7 februari 2025

Wijziging van vergelijkbare woningen bij WOZ-beschikking toegestaan door Hof Den Bosch

Binnenkort ontvang je de nieuwe WOZ-beschikking. Hierin staat de WOZ-waarde van je woning per 1 januari 2024. Deze waarde wordt bepaald op basis van vergelijkbare woningen.

Welke woningen hiervoor worden uitgezocht, mag in beginsel nog tijdens een eventuele gang naar de rechter worden gewijzigd, zo bepaalde het gerechtshof in Den Bosch.

Systematische vergelijking 

Wettelijk is bepaald dat de WOZ-waarde van een woning moet worden vastgesteld door middel van een systematische vergelijking met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn. Dit blijkt in de praktijk niet altijd even eenvoudig, vooral als het woningen betreft waarvan niet of nauwelijks marktgegevens bekend zijn omdat ze niet regelmatig verkocht worden.

Wijziging vergelijkbare woningen 

In bovengenoemde zaak die speelde voor het Hof Den Bosch was de waarde van een woning vastgesteld op € 491.000. Die waarde was bepaald door de woning te vergelijken met een aantal soortgelijke woningen. Gedurende de procedure tegen de gemeente wijzigde de ambtenaar echter de woningen aan de hand waarvan de WOZ-waarde was vastgesteld.

Hof akkoord, tenzij… 

Volgens het Hof was de handelswijze van de ambtenaar toegestaan. Volgens het Hof kan in beginsel zelfs in elke fase van de procedure de WOZ-waarde nader worden onderbouwd en mag daarbij uitgegaan worden van andere vergelijkingsobjecten. De gemeente werd dan ook in het gelijk gesteld.

In strijd met goede procesorde 

Het Hof maakte wel een voorbehoud voor het geval er sprake is van zogenaamde ‘strijd met een goede procesorde’. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als partijen elkaar te laat informatie verstrekken die voor het conflict van belang kan zijn. Een voorbeeld hiervan speelde bij hetzelfde Hof, waarbij een gemachtigde ondanks gemaakte werkafspraken niet duidelijk had gemaakt over bepaalde informatie te willen beschikken. Door hier te laat tegen te ageren, was er sprake van strijd met een goede procesorde.

Speciaal voor jou

UITGELICHT

Privégebruik motor van de zaak: zo zit het fiscaal
Steeds meer werknemers kiezen voor een motor van de zaak, bijvoorbeeld om files te vermijden. Maar hoe zit het fiscaal met het privégebruik van zo’n motor? In dit artikel lees je wat je als werkgever moet weten over het bepalen van het voordeel, de eigen bijdrage, en de toepassing van de werkkostenregeling (WKR).
Lees verder
arrow right
Fiets van de zaak: Wat mag je vergoeden?
Werkgevers kunnen voor een relatief klein bedrag een (elektrische) fiets aan hun personeel ter beschikking stellen. Wat is de eigen bijdrage voor de werknemer? En kunnen ook de kosten van het opladen van een ter beschikking gestelde elektrische fiets belastingvrij vergoed worden?
Lees verder
arrow right
Btw-tarief voor online leeromgevingen: 9% of 21%?
Voor het elektronisch leveren van digitale educatieve informatie geldt het btw-tarief van 9%. De vraag werd aan de Belastingdienst gesteld of dit tarief van toepassing is op alle toegang tot online leeromgevingen. De Belastingdienst antwoordde negatief en schetste drie situaties met betrekking tot online leeromgevingen. In twee van deze gevallen moet 21% btw worden berekend, terwijl in slechts één situatie het 9% btw-tarief van toepassing is.
Lees verder
arrow right