Veel Nederlanders brengen hun vakantie door op campings. Wanneer een ouder van een gezin vanaf de camping naar het werk rijdt, rijst de vraag of dit als woon-werkverkeer kan worden beschouwd. Ook wordt afgevraagd of in dit geval een belastingvrije reiskostenvergoeding mogelijk is.
In 2024 is voor zakelijke ritten een onbelaste reiskostenvergoeding mogelijk van € 0,23/km. Die vergoeding geldt ook voor het woon-werkverkeer. De Belastingdienst heeft voor een tweetal situaties aangegeven wanneer ritten vanaf de camping naar het werk als woon-werkverkeer classificeert.
In de eerste situatie gaat het om een werknemer waarvan het gezin op de camping staat. De werknemer verblijft thuis, maar besluit de weekends bij het gezin op de camping door te brengen. De Belastingdienst geeft aan dat de rit op vrijdagmiddag vanaf het werk naar de camping en op maandagmorgen vanaf de camping naar het werk, niet aangemerkt kunnen worden als woon-werkverkeer. Een belastingvrije reiskostenvergoeding voor die ritten is dus niet mogelijk.
Ook wordt ingegaan op de situatie dat een werknemer enkele maanden op de camping staat en gedurende die periode dagelijks vanaf de camping op en neer naar het werk rijdt. De Belastingdienst geeft aan van mening te zijn dat de camping dan gezien kan worden als verblijfplaats. Dit betekent dat de ritten tussen werk en camping in beginsel aangemerkt kunnen worden als woon-werkverkeer en een belastingvrije reiskostenvergoeding mogelijk is.
De Belastingdienst spreekt van ‘enkele maanden’. Waar de grens precies ligt, is niet duidelijk.
De Belastingdienst geeft ook aan dat altijd de redelijkheid in acht moet worden genomen. Men name als een werknemer om privéredenen een woon- of verblijfplaats betrekt die veel verder van het werk is gelegen, is het discutabel of die situatie nog redelijk is om een belastingvrije vergoeding voor woon-werkverkeer te verstrekken. De inspecteur mag beoordelen of dit het geval is en of een onbelaste reiskostenvergoeding mogelijk is.
Aangegeven wordt ook dat altijd uitzonderingen mogelijk zijn. Zo kan een rit van de camping naar het werk ook als zakelijk worden aangemerkt als de rit bijvoorbeeld plaatsvindt naar aanleiding van een verzoek van de werkgever.
De Belastingdienst gaat niet in op de positie van de zelfstandige ondernemer die op een camping verblijft. Het is echter aannemelijk dat dan dezelfde uitgangspunten gelden. Dat wil zeggen dat in gevallen waarin een onbelaste vergoeding mogelijk is, een zelfstandige ondernemer € 0,23/km ten laste van zijn winst kan brengen.
Neem bij twijfel contact op met uw adviseur om naheffingen te voorkomen. Bij verschil van mening kunt u altijd nog naar de rechter stappen.