelijk van je ondernemingsvorm: ben je directeur-grootaandeelhouder (dga) en opereer je vanuit een bv, dan word je voor het privégebruik van de auto belast in de loonbelasting. Ben je echter een ondernemer die opereert vanuit een eenmanszaak, vof, cv of maatschap, dan word je voor het privégebruik van de auto belast in de inkomstenbelasting. Voor de laatste categorie kan de bijtelling nooit méér bedragen dan de werkelijke kosten van de auto in dat jaar (inclusief afschrijving).
Voor de meeste auto’s die vanaf 2017 op kenteken zijn gezet geldt een standaardbijtelling van 22% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm). Alleen voor auto’s zonder CO2-uitstoot geldt nog een lagere bijtelling. De lage bijtelling is voor auto’s die sinds 2019 op kenteken zijn gezet, beperkt tot een deel van de cataloguswaarde (met uitzondering van auto’s op waterstof en op zonnecellen). Over het meerdere geldt de normale bijtelling van 22%.
Voor een nieuwe auto gelden in 2025 de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:
CO2-uitstoot Bijtelling 0 (op batterij) 17% tot € 30.000, daarboven 22% 0 (op waterstof of op zonnecellen) 17% onbeperkt Meer dan 0 22%
Je wordt in beginsel niet elk jaar met een nieuw bijtellingspercentage geconfronteerd. Een vastgesteld percentage blijft voor alle auto’s gedurende 60 maanden geldig. Pas na deze periode wordt de bijtelling vastgesteld aan de hand van de dan geldende percentages.
Een auto met datum eerste toelating tot de weg van uiterlijk 31 december 2016 krijgt na 60 maanden geen bijtelling van 22%, maar van 25%. Dit is alleen anders als het een elektrische auto betreft met een CO2-uitstoot van nul. Hiervoor wordt de bijtelling in 2025 20% tot een cataloguswaarde van € 30.000 en 25% over het meerdere.
Een bijtelling kan achterwege blijven indien je kunt bewijzen dat je op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto hebt gereden. Woon-werkkilometers worden voor de inkomstenbelasting gezien als zakelijk, ook als je thuis gaat lunchen. Voor de btw gelden die kilometers echter als privé.
Is je auto ouder dan 15 jaar? Dan bedraagt de standaardbijtelling geen 22% van de cataloguswaarde, maar 35% van de waarde van de auto in het economisch verkeer.
De auto die je in privé aanschaft, heeft een aantal voordelen:
De auto in privé brengt ook een aantal nadelen met zich mee:
Als je onderneming nagenoeg alle kosten van je privéauto aan je vergoedt, kan je privéauto door de Belastingdienst alsnog als auto van de zaak worden aangemerkt.
Het antwoord op de vraag wat voordeliger is, de auto zakelijk of privé, is afhankelijk van allerlei, vaak niet precies bekende omstandigheden en factoren. Dit maakt het lastig om exact te berekenen wat voordeliger is. Toch is er wel een aantal grove vuistregels te geven. Zo is bij lage afschrijvingskosten of bij veel zakelijke kilometers een privéauto over het algemeen voordeliger. Maak echter geen ondoordachte keuze. Wij kunnen aan de hand van alle gegevens een berekening van de voordeligste variant voor je maken.
Staat een auto eenmaal op de zaak, dan kun je als ondernemer in de inkomstenbelasting deze in beginsel niet overbrengen naar privé. Overbrengen naar privé kan wel als er fiscaal sprake is van een zogenaamde bijzondere omstandigheid. Daarvan is niet vaak sprake. Een bijzondere omstandigheid is bijvoorbeeld een wetswijziging of rechterlijke uitspraak waardoor je een andere keuze gemaakt zou hebben als je dit zou hebben geweten voordat je besliste de auto op de zaak te zetten. Of als je de auto helemaal niet meer zakelijk zou gebruiken (bijvoorbeeld omdat je een nieuwe auto koopt). Dan ben je zelfs verplicht de auto voortaan tot het privévermogen te rekenen. Deze overgang moet plaatsvinden voor de werkelijke waarde, waardoor je – afhankelijk van de fiscale boekwaarde – een boekwinst of -verlies realiseert. Ook voor de btw kan dit gevolgen hebben.
Een auto op naam van je bv is in beginsel altijd zakelijk. Bij een bv is overbrengen naar privé wel mogelijk, zelfs als er geen bijzondere omstandigheden zijn. Je kunt namelijk de auto altijd van je bv aan jezelf als dga verkopen. Vervolgens kun je zakelijke ritten voor de bv maken tegen een vergoeding van € 0,23 per kilometer.
Er is onduidelijkheid over de vraag over welk bedrag btw verschuldigd is als een dga de auto overneemt van de bv en deels betaalt via de uitdeling van verkapt dividend. Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat over de hele waarde van de auto btw verschuldigd is, terwijl gerechtshof Den Bosch oordeelde dat over het verkapte dividend geen btw verschuldigd is. In een soortgelijke situatie kun je de btw over de hele waarde van de auto afdragen en bezwaar maken tegen je eigen aangifte. Op die manier stel je je rechten zeker als de Hoge Raad duidelijk heeft gemaakt welke visie de juiste is. Bovendien voorkom je op deze manier een boete.
Gezien de relatief lage onbelaste vergoeding van € 0,23 per kilometer en de hoge brandstofkosten zal de vergelijking tussen een auto zakelijk of privé in 2025 mogelijk anders uitvallen dan in andere jaren het geval was.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.