In dit nieuwsartikel van de lonenspecial 2024 gaan we in op de wijzigingen in de tarieven van de loonbelasting. Het tarief van de eerste tariefschijf wordt iets verhoogd, van 36,93 naar 36,97%. Om de koopkracht te stimuleren en de inkomens te sturen, zijn ook de heffingskortingen aangepast. Deze komen in dit artikel aan bod. Als laatste gaan we in op de premies.
De belastingdruk in de loonbelasting kan voor werknemers met een loon rondom het grensbedrag voor de tweede tariefschijf in 2024 flink hoger worden. Dit komt onder meer door een lichte stijging in de eerste tariefschijf, maar met name door een forse beperking van de indexatie van het grensbedrag voor de tweede tariefschijf.
Stijging tarief eerste tariefschijf
Het tarief van de eerste tariefschijf wordt iets verhoogd, van 36,93 naar 36,97%. Dit tarief geldt in 2024 tot een inkomen van € 75.518. Deze tariefsverhoging gaat maximaal € 30 meer aan belasting kosten.
Indexatie tariefschijf fors beperkt
De extra belastingdruk wordt echter met name veroorzaakt door de beperkte indexatie van het grensbedrag voor de tweede tariefschijf. Deze wordt normaal gesproken jaarlijks gecorrigeerd aan de hand van de inflatie. Vanwege de actuele hoge inflatie zou het grensbedrag voor de tweede tariefschijf in eerste instantie met 9,4941% moeten worden verhoogd. Het kabinet heeft echter besloten om de drempel na toepassing van de inflatiecorrectie met € 4.447 te verlagen. Dit betekent dat het toptarief van 49,5% al betaald moet worden vanaf een inkomen van € 75.518 in plaats van € 79.965. Dit kan een werknemer maximaal € 557 extra aan belasting per jaar gaan kosten.
Ook voor AOW-gerechtigden treedt dit effect op. Het grensbedrag voor de tweede schijf wordt voor werknemers geboren vóór 1 januari 1946 € 40.021, voor de andere AOW-gerechtigde werknemers € 38.098. Het grensbedrag voor de derde schrijf wordt voor AOW-gerechtigden € 75.518.
Om de koopkracht te stimuleren en de inkomens te sturen, zijn ook de heffingskortingen aangepast. Hoe zien de cijfers er in 2024 uit?
Algemene heffingskorting sneller afgebouwd
De maximale algemene heffingskorting stijgt naar € 3.362 (2023: € 3.070), maar wordt vanaf een loon van € 24.812 met een hoger percentage (6,63% in 2024 t.o.v. 6,095% in 2023) afgebouwd. De afbouw van de algemene heffingskorting vindt voor lonen tussen de € 24.812 en € 75.518 dus sneller plaats dan in 2023. Vanaf een loon van € 75.518 bedraagt de algemene heffingskorting € 0.
Arbeidskorting extra verhoogd
De maximale arbeidskorting wordt extra verhoogd naar € 5.532 (2023: € 5.052). De opbouw van de arbeidskorting vindt plaats tot een loon van € 39.957. Ook in de opbouw van de arbeidskorting tot aan het maximum vinden verhogingen plaats, zodat werknemers met een loon vanaf het minimumloon tot een loon van € 39.957 erop vooruitgaan. Vanaf € 39.957 wordt de arbeidskorting afgebouwd met 6,510%. Vanaf een loon van € 124.934 bedraagt de arbeidskorting € 0.
Ouderen ontzien
Om ouderen te ontzien, wordt voor hen de ouderenkorting met € 175 verhoogd. De maximale ouderenkorting wordt daardoor in 2024 € 2.010. De ouderenkorting wordt vanaf een loon van € 44.771 (in 2023 nog € 40.889) afgebouwd met 15%. Vanaf € 58.170 (in 2023 nog € 53.122) bestaat dan geen recht meer op ouderenkorting. De alleenstaandeouderenkorting bedraagt in 2024 € 524 (2023: € 478).
Tot en met 2023 kon alleen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) deze alleenstaandeouderenkorting toepassen. Vanaf 2024 kun je als werkgever deze korting echter ook toepassen als jouw werknemer aan de voorwaarden voldoet en je daar schriftelijk om verzoekt. Dit kan bijvoorbeeld met het nieuwe model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen. Wijs je werknemer er wel op dat korting maar door één inhoudingsplichtige mag worden toegepast en dat hij toepassing van de korting bij de SVB moet laten beëindigen.
