Een werknemer spande een rechtszaak aan tegen zijn werkgever voor het schenden van zijn privacy. Het Gerechtshof stelde hem in het gelijk en veroordeelde de werkgever tot het betalen van de proceskosten en duizenden euro’s aan vergoedingen.
Een werknemer treedt in 2019 in dienst bij een bevriend echtpaar. Na ongeveer een jaar verbreekt de werknemer het contact met zijn ouders. Zijn werkgever kent de ouders. De werknemer vraagt zijn werkgever zijn beslissing te respecteren en niet te reageren op verzoeken door zijn ouders om contact. De werknemer gaat rechtszaken aan met zijn ouders, ook wegens stalking omdat zij via zijn werkgever daadwerkelijk proberen contact te zoeken.
Eerst wordt de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden, maar later meldt hij zich ziek. De werkgever schakelt de Arbodienst in. De werkgever geeft aan het contact met de werknemer voortaan alleen nog via de casemanager van de Arbodienst te laten verlopen. Later blijkt dat de werkgever kort voor die officiële schriftelijke mededeling contact heeft gehad met de ouders van de werknemer, maar spreekt daarover niet de waarheid. De arbeidsrelatie raakt hierdoor verstoord. Dat is ook het oordeel van de bedrijfsarts, en zijn advies is mediation. Na een moeizaam traject wordt in juni 2021, bijna twee jaar na indiensttreding, de mediation als definitief mislukt beschouwd.
Uiteindelijk beoordeelt de bedrijfsarts de werknemer weer arbeidsgeschikt en de werkgever meldt hem hersteld. Maar het arbeidsconflict is er nog steeds. De werknemer vecht de hersteldmelding door de werkgever aan bij het UWV door een deskundigenoordeel aan te vragen. Het UWV stelt hem in het gelijk, en de werknemer krijgt in het voorjaar van 2022 een Ziektewetuitkering.
De werkgever stapt daarop naar de kantonrechter voor ontbinding van het arbeidscontract en is bereid om € 4.968,75 bruto aan transitievergoeding te betalen. Daarnaast eist de werkgever ook compensatie van de proceskosten. De werknemer verzoekt de kantonrechter eveneens om ontbinding van het arbeidscontract, maar wegens een verstoorde arbeidsrelatie, de ‘g-grond’. Hij eist een geldbedrag van ruim € 500.000 aan vergoedingen en advocaatkosten.
Het vonnis is voor beide partijen teleurstellend. De kantonrechter wijst de vordering voor ontslag op g-grond toe met de toewijzing van een transitievergoeding van € 6.458,01 bruto en compensatie van de proceskosten.
In hoger beroep stelt ook het Gerechtshof in Amsterdam de werknemer in het gelijk, maar kent een veel ruimere vergoeding toe. Volgens het Gerechtshof heeft de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld door de privacy van de werknemer te schenden, en daarin deels de initiator te zijn door vertrouwelijke informatie te delen met de ouders van de werknemer. Daarnaast is hij daarover niet eerlijk geweest. Vervolgens is hij alle communicatie met de werknemer uit de weg gegaan. De verstoorde arbeidsrelatie is door deze handelwijze veroorzaakt door de werkgever, aldus het Gerechtshof. De werknemer krijgt in totaal zo’n € 60.000 toegekend, het verloren salaris tijdens de conflictperiode minus de verkregen Ziektewet-uitkering. Verder wordt de werkgever veroordeeld tot het betalen van alle proceskosten.