Deze verklaring kan zowel door werknemers als door de ondernemer in de inkomstenbelasting worden aangevraagd.
Ook in onderstaande situaties is de bijtelling voor een bestelauto niet van toepassing. Deze situaties zijn in principe niet van toepassing op de ondernemer in de inkomstenbelasting en de dga.
- Privégebruik verboden
Is privégebruik van de bestelauto verboden, dan blijft de bijtelling achterwege op voorwaarde dat je als werkgever controleert dat de bestelauto daadwerkelijk niet privé wordt gebruikt. Gebeurt dit toch, dan moet er – naast het alsnog betalen van de bijtelling - een aanzienlijke sanctie voor de werknemer volgen. De afspraak dat de bestelauto niet privé mag worden gebruikt en de sancties wanneer dit toch gebeurt, moeten schriftelijk worden vastgelegd. Voor de dga geldt de optie alleen als er sprake is van een reëel verbod. Hiervan is bijvoorbeeld geen sprake als de dga zelf de controle uitoefent.
- Privégebruik onmogelijk
Als privégebruik van de bestelauto onmogelijk is, blijft de bijtelling eveneens achterwege. Dit is bijvoorbeeld het geval als de sleutels van de auto’s avonds moeten worden ingeleverd of als de bestelauto’s ’s avonds op een afgesloten terrein worden gestald.
- Doorlopend afwisselend gebruik
Als een bestelauto doorlopend afwisselend door verschillende personeelsleden wordt gebruikt, is de bijtelling niet van toepassing als hierdoor het privégebruik moeilijk kan worden vastgesteld. Dit is niet het geval als een bestelauto bijvoorbeeld door twee werknemers om de week privé wordt gebruikt. Het privégebruik is dan immers niet moeilijk vast te stellen. Bij doorlopend afwisselend gebruik moet de werkgever in plaats van de bijtelling per bestelauto een bedrag van € 300 aan belasting betalen via de eindheffing. Het doorlopend afwisselende gebruik moet dan wel door de aard van het werk worden opgeroepen.
Toch bijtelling?
Is een van hiervoor genoemde voorwaarden niet van toepassing op jouw situatie? Dan valt jouw bestelauto onder de bijtellingsregeling.
De IB-ondernemer
Heb je als ondernemer een bestelauto tot jouw beschikking die tot jouw ondernemingsvermogen behoort, dan valt deze bestelauto onder de bijtellingsregeling.
De bijtelling is het bedrag dat vanwege het privégebruik niet aftrekbaar is van de winst. Dit bedrag kan niet negatief worden, oftewel: de bijtelling kan nooit meer zijn dan de werkelijke autokosten (inclusief afschrijving).
Werknemers en de dga
Bij werknemers en dga’s aan wie een bestelauto ter beschikking is gesteld, wordt de bijtelling als loon aangemerkt. De werkgever is verplicht hierover loonheffing in te houden.
Hoeveel bijtelling?
De bijtelling bedraagt een percentage van de cataloguswaarde dat afhankelijk is van het jaar waarin de auto voor het eerst op kenteken is gesteld. Dit percentage blijft 60 maanden van kracht. Daarna wordt het percentage bepaald op basis van de dan geldende wetgeving. De bijtelling bedraagt 22% voor auto’s die in 2023 voor het eerst op kenteken zijn gezet en voor bestelauto’s die niet volledig elektrisch zijn of op waterstof rijden. Voor volledig elektrische bestelauto’s bedraagt de bijtelling in 2023 16% van de cataloguswaarde tot maximaal € 30.000 en 22% over het meerdere van de cataloguswaarde. Voor bestelauto’s op waterstof geldt de bijtelling van 16% in 2023 over de gehele cataloguswaarde.
Voorbeeld:
Aan werknemer A is een niet-elektrische bestelauto met een cataloguswaarde van € 50.000 ter beschikking gesteld die in 2023 voor het eerst op kenteken is gezet. Aan werknemer B is een elektrische bestelauto met een cataloguswaarde van € 50.000 ter beschikking gesteld die ook in 2023 voor het eerst op kenteken is gezet.
Bijtelling werknemer A: € 50.000 x 22% = € 11.000
Bijtelling werknemer B: € 30.000 x 16% + € 20.000 x 22% = € 4.800 + € 4.400 = € 9.200.
Vereenvoudigde rittenregistratie
Als de werknemer door de aard van de werkzaamheden (vaak) veel ritten op een dag heeft met de bestelauto van de zaak, kan het bijhouden van een rittenregistratie een grote administratieve last zijn voor werkgever en werknemer. In dit geval mag de werknemer om praktische redenen het bewijs voor het aantal gereden privékilometers leveren met een combinatie van een vereenvoudigde rittenregistratie en de zakelijke adressen in de (project)administratie van de werkgever. De werkgever moet dan wel schriftelijk met de werknemer hebben afgesproken dat de werknemer een vereenvoudigde rittenregistratie bijhoudt, dat privégebruik tijdens werk- en lunchtijd niet is toegestaan en dat de werkgever de zakelijke adressen in zijn administratie bewaart. Je kunt voor een vereenvoudigde rittenregistratie desgewenst gebruikmaken van bijgevoegde voorbeeldafspraak.
Belasting voor Personenauto’s en Motorrijwielen (bpm)
Bij aanschaf van een nieuwe auto, bestelauto of motorfiets betaal je bpm. Je betaalt ook bpm als je een dergelijk voertuig importeert. De bpm wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en de netto catalogusprijs. Voor voertuigen zonder CO2-uitstoot betaal je geen bpm. Als ondernemer kun je onder voorwaarden in aanmerking komen voor een vrijstelling van bpm bij aanschaf van een bestelauto. De belangrijkste voorwaarde voor de vrijstelling is dat je de bestelauto voor meer dan 10% gebruikt in het kader van jouw onderneming. Je moet dit desgevraagd aannemelijk kunnen maken. Een rittenregistratie is daarvoor niet vereist.
Let op!
In het Belastingplan 2023 is vastgelegd de vrijstelling van bpm op (niet volledig emissieloze) bestelauto’s voor ondernemers per 2025 af te schaffen. Het tarief van de bpm gaat vanaf 2025 € 66,91 (prijspeil 2022) per gram CO2-uitstoot bedragen. Bestelauto’s zonder CO2-uitstoot betalen dus ook vanaf 2025 nog steeds geen bpm.