Staatssecretaris Van Rij geeft naar aanleiding van Kamervragen aan dat er wél een wettelijke basis is voor eHerkenning. Eerder heeft een rechter beslist dat er geen wettelijke basis bestaat ondernemers te verplichten via eHerkenning aangiftes in te dienen.
E-Herkenning is een veilig gedigitaliseerd communicatiemiddel waarmee inmiddels met enige honderden overheidsinstanties gecommuniceerd kan worden. Het gebruik ervan is echter niet kosteloos en moet worden aangeschaft bij een commerciële partij.
Ondernemers zijn sinds 2021 verplicht via eHerkenning aangifte vennootschapsbelasting en loonheffingen in te dienen, tenzij men dit uitbesteed of commerciële software gebruikt. Een ondernemer weigerde dit omdat eHerkenning niet gratis is. De rechter ging hierin mee en stelde dat er geen wettelijke basis is om voor genoemde aangiftes eHerkenning verplicht te stellen. Dat de kosten van eHerkenning voorlopig vergoed kunnen worden, doet volgens de rechter niet ter zake.
Uit de Kamervragen blijkt dat de staatssecretaris van mening is dat de fiscus ook sancties kan opleggen als ondernemers niet via eHerkenning aangifte doen. Of dit ook inderdaad zo is, zal nog moeten blijken. De rechter heeft immers geoordeeld dat dit niet mogelijk is, aangezien de wettelijke basis ontbreekt.