In bepaalde gemeentes zijn de ozb-tarieven aanzienlijk gestegen. Het gerechtshof in Den Haag heeft echter geoordeeld dat een verdubbeling van het tarief niet acceptabel is. In een zaak tegen de gemeente Vlaardingen tikt het Hof hen stevig op de vingers en beperkt de verhoging tot 3%.
Gemeentes kunnen van woningen en niet-woningen ozb heffen. Voor woningen geldt dit alleen voor eigenaren, voor niet-woningen ook voor gebruikers.
De gemeente Vlaardingen kwam enige jaren geleden op het idee om de ozb voor gebruikers van niet-woningen af te schaffen. De eigenaren van niet-woningen betaalden het gelag. Hun tarief verdubbelde bijna!
De eigenaar van een aantal verhuurde panden ging tegen zijn aanslagen ozb in bezwaar en na afwijzing van dit bezwaar in beroep. De man kreeg in hoger beroep gelijk van het gerechtshof. Het Hof verwierp alle argumenten die de gemeente voor de drastische verhoging naar voren bracht.
Zo stelde de gemeente dat een eigenaar de hogere ozb kon doorberekenen aan de huurder. Dit bleek echter niet uit de feiten. Verder gaf de gemeente aan de belasting naar de eigenaren te verleggen, om er zo voor te zorgen dat leegstand niet tot minder opbrengsten aan ozb zou leiden. Deze ‘algemene ervaringsregel’ was het Hof echter onbekend en bovendien bleek ook dit niet uit de feiten. Het Hof was bovendien niet te spreken over het feit dat met de nadelige gevolgen voor de eigenaren geen rekening was gehouden en dat een stapsgewijze verhoging van het tarief niet was overwogen.
Het Hof concludeerde dan ook dat de maatregelen in strijd waren met de algemene rechtsbeginselen. Het Hof noemt in dit verband strijd met het evenredigheidsbeginsel en strijd met het verbod op willekeur en de redelijkheid. Van de verhoging met 98% werd door het Hof dan ook 95% geschrapt.