27 maart 2025

Vrijstelling overdrachtsbelasting ook bij bewoning na 2 jaar toegestaan

Bij de aankoop van een woning kan onder voorwaarden een vrijstelling of het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting gelden. Maar wat als de koper pas na twee jaar de woning betrekt? Gerechtshof Den Haag oordeelde dat de wet geen termijn stelt aan de start van de bewoning, waardoor een vrouw alsnog in aanmerking kwam voor vrijstelling.

Overdrachtsbelasting

De bij aankoop van een pand verschuldigde overdrachtsbelasting bedraagt voor niet-woningen, zoals een kantoorpand, momenteel 10,4%. De koper moet deze belasting betalen. Voor woningen bedraagt het tarief 2%.

Vrijstelling

Voor meerderjarige kopers jonger dan 35 jaar die een woning kopen van maximaal € 525.000 (2025) kan een vrijstelling gelden. Hierbij geldt, zowel voor het tarief van 2% als voor de vrijstelling onder meer als voorwaarde dat de woning na de verkrijging ‘anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt gaat worden’. Vrij vertaald betekent dit dat de woning duurzaam als hoofdverblijf bewoond moet gaan worden. Dit moet ook in een schriftelijke verklaring zijn vastgelegd.

Bewoning uitgesteld

In de casus die speelde bij gerechtshof Den Haag had een vrouw een woning gekocht en bij de notaris geleverd gekregen. Zij ging deze woning echter pas twee jaar later bewonen. Tot die tijd woonde ze bij haar ouders. De reden hiervoor was dat de nieuwe woning van de verkopende partij nog in aanbouw was en afgesproken was dat de verkopers er tijdens de bouw (maximaal twee jaar) mochten blijven wonen.

Rechtbank: geen vrijstelling of 2% tarief

De rechtbank oordeelde dat de vrouw de woning niet duurzaam als hoofdverblijf was gaan bewonen, onder meer omdat de verkopers in de woning waren blijven wonen tot uiterlijk twee jaar na de notariële levering van de woning. De vrouw had daarom geen recht op de vrijstelling of het verlaagde tarief van 2%.

Gerechtshof: vrijstelling want wet kent geen termijn

Voor het gerechtshof was in geschil of de duurzame bewoning op korte termijn na de notariële levering moest aanvangen om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling op het 2% tarief.
Het gerechtshof vond van niet en stelde dat de wet geen termijn verbindt aan het moment waarop de duurzame bewoning moet aanvangen. Het gerechtshof stelde dat de wetgever bovendien ook rekening heeft gehouden met de situatie dat een koper een woning niet direct na de verkrijging als hoofdverblijf gaat gebruiken, zoals in deze situatie. Het gerechtshof oordeelde daarom dat de vrouw, gelet op de bedoeling van de wet, de vrijstelling kon toepassen. De vrouw was immers starter op de woningmarkt met de bedoeling om duurzaam in de woning te gaan wonen. De inspecteur was het er bovendien mee eens dat de vrouw niet te vergelijken was met een belegger. Dat de vrouw niet binnen een bepaalde termijn in de woning was gaan wonen, zorgde in deze situatie niet voor een ander oordeel.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Nieuwe btw-plicht voor digitale platforms bij kortlopende verhuur
Er is een internetconsultatie gestart over een wetsvoorstel dat digitale platforms btw-plichtig maakt wanneer zij kortlopende verhuur van accommodaties faciliteren. Deze verplichting geldt straks ook voor platforms die passagiersvervoer aanbieden en moet op 1 juli 2028 ingaan.
Lees verder
arrow right
Belastingheffing bij bonus- en virtuele aandelenplannen
De Belastingdienst heeft een standpunt gepubliceerd over de manier waarop belasting wordt geheven wanneer werknemers deelnemen aan een door de werkgever aangeboden bonusplan of virtuele aandelenplan.
Lees verder
arrow right
Kruislings schenken: dubbele vrijstelling niet toegestaan
Twee kinderen die ieder €100.000 ontvingen van hun moeder én nog eens €100.000 van een derde, konden daar niet zo van profiteren als gehoopt. De Hoge Raad oordeelde dat de toenmalige vrijstelling voor de schenkbelasting eigen woning slechts één keer mocht worden toegepast.
Lees verder
arrow right