De fiscus kan bij een onjuiste aangifte een correctie opleggen. Bij geringe correcties wordt hiervoor het correctiebeleid gehanteerd. Wat houdt dit correctiebeleid in?
Het correctiebeleid komt er in beginsel op neer dat correcties bij de aangifte niet worden opgelegd als het te betalen bedrag niet meer dan € 225 bedraagt. De drempel bij een inkomenscorrectie bedraagt € 500. Negatieve correcties in het voordeel van de belastingplichtige worden altijd doorgevoerd. Bij navorderingen gaat het om een inkomenscorrectie van € 1.000 c.q. een te betalen belastingbedrag van € 450.
In een zaak bij het gerechtshof Amsterdam had de inspecteur een correctie aangebracht betreffende opgevoerde zorgkosten. De inspecteur liet een bedrag van € 623 minder in aftrek toe, waardoor de belastingplichtige € 167 meer aan belasting moest betalen. Die was van mening dat slechts aan één van de gestelde voorwaarden voldaan hoefde te worden om gebruik te kunnen maken van het correctiebeleid, en stapte naar de rechter.
De rechters waren het met de belastingplichtige eens en beslisten dat het verschil van € 167 niet betaald hoefde te worden. Volgens het gerechtshof was uit de tekst en strekking van de notitie inzake correctiebeleid niet op te maken dat bij een inkomenscorrectie meer dan € 500 en een te betalen bedrag tot € 225 er toch gecorrigeerd wordt. Een redelijke uitleg leidde er volgens het Hof juist toe dat dit niet de bedoeling was.
Als je inspeelt op het correctiebeleid of er bij herhaling gebruik van probeert te maken, kan de fiscus het correctiebeleid achterwege laten en ook onder genoemde grenzen corrigeren.