Lever je goederen over de grens of verricht je diensten aan afnemers buiten Nederland, dan moet je je verdiepen in de mogelijke btw-verplichtingen in andere landen. Moet ik btw in rekening brengen? Welk tarief moet ik toepassen? Wie moet de btw afdragen? In welk land moet de btw worden betaald? Hoe moet ik betaalde btw terugvragen?
In dit nieuwsartikel wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee je te maken kunt krijgen als je zakendoet met het buitenland.
Om te bepalen waar – in Nederland of in het buitenland – btw verschuldigd is, is het essentieel om eerst vast te stellen waar de prestatie wordt verricht. Is dit in Nederland, dan heb je te maken met Nederlandse btw-verplichtingen. Is dit in het buitenland, dan heb je te maken met btw-verplichtingen in het buitenland.
De plaats waar je je bevindt op het moment dat je een prestatie verricht, is lang niet altijd de plaats waar de prestatie verricht wordt voor de btw. Maak daarom niet de vergissing om automatisch aan te nemen dat bijvoorbeeld een dienst die je in Nederland verricht, ook daadwerkelijk in Nederland belast is.
De regels om vast te stellen waar de prestatie verricht wordt, zijn niet eenvoudig. Van belang is om in ieder geval onderscheid te maken tussen de levering van goederen en het verrichten van diensten. Voor beide categorieën gelden namelijk andere regels.
Bepalen de regels dat jouw prestatie in het buitenland verricht wordt, dan hoef je lang niet altijd in het buitenland ook daadwerkelijk btw te betalen. In veel gevallen kan namelijk binnen de EU een verleggingsregeling worden toegepast, waarbij je de btw kunt verleggen naar jouw afnemer. Deze zal dan zorg moeten dragen voor de afdracht van de buitenlandse btw.
Bij levering van goederen aan een ondernemer in de EU zal over het algemeen sprake zijn van een intracommunautaire levering (ICL) tegen het 0% btw-tarief. Voorwaarde is dat de goederen vanuit Nederland naar een ander EU-land worden vervoerd en dat je over het btw-identificatienummer beschikt van de in dat EU-land gevestigde ondernemer.
Je kunt het btw-identificatienummer van jouw afnemer checken op deze site.
Je berekent 0% btw, maar geeft deze levering wel aan (tegen 0% btw) in jouw btw-aangifte en in jouw opgaaf intracommunautaire prestaties. Jouw buitenlandse afnemer verricht in het andere EU-land een intracommunautaire verwerving (ICV) en draagt daar de btw af tegen het daar geldende btw-tarief (maar kan deze btw over het algemeen in zijn aangifte ook weer in aftrek brengen).
Je levert goederen aan een ondernemer in Frankrijk met een Frans btw-identificatienummer. De goederen worden in verband met de levering vanuit Nederland naar Frankrijk vervoerd. Deze levering betreft een ICL. Voor de btw vindt de levering plaats in Nederland tegen het 0% btw-tarief. Jouw Franse afnemer verricht in Frankrijk een ICV. Hij draagt de btw hierover in Frankrijk af tegen het daar geldende btw-tarief.
Vanaf 1 juli 2021 geldt een nieuwe EU-btw-richtlijn voor e-commerce en zijn er nieuwe regels voor de btw op afstandsverkopen aan consumenten en ondernemers die niet btw-plichtig zijn en die in andere lidstaten van de EU wonen.
Vanaf 1 juli 2021 geldt één uniform drempelbedrag van € 10.000 voor de levering van goederen aan consumenten in de EU buiten Nederland. Dit drempelbedrag geldt voor alle verkopen aan consumenten in de EU buiten Nederland, dus inclusief de verkoop van digitale diensten. Blijft de ondernemer onder het drempelbedrag, dan berekent hij het Nederlandse btw-tarief en doet hij hier aangifte. Het transport moet dan wel in Nederland beginnen.
Als de drempel van € 10.000 in enig jaar wordt overschreden, moet direct worden gestart met de berekening van buitenlandse btw en mag de drempel van € 10.000 niet langer worden gebruikt, ook niet in het volgende kalenderjaar.
Het nieuwe drempelbedrag van € 10.000 geldt niet per lidstaat, maar voor alle lidstaten tezamen. Alleen als het totaal van alle afstandsverkopen aan consumenten in alle andere lidstaten niet meer dan € 10.000 bedraagt, is de uitzondering van toepassing.