De gedifferentieerde premie voor het Algemeen Werkeloosheidsfonds (Awf) bestaat uit een hoge en lage Awf-premie. Je mag als werkgever een lage Awf-premie toepassen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Voldoe je daar niet aan, dan betaal je een hoge Awf-premie. De voorwaarden hebben betrekking op de arbeidsovereenkomsten van jouw werknemers en zijn bedoeld om vergaande flexibele contracten tegen te gaan en vaste contracten te beschermen.
De Awf-premie blijft in 2024 net als in 2023 2,64% voor de lage premie en 7,64% voor de hoge premie. Het maximale premieloon stijgt in 2024 echter wel naar € 71.628 (2023 nog € 66.956). Voor werknemers met een premieloon vanaf € 66.956 kun je als werkgever dus toch maximaal € 123 (bij de lage premie) en € 356 (bij de hoge premie) per werknemer meer verschuldigd zijn aan Awf-premie.
Controleer begin 2024 de verloonde uren van werknemers waarvoor in 2023 de lage Awf-premie is toegepast en die een arbeidscontract van gemiddeld minder dan 35 uur per week hebben. Indien de verloonde uren de contracturen met meer dan 30% overstijgen, is alsnog met terugwerkende kracht de hoge Awf-premie van toepassing.
Jaarlijks draag je als werkgever sociale premies af voor de Werkhervattingskas (Whk). Het gemiddelde premiepercentage van de WGA daalt van 0,87% in 2023 naar 0,77% in 2024. Het gemiddelde percentage van de Ziektewet daalt van 0,66 naar 0,45%.
Voor het eerst sinds jaren daling
Je draagt de gedifferentieerde premie Whk af als onderdeel van de premies werknemersverzekeringen. Hiermee verzeker je jouw werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid. De premies voor zowel de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WGA) als de Ziektewet (Zw) dalen in 2024 voor kleine werkgevers voor het eerst sinds jaren.
Premieplichtig loon
Hoe de gedifferentieerde premie Whk wordt berekend, hangt af van de grootte van jouw onderneming. Op basis van de loonsom in 2022 wordt bepaald in welke categorie je als werkgever in 2024 valt. De basis hiervoor is het gemiddelde premieplichtige loon, dat voor het jaar 2024 € 37.700 bedraagt.
Indeling grootte werkgevers voor berekening premie
De grens tussen kleine en middelgrote werkgevers ligt bij een premieplichtig loon van maximaal € 942.500 (25 x € 37.700). Werkgevers met in 2022 een loonsom van meer dan € 3.770.000 (100 x € 37.700) vallen in 2024 in de categorie grote werkgever.
Beschikking van Belastingdienst
Je hebt, als je een grote of middelgrote werkgever bent, eind 2023 een beschikking van de Belastingdienst ontvangen over de hoogte van de premie. De hoogte daarvan hangt voor grote en middelgrote werkgevers namelijk af van de instroom van werknemers in de ZW en WGA. Kleine werkgevers hebben in december een mededeling van de Belastingdienst gekregen. Als kleine werkgever betaal je een premie, afhankelijk van de sector waarin je werkzaam bent.
Naast de premiepercentages voor het jaar 2024 kan ook de stijging van het maximale premieloon van invloed zijn op de hoogte van de door jou af te dragen premie. Het maximale premieloon stijgt in 2024 namelijk naar € 71.628 (in 2023 nog € 66.956). Voor werknemers met een premieloon vanaf € 66.956 kun je als werkgever daarom te maken krijgen met meer verschuldigde premie, ook als de premiepercentages ten opzichte van 2023 zijn gedaald.
De premies voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) zijn in 2024 licht gedaald met 0,11%-punt. Dit geldt zowel voor de premies die werkgevers voor hun personeel betalen (6,57% in 2024) als voor de premies die zelfstandigen en dga’s voor zichzelf moeten afdragen (5,32% in 2024).
Het premieloon is in 2024 gestegen van € 66.956 in 2023 naar € 71.628 in 2024. De maximum af te dragen Zvw-premie voor werknemers is daardoor in 2024 toegenomen met € 233 (van € 4.473 in 2023 naar € 4.706 in 2024). Voor zelfstandigen en dga’s bedraagt deze toename € 175 (van € 3.636 in 2023 naar € 3.811 in 2024).
Heb je vragen over dit nieuwsartikel? Neem gerust contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen je graag. Bekijk ook de andere artikelen van onze lonenspecial.