Deze zomer worden nieuwe maatregelen t.a.v. het mestbeleid voor de periode 2022 t/m 2025 bekend gemaakt. Aangezien de waterkwaliteit de laatste jaren volgens de gebruikte onderzoeken iets is verslechterd, zijn voor bepaalde gebieden aanscherpingen te verwachten. Dit geldt met name voor akkerbouw op zand- en lössgronden.
Nederland moet dit jaar weer een ‘Actieprogramma’ opstellen voor de komende 4 jaar (2022-2025). In dit ‘7e Actieprogramma’ worden maatregelen opgenomen, die bedoeld zijn om aan de Nitraatrichtlijn te voldoen. Deze zomer wordt het concept verwacht, eind 2021 moet het programma definitief zijn.
Bij de uitwerking van het mestbeleid vanaf 2022 moeten nog diverse keuzes gemaakt worden. Naast het soort maatregelen wordt ook bekeken of men bepaalde maatregelen in eerste instantie kan stimuleren door kennisoverdracht en/of subsidiëring. Lukt dit onvoldoende dan kunnen alsnog middelvoorschriften opgelegd worden. Daarnaast zal een deel van de maatregelen direct verplicht worden opgelegd.
Minister Schouten heeft onlangs aangegeven dat de waterkwaliteit (uitspoelings- en oppervlaktewater) in bepaalde gebieden is verslechterd. Dit komt o.a. door een hoger stikstofgebruik, maar ook door de droge zomers. Dit laatste is echter geen ‘excuus’ richting Brussel.
Vooral de akkerbouw op (zuidelijke) zand- en lössgronden kunnen met aangescherpte maatregelen te maken krijgen. In deze gebieden wordt immers de Nitraatrichtlijn voor grondwater gemiddeld nog niet gehaald. Enkele voorbeelden van mogelijke maatregelen zijn (eventueel voor alle gebieden):