Het is ondernemers toegestaan te kiezen voor btw-heffing in het buitenland en dus geen gebruik te maken van het drempelbedrag van € 10.000. Deze keuze moet de ondernemer op tijd melden bij de Belastingdienst. De keuze gaat namelijk pas in op de eerste dag van het op de melding volgende kalenderkwartaal. Wil de ondernemer de keuze in laten gaan met ingang van de datum van de eerste digitale dienst of afstandsverkoop, dan moet de melding uiterlijk de 10e van de daaropvolgende maand bij de Belastingdienst binnen zijn. Keuze voor btw-heffing in het buitenland kan voordelig zijn als het btw-tarief op de prestaties lager ligt dan in Nederland en met de klant een prijs inclusief btw is afgesproken. Ook kan via de buitenlandse btw-aangifte de buitenlandse voorbelasting van dat land worden teruggevraagd. Uiteraard brengt het wel extra administratieve lasten met zich mee.
Voorgaande btw-regels gelden alleen als de goederen worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van of door indirecte tussenkomst van de leverancier. Is jouw situatie anders, dan kunnen andere btw-regels gelden. Neem voor bij twijfel over jouw specifieke situatie contact met ons op.
Komen de afstandsverkopen boven het drempelbedrag uit of is vrijwillig gekozen om het drempelbedrag niet toe te passen, dan berekent de ondernemer de btw van het land waar de goederen heengaan. De ondernemer moet de btw daar ook afdragen en er aangifte doen. Hij kan echter ook kiezen voor een eenvoudig éénloketsysteem.
In dit éénloketsysteem kan de ondernemer de in andere EU-landen verschuldigde btw aangeven en afdragen bij de Nederlandse Belastingdienst. Hij moet zijn bedrijf dan aanmelden voor de ‘Unieregeling’ binnen het éénloketsysteem van de Belastingdienst. Zij zorgen dan dat de verschuldigde btw aan de diverse EU-landen wordt doorbetaald. Aanmelding kan via Mijn Belastingdienst Zakelijk.
Bij toepassing van de Unieregeling gelden voor facturering de Nederlandse btw-regels. Dit betekent dat je voor de afstandsverkopen niet verplicht bent om een factuur uit te reiken.
Via het éénloketsysteem kan geen voorbelasting worden teruggevraagd. Als er buitenlandse btw in rekening is gebracht, moet die worden teruggevraagd via een teruggaafverzoek buitenlandse btw. Het rechtstreeks terugvragen van buitenlandse btw kan wel als ervoor wordt gekozen om in het buitenland btw-aangifte te doen.
Sinds 18 mei 2021 is het ook mogelijk niet-EU-ondernemers aan te melden. Hiervoor is een tussenpersoon verplicht. Die moet gevestigd zijn in het land waar de niet-EU-ondernemer zich wil aanmelden.
Leveranciers van digitale e-commercediensten konden voor consumenten binnen de EU al gebruikmaken van een éénloketsysteem, het zogenaamde MOSS-systeem. Dit systeem is per 1 juli 2021 getransformeerd tot OSS en geldt dat dit gebruikt kan worden wanneer e-commercediensten en afstandsverkopen samen een omvang hebben van meer dan € 10.000 of wanneer vrijwillig is gekozen om het drempelbedrag niet toe te passen.
Bij levering van goederen aan een ondernemer of een particulier buiten de EU, is sprake van export als de goederen naar een land buiten de EU worden vervoerd. Over export ben je 0% btw verschuldigd. Voorwaarde hiervoor is wel dat je kunt aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten. Je berekent 0% btw, maar geeft deze export wel aan (tegen 0% btw) in jouw btw-aangifte.
Hiervoor zijn de hoofdregels voor de levering van goederen beschreven. Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de regels anders uitwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de levering van nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen of aan ABC-leveringen. Dit zijn leveringen waarbij de goederen door A aan B worden verkocht en vervolgens door B aan C doorverkocht. De goederen worden echter rechtstreeks door A aan C geleverd. Denk ook aan het geval van dropshipping (webshop koopt en verkoopt door, maar de leverancier van de webshop vervoert of verzendt de goederen rechtstreeks naar de particulier die op de webshop bestelde). Voor deze situaties kunnen andere regels gelden.
