Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bezig met aanpassingen en een informatiecampagne om de obstakels voor hospitaverhuur te verkleinen. Hiermee wordt gehoopt bij te dragen aan de oplossing van het ernstige woningtekort.
Bij hospitaverhuur wonen huurder en hospita (verhuurder) samen in een woning. De hospita verhuurt een of meer kamers en ruimtes als keuken, douche en toilet worden gedeeld.
Uit onderzoek is onder meer gebleken dat 8% van de Nederlanders met een geschikte ruimte hospitaverhuur overweegt als regelgeving eenvoudiger zou zijn en/of het makkelijker zou zijn om van de hypotheekverstrekker of de verhuurder toestemming te krijgen. Het ministerie werkt daarom aan oplossingen om belemmeringen voor hospitaverhuur weg te nemen.
De hypotheekverstrekker wil vaak geen toestemming geven voor hospitaverhuur omdat een woning in verhuurde staat mogelijk voor een lagere verkoopprijs zorgt. Dit kan weer leiden tot een restschuld of lagere overwaarde bij (gedwongen) verkoop. Ook de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) staat hospitaverhuur om die reden momenteel niet toe.
Het ministerie werkt daarom aan een wetwijziging, waardoor een hospita bij verkoop of overdracht van de woning eenvoudiger het huurcontract kan beëindigen. Verschillende hypotheekverstrekkers verwachten na deze wetswijziging hospitaverhuur vaker toe te staan. Ook de NHG staat hospitaverhuur toe na deze wetswijziging.
Momenteel wil de hoofdverhuurder vaak geen toestemming geven voor onderhuur van een kamer. Door voorgenomen wijziging van de definities voor het woningwaarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte (WWSO) en zelfstandige woonruimte (WWS) wordt de kans dat de hoofdverhuurder geen toestemming wil geven juist alleen maar groter. Het kan namelijk zijn dat door de hospitaverhuur dan voor de hoofdverhuurder het WWSO van toepassing. Dit kan weer leiden tot een lagere verhuurprijs voor de hoofdverhuurder dan wanneer het WWS van toepassing is.
Deze wijziging van de definities treedt op als de Eerste Kamer instemt met de Wet betaalbare huur en gaat dan op 1 juli 2024 in.
Het ministerie beoordeelt daarom of in het Besluit betaalbare verhuur een uitzondering kan worden opgenomen voor hospitaverhuur waardoor de verhuur van de hoofdverhuurder onder het puntenstelsel voor zelfstandige woonruimte (WWS) valt. Als de Eerste Kamer instemt met de Wet betaalbare huur is beoogd om de wijziging van het besluit ook per 1 juli 2024 in te laten gaan.
Hospitaverhuurders zijn vaak terughoudend om voor onbepaalde tijd een kamer te verhuren. Om te voorkomen dat een vast huurcontract ontstaat, wordt daarom het huurcontract vaak binnen de proeftijd van negen maanden opgezegd.
Het ministerie doet daarom onderzoek naar (wijziging van) de wettelijke mogelijkheden om via een specifiek huurcontract voor bepaalde tijd een langer hospitaverhuur contract af te sluiten bijvoorbeeld voor twee of vijf jaar.
Hospitaverhuur kan leiden tot verhoging van de huur van een sociale huurwoning omdat het inkomen van de huurder meetelt voor de hoogte van de huur. Het ministerie onderzoekt daarom een mogelijke aanpassing van de inkomensafhankelijke huurverhoging.
Het ministerie denkt dat de bekendheid met de regelgeving omtrent hospitaverhuur ook bijdraagt aan de overweging om tot hospitaverhuur over te gaan. Daarom wordt in augustus van dit jaar ook een informatiecampagne gestart waarmee potentiële verhuurder en huurders en woningcorporaties, gemeenten en particuliere verhuurders geïnformeerd worden over de mogelijkheden en regels rondom hospitaverhuur.
Op dit moment is al een speciale pagina over hospitaverhuur op Rijksoverheid.nl geplaatst.