Overleg altijd met onze adviseurs over de btw-regels die in jouw specifieke situatie van toepassing zijn.
Volgens de hoofdregel is de dienst aan een ondernemer uit een ander EU-land belast in het land van jouw afnemer. Je berekent dan geen Nederlandse, maar ook geen buitenlandse btw. Je verlegt de btw namelijk naar jouw afnemer en jouw afnemer geeft de btw aan in zijn eigen land (tegen het daar geldende btw-tarief). Je geeft de dienst wel aan in jouw eigen btw-aangifte en jouw opgaaf intracommunautaire prestaties.
Op deze hoofdregel gelden uitzonderingen. Bijvoorbeeld als de dienst betrekking heeft op onroerende zaken, het verlenen van toegang tot bepaalde evenementen, verhuur van een vervoermiddel voor een korte periode, personenvervoer of restaurant- of cateringdiensten. Laat je daarom altijd vooraf goed informeren door onze adviseurs over de btw-regels in jouw eigen situatie.
Diensten aan een ondernemer buiten de EU zijn over het algemeen belast in het land van jouw afnemer. In de Nederlandse aangifte geef je hiervan niets aan. Informeer in het land van jouw afnemer aan welke verplichtingen je daar moet voldoen.
Volgens de hoofdregel is de dienst aan een particulier in het buitenland belast in Nederland. Je berekent hierover Nederlandse btw. Ook hier zijn echter vele uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld bij een dienst met betrekking tot een onroerende zaak, bij vervoersdiensten, restaurantdiensten, bemiddelingsdiensten etc.
Ook voor bepaalde andere diensten, zoals reclame- of adviesdiensten die je verricht aan een particulier buiten de EU, gelden andere regels. Deze diensten zijn over het algemeen belast in het land waar jouw particuliere afnemer gevestigd is.
Als je in 2022 als ondernemer ergens in de EU goederen en diensten hebt gekocht, kun je de btw via de Nederlandse Belastingdienst terugvragen. Je moet aan speciale formaliteiten voldoen en jouw btw vóór 1 oktober 2023 terugvragen. Te laat teruggevraagde btw wordt mogelijk niet terugbetaald. Bij in de EU betaalde btw kun je denken aan btw op getankte brandstof of bijvoorbeeld aan btw op een taxirit of een hotelovernachting tijdens een congres. Het gaat dus om alle btw op zakelijk aangeschafte goederen en diensten, door jou of door een van jouw medewerkers.
Als je btw wilt terugvragen, moet dat digitaal via de volgende site: eubtw.belastingdienst.nl/netp/. Daarvoor dien je over inloggegevens te beschikken. Vraagt jouw adviseur de btw voor jou terug, dan heb je allebei inloggegevens nodig. Heb je in een voorgaand jaar al btw teruggevraagd uit een EU-land, dan heb je reeds inloggegevens en dien je die te gebruiken. Je kunt geen nieuwe aanvragen, dus bel met de Belastingtelefoon als je ze kwijt bent. Is het de eerste keer dat je btw uit de EU terugvraagt, vraag dan inloggegevens aan via het formulier op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl, zoekterm ‘aanvraag inloggegevens’). Je moet dit formulier invullen, afdrukken en opsturen. Dit kan tot vier weken duren.
Als je met jouw gegevens bent ingelogd, kun je een verzoek tot teruggave van betaalde btw indienen. Dit moet je per EU-land specificeren. Van de aangeschafte goederen en diensten moet je onder meer de factuurdatum en het factuurnummer invullen. Voor teruggave van de btw uit sommige landen moet je facturen meesturen; ook dit kan alleen digitaal.
Jouw verzoek om teruggave van in 2022 betaalde btw moet per land minstens € 50 aan btw betreffen en moet vóór 1 oktober 2023 ingediend worden. Onder deze drempel beslist het betreffende land zelf of het jouw btw terugbetaalt. Grotere bedragen kun je al in de loop van het kalenderjaar terugvragen, als het bedrag minstens € 400 per drie maanden is.
De btw-wetgeving is niet eenvoudig. Er gelden hoofdregels, maar het zijn met name de uitzonderingen hierop die het ingewikkeld maken. Bijna geen enkele situatie is echt standaard. Overleg daarom met onze adviseurs over de btw-regels voor jouw eigen, specifieke situatie.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van dit nieuwsartikel de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van dit nieuwsartikel, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.